Onder ‘roti’ verstaan we meestal de Surinaamse signature dish van kip, ei, kousenband, aardappel en rotivellen. Eigenlijk betekent roti brood, dus het verwijst in wezen naar de rotivellen, of -platen. Die kwamen in Suriname via Indiase Hindoestanen, die eind negentiende eeuw werden geronseld om op Surinaamse plantages te werken. Zogenaamd tegen betaling, maar die was minimaal en de omstandigheden leken verdacht veel op die van de slavernij.
Enfin, roti is dus een platbrood dat al duizenden jaren wordt gemaakt. De belangrijkste karaktertrek van goede roti is de ‘flakiness’. Bij het scheuren van de roti (waarmee je de overige ingrediënten van de maaltijd vult) zie je mooie laagjes in de pannenkoek.
Die ontstaan zo: je maakt deeg van zelfrijzend bakmeel, baking soda, zout, water en olie. Dat moet rijzen. Vervolgens rol je een bolletje deeg uit tot een kleine, dikke cirkel, die je vult met gekookte aardappelen of een dahl van spliterwten en die in het deeg vouwt. Tot slot rol je dit uit, waardoor vulling en deeg zich mengen et voilà: laagjes. De moeite waard om eens zelf te maken.
Inger Boxsem en het team van de Krat
Het recept van de week | Het recept wordt je aangeboden door de Krat
