Vrijwel elke Indonesische familie kent een legendarische vrouw. Vrouwen die, onopvallend, hoeden over grote gezinnen. Één van die vrouwen is:  Erna Dagmar Teijl, roepnaam Dée. Ze leefde van 1907 tot 1988 en was, volgens haar kleinzoon Karl Dahler een held.

Een rots in de branding voor negen kinderen en vijf stiefkinderen tijdens de zware jaren met Jappenkampen, onafhankelijkheid en een nieuw leven in Nederland. Een begenadigd kok ook, die dagen in de keuken stond en pas tevreden was als iedereen heerlijk zat te eten. Ook heel Indonesisch. Waren er recepten? Natuurlijk niet, die zijn er nooit, als het geheim van de chef wordt doorgegeven gaat dat van mond tot mond.

Toen kleinzoon Karl sambals ging ontwikkelen, stonden twee zaken voor hem vast: ze moesten net zo smaakvol worden als die van zijn grootmoeder, én hij zocht naar een moderne twist. Zo ontstonden sambals met tamarinde, citroen, petjehbonen en koks.

Duurzaam geproduceerd trouwens, met reststroompepers, uit met restwarmte gestookte kassen in het Westland, zonder zout en conserveringsmiddelen bereid. Natuurlijk -als eresaluut- genoemd naar die legendarische vrouw, oma Dée.

Inger Boxsem en het team van de Krat

Het recept van de week | Het recept wordt aangeboden door de Krat