Sinds begin dit jaar vaart er een pontje tussen Zeeburgereiland en Sporenburg. De liefde voor het pontje leek een tijdje van één kant te komen, die van Zeeburgereiland en IJburg, maar deze verbinding biedt ook fijne mogelijkheden voor fietsers vanuit Oost en het centrum. Daarom deze steunbetuiging vanaf ‘de overkant’.
Herman ter Balkt | Foto Björn Martens
Vanuit mijn huis aan de Veemkade heb ik riant uitzicht op het Zeeburgereiland. Toen ik hier 17 jaar geleden kwam wonen en uit m’n raam naar het Oosten keek, leek het alsof de wereld daar ophield. Wat ik zag was een vaaggroene vlakte met wat bomen, maar verder geen enkel teken van leven. Nou ja, links in de verte zag ik de Schellingwouderbrug. Als ik m’n best deed, zag ik daar auto’s als een soort dinky toys over de brug bewegen, dus helemaal uitgestorven was het daar nou ook weer niet.
Inmiddels is m’n uitzicht naar het Oosten een stuk levendiger geworden. Er wordt hard gewerkt aan de bouw van Hogeschool Inholland die volgend jaar open gaat, en dan 6.000 studenten zal huisvesten. De pont zorgt voor een goede bereikbaarheid van de hogeschool vanuit het centrum. Voor het gebouw komt een groot waterplein, dat via een paar treden naar het waterbassin leidt.
Op de site van Inholland staat de fietsroute CS naar de hogeschool vermeld als 25 minuten, maar wanneer je gebruik maakt van het pontje, en je rekening houdt met de vertrektijden, dan haal je dit met gemak in 20 minuten.
Ook de eerste woontoren in de Sluisbuurt -100 meter hoog – krijgt al aardig vorm. Inmiddels is de 22e verdieping bereikt; er volgen er nog 11. De 289 appartementen zullen medio 2024 opgeleverd worden. Deze woontoren Justus is vernoemd naar de ontwerper van de naastgelegen Oranjesluizen: Justus Dirks. Ik had nog nooit van hem gehoord. Justus krijgt de komende jaren gezelschap van nog een paar woontorens, met een hoogte van meer dan 120 meter, de hoogste van Amsterdam.
Het Zeeburgereilandpontje – door het GVB heel prozaïsch Veer F9 genoemd – vaart tussen de Ertskade op Sporenburg en de Sluisbuurt drie keer per uur heen en weer, van maandag tot en met vrijdag van 7 tot 19 uur.
Eigenlijk heeft het wel iets dorps, vind ik, zo’n pontje. Alleen het uitzicht vanaf de pont heeft weinig dorps. Je ziet hoe hier een heel stuk nieuwe stad uit de grond wordt gestampt.
De gebruikers van de pont zijn blij met deze nieuwe, kortere verbinding. Tot begin dit jaar moesten fietsers van het Zeeburgereiland en IJburg via de Amsterdamsebrug rijden, een irritante omweg. Op zich zou zo’n omweg nog niet zo erg zijn, als deze door een lommerrijk bos was gegaan. Maar je fietst langs de drukke Zuiderzeeweg, waarbij je permanent uitlaatgassen inademt. En je moet dan ook nog eens twee drukke, gecompliceerde kruispunten met stoplichten oversteken. Met een beetje pech ben je dan al snel minstens twintig minuten kwijt.
Ik ontdek tot m’n verrassing dat het pontje nog niet als alternatief is aangegeven op Google-maps. Het pontje moet duidelijk nog wat meer bekendheid krijgen. Volgens Jasper Trebes, teammanager GVB Veren, heeft de GVB bewust op een rustig start ingezet. De vaarroute is zeer druk bevaren en het is voor het GVB en Rijkswaterstaat spannend hoe het veer hier tussendoor zou laveren. Inmiddels is de nodige ervaring opgedaan en blijkt een veilige overtocht gewaarborgd. Straks zal de hogeschool InHolland de meeste reizigers opleveren, is de verwachting.
Het pontje heeft de status ‘tijdelijk’. In de loop van zeven jaar onderzoekt de gemeente Amsterdam of er een definitieve verbinding moet komen. De term ‘tijdelijk’ is op z’n minst grappig te noemen. Hoezo tijdelijk? Gaat het pontje dan weer in 2030 verdwijnen, met het tot 50.000 inwoners groeiende IJburg en Zeeburgereiland, en de 6.000 studenten van Inholland?
Wellicht worden beide oevers ooit nog eens verbonden door een brug voor fietsers en voetgangers. Een groot deel van de inwoners zal met de fiets naar het Centrum en de rest van de stad willen rijden. Nog maar te zwijgen van de Amsterdammers die naar bijvoorbeeld het nieuwe skatepark – het grootste van Nederland – op het Zeeburgereiland of naar het strand van Blijburg willen. Tegen die tijd zullen velen wellicht nostalgisch terugdenken aan dat pontje dat ooit pruttelend beide oevers verbond.