Elke wandelaar of jogger op de Ringdijk, die naar beneden kijkt ter hoogte van nummer 23, waant zich even in een stukje Frankrijk. Het restaurant met haar versierde voorraam en geraniumbakken, naast een intiem terras tussen terracottapotten met vrolijke hortensia’s en brocante meubels, oogt romantisch en karakteristiek.
Carolien Gevers | Foto Frank Schoevaart
‘En dan te bedenken dat hier meer dan twee en dertig jaar terug een armoedige kroeg huisde, achter een kogelvrij raam met wandtapijten aan de muur, voetballampen, gokkasten en jenever drinkende mannen,’ vertelt eigenaresse Tara Mulder (49). ‘Mijn ouders hadden lef, toen ze hier in 1989 de tent overnamen om een restaurant te beginnen. Als puber vond ik het gewoon, maar nu denk ik: Chapeau!’
Idee Routier
Het idee ontstond in het pittoreske Franse dorpje La Vallade, waar Tom en Pauline, de ouders van Tara, een huisje hadden, waar ze met hun vier kinderen vele zomers doorbrachten. Vader Tom, die vroeger jarenlang als vrachtwagenchauffeur door Frankrijk had gereden, was gecharmeerd geraakt van de formule Menu Routier (‘eten wat de pot schaft’). ‘Dus mijn moeder gaf hem bij de start van deze onderneming een kookboek van Bocuse cadeau en hij, gedreven in alles wat hij deed, ging koken als een gek. Mijn moeder, ooit opgeleid als maatschappelijk werkster, legde haar liefde in de sfeer en inrichting naar Frans design. De hele renovatie deden ze zelf, met blikjes verf, meubeltjes van brocantes, een zelfgebouwde bar en sfeerrijke lampjes. Wij, kinderen, hielpen allemaal mee, niet altijd tegelijk maar af en aan. Onze onderlinge band is nog altijd goed, ook al ben ik tegenwoordig de enige hier. Het is deze liefde en toewijding die de ziel van ons restaurant is geworden. Deze huist in de voeding, de inrichting en in de mensen. Onze gasten voelen die warmte. Wie er niet van houdt, is gauw vertrokken. Dat geldt ook voor ons personeel. We hebben overigens nog wel tien andere parttime krachten in dienst; sommigen lopen hier al jaren mee.’
Warm, kleurig, eigenzinnig
In gesprek met Tara wordt Dwars al gauw voorgesteld aan Job, Mireille en Steven. Deze laatste staat al een tijdje de maaltijd van vandaag voor te bereiden. Vanuit de keuken achter de grote bar komen uitnodigende geuren vrij. Ondertussen gaat af en aan de telefoon.
‘We zijn hier allemaal een beetje Heintje Davids’
Mireille vertelt dat ze hier de oudste bediende is, die nog een aantal jaren gewerkt heeft onder de bezielende leiding van Tara’s ouders. Toen deze in 1999 uit elkaar gingen en Pauline de eigenaar werd (Tom bleef nog een tijdje Gare de l’Est runnen waar hij ook eigenaar van was), kon ze gewoon blijven en dat deed ze twaalf jaar geleden, toen Tara het stokje overnam, met nog steeds even veel plezier.
Tara: ‘Ja, we zijn hier eigenlijk een grote familie met elkaar.’ Job en Steven lachen veelzeggend. Job: ‘Ik ben hier nu sinds half juli, maar enkele jaren ervoor werkte ik hier ook al acht jaar als serveerder.’ Steven lachend: ‘Ik ben ook terug van weggeweest, want ik had hier tot 2016 ook al jaren als invalkok gewerkt.’
Job: ‘Nou, wat denk je van Tara zelf.’ Tara: ‘Ha, ja, ik ben ook enkele jaren vreemdgegaan, puur om ervaring op te doen. Ik werkte bij de Movies, Club de Ville en Club RoXY. Ik kan het iedereen, met name die uit familiebedrijven, aanraden, het verruimt je blik. Toen ik terug kwam, besefte ik nog beter wat ik had gemist. Het is de warmte, kleurigheid en eigenzinnigheid van de mensen hier.’ Job: ‘We zijn diep in ons hart allemaal een soort Heintje Davids.’
Ode aan Pauline
Twaalf jaar terug besloot Tara het bedrijf van haar moeder over te nemen. Ze zag dat deze, hoe gepassioneerd ook, het steeds zwaarder vond om de eindverantwoordelijkheid te dragen. Tara praat met liefde over haar ouders. ‘Mijn vader is een echte ondernemer, die enkele jaren na ook Gare de l’Est vaarwel te hebben gezegd, nog een hotel in Tanzania is begonnen. Ongelooflijk toch, die man is al twee en zeventig en werkt zich nog steeds uit de naad.’ Met Tara’s moeder liep het tragischer. Zij kreeg een paar jaar terug een kwaadaardige ziekte en overleed in 2018. ‘Mijn moeders warmte huist hier nog altijd. We schenken sindsdien bewust, naast de grotere wijnkaart, als huiswijn La Pauline. Mijn moeder had een geweldig oog voor entourage en gastvrijheid. Dit had ze zelf bijna kunnen bedenken.’
Iets-geks-doen-dagen
Als dochter van haar ouders borduurde Tara voort op het oude concept van het restaurant: Eten wat de pot schaft van goede kwaliteit voor een redelijk tarief. Voor kinderen geen aparte schotels als pizza of patat, hooguit kleinere porties. Franse kinderen eten ook gewoon mee.
La Vallade werkt al sinds haar bestaan met vaste kleinschalige vis-, wijn- en groenteleveranciers, die nog met liefde hun oude ambacht beoefenen. Mede door corona kreeg Tara de behoefte om bewuster om te gaan met de wereld en alles wat groeit en bloeit. Ze besloot voortaan een volledig vegetarisch basismenu te serveren. Voor degenen die dit moeilijk vinden is er dagelijks de mogelijkheid voor een supplement van vis of vlees. Vandaag is dat bijvoorbeeld Confits de Canard.
Tara: ‘Ik zit wel te broeden op af en toe ‘iets-geks-doen-dagen’ want te weinig flexibel past niet bij ons. Als je naar onze klanten kijkt, dan zie je dat hier veel vanzelf is ontstaan. We hebben veel stamgasten die komen voor onze formule. Tegenwoordig zitten al tweede en derde generaties kinderen hier.’ Job, stout: ‘We hebben hier hele liefdes zien ontstaan…. Van die mensen die ons eerst toevertrouwden dat ze vreemd waren gegaan, en vervolgens met een nieuwe vlam kwamen aanzetten, tot stelletjes die hier hun first date hadden en daarna altijd gebleven zijn. We houden van informeel en out of the box.’ Tara: ‘Zo hadden we hier eens een geweldige Franse bingo waar jong en oud uit de buurt op afkwam. Ook wil ik nog een keer een Franse chanson zing/vertaal workshop organiseren: vertalen en zingen onder het genot van een hapje en drankje – hoe verbindend is dat. Trouwens per januari gaan we hier eindelijk op zondagen warme Franse déjeuners (warme lunch) aanbieden.’
Grootste droom
Tara weet het bijna zeker. ‘Ik ga door tot ik het loodje leg. Wist je dat mijn nichtje, Sophia, dochter van mijn broer en oudste kleinkind van mijn ouders, hier nu in training is voor werken in de bediening? Ze is veel later gaan werken dan wij allemaal destijds, maar het is super leuk. Zo jammer dat mijn moeder dat niet meer mee kan maken. Mijn dochter Lola die twaalf is, ga ik, zodra ze op de middelbare school zit, hier ook inzetten voor klusjes als tafel dekken en afwassen. Ze loopt hier vaak binnen en vindt het heel gezellig. Dat de derde generatie ons restaurant voortzet is dus nog steeds een mogelijkheid. Maar eerlijk, indien biologisch niet lukt, misschien wel voortgang door onze derde generatie ‘adoptieve familie’, want onze ouwe getrouwen voelen gewoon als familie. En de buurt natuurlijk. Onze steun en toeverlaat. In de lockdown hebben ze zelfs gedoneerd voor onze nieuwe luifel. Chapeau!’