Het Einde van de Wereld… het blijft een mooie naam voor het buurtrestaurant dat huist in de boot Quo Vadis aan de Javakade. Het restaurant is al veertig jaar actief en de naam geeft meteen al aan welke veranderingen zich de afgelopen veertig jaar in de buurt hebben voltrokken. Want dit plekje kun je nu zelfs met ongebreidelde fantasie niet meer het einde van de wereld noemen. Een betere naam zou Hart van het Oostelijk Havengebied zijn, of anders iets als Varende Oase in een Woestijn van Bakstenen, of Krakershouvast tussen het Vastgoed…

Henny Reubsaet

Als ik deze avond het voormalige vrachtschip binnenstap, op zoek naar verhalen over het 40-jarige bestaan van het buurtrestaurant, blijkt het ruim afgeladen vol. Aan een stuk of zes, zeven grote tafels zijn zo’n vijftig mensen geanimeerd met elkaar in gesprek. De informele sfeer is het eerste dat opvalt, misschien zou je het een hippie-sfeer kunnen noemen. De vrolijk gekleurde lichtjes boven de bar, de geel geschilderde tafels, de geel geschilderde wanden van de boot, samen met de originele laadvloer, de handgeschreven mededelingenbordjes en de schilderijenexpostie, het podium, aan alles merk je dat de inrichting zelfgemaakt is en organisch is gegroeid. Niet zorgvuldig alternatief gestileerd zoals huidige trendy tentjes. Gezellig!

Bestuursleden Jacques en Caroline zijn net aan hun maaltijd begonnen, dus ik ga eerst maar eens op zoek naar andere ingewijden die me iets over de boot of de activiteiten kunnen vertellen. Vanavond stond er roti op het menu, zie ik. Vega of met vlees, voor zeven of acht euro en een toetje voor 2,50. De prijzen zijn zo laag omdat het gehele restaurant door vrijwilligers gerund wordt. Twee keer per week maar liefst, op de woensdagen en vrijdagen. Op de website heb ik gezien dat er bijna elke week ook een muzikaal optreden te bewonderen valt. En dat dus al veertig jaar, heel bijzonder!

Achter de bar staan vanavond Catelijne en Ideke. Beiden al jarenlang vrijwilliger, Catelijne zelfs al zo’n 23 jaar. Zij blijkt elke tweede woensdag van de maand Poetry Musica te organiseren, waarbij dichters en troubadours komen optreden. Ze maakt zelf ook gedichten en heeft op ontelbare podia gestaan. Ze is een van de vele paradijsvogels die bij de boot horen, hoor ik later een collega over haar zeggen.

‘Hier vind je echt een warm familiegevoel’, vertelt Catelijne. ‘De tafels zijn groot en bedoeld om bij elkaar aan te schuiven en contact te maken. Zie je iemand met een mobiele telefoon in de hand? Nee, mensen komen hier echt om met elkaar te praten. En om lekker te eten natuurlijk, je proeft gewoon dat alles met liefde gemaakt is. In de zomer zit je hier perfect op het dek, dan kun je genieten van mooie zonsondergangen.’ Ideke vult aan dat het jezelf inroosteren als vrijwilliger nog fijn op een ouderwetse manier gebeurt. Er hangen papieren lijsten op het bord met alle benodigde taken: kok, lopen, afwas, vroege bar, late bar, Jannen, etc. waarbij je je naam schrijft als je tijd hebt. Geen gedoe met apps of Google-formulieren, nee gewoon ter plekke.

Catelijne Beijst

Yolly heeft vanavond ‘gejant’. Met “jannen” geven ze de taken aan die wijlen Jan altijd deed: de boot openen, stofzuigen, de tafels afnemen en borden, bestek, glazen, kannen water en brood neerzetten. En niet te vergeten de bekende kruidenboter.

Net als bijna iedereen die ik spreek, is ze ook al jarenlang betrokken bij het Einde van de Wereld. ‘Eigenlijk al die veertig jaren’, lacht ze. Met haar drie kinderen kwam ze er vroeger vaker eten. Toen was het restaurant nog gevestigd in de voormalige kantine van het havenbedrijf. Het laatste gebouw op het Java-eiland dat nog niet gesloopt was, omdat het gekraakt was. Vandaar dat het toen de naam Einde van de Wereld kreeg. Nu, na haar pensioen, is ze toegetreden tot de groep van in totaal zo’n vijftig vrijwilligers. Af en toe is ze hulpkok en af en toe is ze ‘jan’.

Claud Biemans

Claud, president van Het Einde van de Wereld, is al 37 jaar bij het buurtrestaurant betrokken. Ze heeft zelf nog als kraker boven het restaurant in het gebouw gewoond. ‘Ik zeg altijd dat ik nooit meer zo snel carrière heb gemaakt als toen’, vertelt ze met een big smile. ‘Omdat ik gratis mee mocht eten als ik er vrijwilliger werd, had ik me aangemeld als afwasser. Binnen één jaar was ik al voorzitter. President, heb ik mezelf toen maar genoemd, en dat ben ik nu nog steeds. Die functie paste blijkbaar bij me, ik hou van wisselende dingen doen. Als je naast je werk een buurtrestaurant runt moet je van alle markten thuis zijn, niet bang zijn voor bureaucratie en regelwerk en niet aan kantoortijden hechten.

‘Toen we na tien jaar een boot kregen aangeboden omdat er een lekkende olietank onder het gebouw bleek te liggen kwamen er opeens hele andere taken op ons af. De verbouwing van een kaal vrachtschip tot een knus en warm restaurant. In de begintijd van het schip was ik zelf minder betrokken, maar later werd ik weer gevraagd om voorzitter te worden. Gelukkig hadden we veel ex-krakers, bootbewoners, kunstenaars en theatermensen in onze club die allemaal veel doorzettingsvermogen en inzet hadden. En zo hebben we het als vrijwilligers toch maar mooi gered.

‘Ik ben er trots op dat we nooit structurele subsidie hebben hoeven aan te vragen, want daarom kunnen we ook niet wegbezuinigd worden. En wat ik vooral fijn vind, is dat er heel veel mensen mee opgegroeid zijn, zeg maar, en dat we daarom nog steeds zo’n warme en open sfeer weten te creëren. Het grootste verschil met de beginjaren? Alles is wat minder wild is geworden… ikzelf ook. Maar het kan ook niet anders tegenwoordig, je moet soms juridische kennis hebben om iets te kunnen realiseren, of fondsen weten te vinden. Zo hebben we een stoeltjeslift kunnen inbouwen bijvoorbeeld. Veiligheidseisen worden steeds strenger, energiekosten en belasting steeds hoger, noem maar op. Gelukkig hebben we ook goeie mensen gevonden voor die meer bureaucratische taken. Samen met een heuse kunstnavigator die voor wisselende exposities zorgt, muziekprogrammeurs, technici en de buurtkoks natuurlijk hebben we een mooi team. Het doel van ons allemaal is blije mensen maken.’

Carolien

Een veelzijdige dame dus, die Claud. Die liever op de achtergrond blijft, merk ik als ik haar vraag om te poseren voor een foto. Gelukkig krijg ik haar toch zover, met zoveel inzet voor het Einde van de Wereld kan ze in dit artikel niet ontbreken.

Inmiddels is Caroline klaar met eten. Ze vertelt dat ze sinds het begin in 1984 al bij het Einde is betrokken. Eerst achter de bar en eten rondbrengen en sinds 2009 zit ze in het bestuur. Ze woont zelf al jaren op een woonboot en is door haar expertise vooral verantwoordelijk geworden voor het onderhoud van de boot. Het achterstallig onderhoud waar ze in het begin mee te maken kreeg, is beetje bij beetje weggewerkt. Om dit allemaal mogelijk te maken verhuren we het schip voor feesten, vergaderingen en andere bijeenkomsten.

Het onderhouden van een schip blijft veel werk. De afgelopen zomer hebben ze het dak opnieuw geschilderd. ‘De coronatijd hebben we aangegrepen om het vlak aan te pakken. Dit is de stalen onderkant van het schip. Dat was een hele klus. Alle planken eruit, roest bikken en schrapen en daarna in het vet zetten. Isolatiemateriaal plaatsen en daarna alle planken weer terugplaatsen. Zeker twintig mensen hebben toen meegeholpen. Elke week een dag, allemaal op afstand en met mondkapjes. Veel mensen hadden in die tijd geen werk en mondkapjes moesten we toen toch al dragen’, lacht ze. ‘En buiten aan dek lunchen. De betere isolatie scheelde een hoop in het gasverbruik voor de verwarming.’

Elk jaar regelt Carolien in maart met de NL Doet dag de klussen voor de mensen die zich aanmelden. We pakken dan de kleinere klusjes aan zoals banken schuren en schilderen. Gangboorden en stoelen schoonmaken en de stuurhut schuren en lakken. Het kost haar veel tijd om het allemaal voor te bereiden, maar het is ook een gezellige dag en het levert soms ook blijvende vrijwilligers op. ‘, Maar we kunnen nog steeds mensen gebruiken, met name met kennis van scheepstechniek. Die kennis is steeds moeilijker te vinden.’

Jacques

De band die vanavond op het programma staat oogst applaus en ik ga op zoek naar Jacques. Hij blijkt als technicus achter de geluidsknoppen te staan. Dus die taak vervult hij ook? Ik had van Caroline begrepen dat hij verantwoordelijk is voor de verhuur van de boot en de keuken. ‘Ja, ik doe ook de techniek bij de optredens’, begint hij te vertellen. ‘Het Einde van de Wereld is mijn tweede woning, zeg maar. De verhuur van de boot gaat gelukkig heel goed. Feestjes tot zestig personen, maar ook vergaderingen van VvE’s of workshops, er vindt van alles plaats. Gisteren zelfs een herdenkingsbijeenkomst. Mensen mogen zelf hun drankjes en hapjes meenemen om de kosten te drukken. Ze moeten ook zelf zorgen voor mensen achter de bar. En geen overlast bezorgen voor buurtbewoners. Gelukkig gaat dat altijd goed, we hebben prima contact met de buren.’

Jacques woont nu zo’n dertig jaar in de buurt en kwam hier in het begin alleen maar om te eten. Het restaurant was toen al in de boot gevestigd. Toen er eind jaren negentig een nieuw bestuur moest worden gevonden is hij erin gestapt.

Nu de band al een uur speelt zijn er nog ongeveer 25 gasten aanwezig. Een aantal mensen is zo te zien voor het optreden gekomen, maar veel mensen zijn nog steeds druk in gesprek. Een vrijwilliger loopt voorbij met een emmer water richting toiletten. Ja, schoonmaken moet natuurlijk ook gebeuren aan het einde van de avond.

Tijd om te vertrekken. Als ik in het halletje mijn jas aantrek, zie ik daar een tweetal lakens liggen met een naam en datum erop. O ja, daar liggen natuurlijk de etenswaren en drankjes onder die mensen voor hun komende feest hebben ingeslagen. Of juist de lege flessen en kratten die na het feest ’s avonds niet de boot af mogen in verband met het lawaai dat dat met zich mee zou brengen. Op Het Einde van de Wereld denkt men ook aan leefbaarheid voor de omgeving.

Onder de indruk van de grote groep trouwe vrijwilligers en het feit dat er al veertig jaar ‘blije mensen’ gemaakt zijn met een low budget, fiets ik naar huis. Ik moet denken aan al die organisaties en besturen met slogans als ‘we moeten opnieuw op zoek naar verbinding’… bij het Einde van de Wereld is verbinding nooit weggeweest.

Check eindevandewereld.nl