Het eerste team van de Amsterdam Tigers is dit seizoen aangevuld met spelers uit het U19-team. Nijs Hille (17) speelde tot nu toe alle wedstrijden mee.
Lewis Daniels
Nijs groeide op met ijshockey. Zijn vader Henk speelde vroeger ook en liet hem op jonge leeftijd al schaatsen. Spelenderwijs kwam de sport daarbij. ‘Mijn vader leerde mij meteen rechtshandig te spelen, zodat ik makkelijk kan overstappen naar veldhockey. Daar wordt bijna niet linkshandig gespeeld.’ Nijs bleef op het ijs. Henk werd jeugdcoach en bracht hem naar de uitwedstrijden. ‘Mijn vader is fanatiek, maar op de goeie manier. Hij dacht altijd aan het team, wilde daarom dat ik naar alle trainingen ging en geen wedstrijden oversloeg.’ Nijs probeert dit seizoen zoveel mogelijk te spelen. Als het schema dat toelaat strijdt hij ook mee in het U19-team. Soms staat hij daardoor twee keer per weekend op het ijs.
Ondanks de volle agenda blijft er genoeg ruimte voor een sociaal leven. ‘Na een wedstrijd doen we vaak iets leuks met het team of ga ik uit. Ik voetbal graag met vrienden en we houden van een feestje. Ik ben geen gamer. Ik ben vooral dol op sport.’
Voor Nijs is ijshockey een serieuze hobby. ‘In Nederland kun je niet van deze sport leven, dus moet ik ook verder kijken. Ik weet nog niet wat ik wil. Ik hoop dit jaar te slagen voor de havo en neem daarna misschien een tussenjaar. Ik heb eraan gedacht een opleiding bij defensie te gaan volgen. Deel uitmaken van een special force lijkt mij interessant. Misschien moet ik op een moment een afweging maken. IJshockey is een fysieke sport en dat heeft risico’s. Een werkgever is niet blij als je weken thuiszit met een blessure. Voor je omgeving kan het ook zwaar zijn. Als ik ooit stop ga ik waarschijnlijk voetballen of veldhockeyen.’
Na zeven wedstrijden is Nijs tevreden met hoe het team er nu voorstaat, al zijn er nog verbeterpunten. ‘We hadden opstartproblemen De jonge en oude spelers moesten elkaar nog vinden. Nu zijn we beter op elkaar ingespeeld. Je moet elkaars spel kennen en voor het team spelen. Onze coach Ondrej Kratky begeleidt ons daar goed bij. Hij ziet waar hij op moet inspelen.’
‘Het grootste probleem is dat we te veel kansen verspelen. We zijn een sterk team en als we merken dat we beter zijn dan de tegenstander spelen we soms te makkelijk. De wedstrijd tegen Dordrecht hebben we onderschat. Daardoor waren we niet alert genoeg en daar hebben ze van geprofiteerd. Andere keren doen we juist te moeilijk. Dan beginnen we een ingewikkeld spel in plaats van simpel te passen. Jammer en niet nodig. Soms maken we te veel fouten. Tijdens de wedstrijd in Groningen, misschien wel onze beste tot nu toe, schaatste ik steeds verkeerd in. De laatste wedstrijd tegen Heerenveen was erg spannend en liep goed voor ons af, toch hadden we met onze capaciteit ruimer moeten winnen.’
Nijs ziet de afloop van het seizoen met vertrouwen tegemoet. ‘We staan op de eerste plek in onze poule. Als we de komende maanden eraan werken de kansen die we creëren goed af te maken komen we dit seizoen heel ver.’