De Oosterkerk in Amsterdam. Wat te doen met dit voormalig godshuis? Nu is er weer gedoe tussen een balletorkestje, dat de kerk als oefenruimte wil annexeren en een organisatie die zich huis van verbinding noemt, waarschijnlijk een verpleegstersopleiding. Die twee clubs wil men daar stallen, maar ze schijnen niet samen door een deur te kunnen.
De oplossing is simpel, wegwezen die twee probleemzoekers en maak eindelijk van die kerk iets waarvoor hij uitermate geschikt is: een tempel voor de helden van de jaren 60 van de vorige eeuw, allemaal dood, maar ze mogen niet vergeten worden. En allemaal leefden en werkten ze op een boogschut van de Oosterkerk.
Maak van die Oosterkerk een tempel om onze helden uit de jaren zestig van de 20e eeuw te eren. Helemaal te wauw. Een blitse totaalervaring, helemaal in de sfeer van die tijd. Vloeistofprojecties, geestverruimende middelen, hippiemode, sitarmuziek, wierook, blote dans en dagelijks een happening. Instant karma. Instant succes. De Oostelijke Eilanden in Amsterdam zijn hiervoor de logische locatie.
Hier lag de boot van de Lowlands Weed Company van Kees Hoekert, het eerste openlijke soft drugs verkoperde bedrijf in ons polderlandje. Hier woonde anti-rookmagiër, icoon van de jaren zestig en schreeuwlelijk Robert Jasper Grootveld. In de gracht liggen nog immer zijn eilanden van piepschuim. Johnnie the Selfkicker, schrijver, dichter, poëet, woonde er ook met zijn muze Yvonne. Cor Jaring, die fotograaf die hippe jaren zestig op de gevoelige plaat vastlegde, werd hier geboren en had hier aan het eind van zijn leven een laatste tentoonstelling. En Aatje Veldhoen, de meest spraakmakend kunstenaar van die hippietijd woonde er nog in een huis dat op zichzelf al een museum was. Onwijs gaaf.
Nu is het moment om hun plaats in de geschiedenis te verankeren en dit geweldige idee ten uitvoer te brengen. Het is tijd om deze droom werkelijkheid te laten worden. Te gek. Om te eren wie ere toekomt. Onze helden van de jaren zestig van de twintigste eeuw. Mensen die zo ongelofelijk veel hebben betekend voor Amsterdam. Hun inspiratie, hun gedachten, hun werk en hun leven aan onze mooie stad hebben geschonken. Opdat ze niet vergeten worden.
En zo wordt tegelijkertijd een nieuwe grensverleggende toeristenattractie gecreëerd, die van heinde en verre bezoekers zal trekken. Die zich helemaal in de sfeer die tijd kunnen onderdompelen. Kassa, weet je wel. Ik kwam met idee al in 2015, sindsdien is er geen actie ondernomen en heerst de Jan Saliegeest. Veel geouwehoer, weinig actie. Het kan daarom nog steeds.