Home Oud Nieuws Oud Nieuws | Hier kent de directeur zijn patiënten nog

Oud Nieuws | Hier kent de directeur zijn patiënten nog

0

Oud Nieuws | 24 maart 1966 – In 1879 was f 72.000 nog voldoende om een ziekenhuis te beginnen; op het ogenblik is voor het stichten van een ziekenhuis met 250 bedden („middelgroot” van omvang) zeker 25 miljoen nodig. Het Burgerziekenhuis aan de Linnaeusstraat in Amsterdam is in 1879 met f 72.000 begonnen. Het telt nu 250 bedden. Op 18 maart werd het 75-jarig jubileum gevierd.

Een jubileumcomité, waarvan de hoogleraar prof. dr. W. van Enst voorzitter was en de timmerman R. Smid secretaris, heeft geld bijeengebracht voor een centraal oproepsysteem. Voor ditzelfde doel is een grammofooniplaatje verschenen, waarop de zangeres Arme Visser, oud-patiënte, aan de ene kant Land of Hope and Glory zingt en Gerard Cox aan de andere kant Wonderen. Men krijgt het toegestuurd na bestelling per briefkaart aan het Burgerziekenhuis, Linnaeusstraat 89, Amsterdam met bijplakkinig van ƒ 3.50 in postzegels op de adreszijde.

De datum 18 maart is twee keer van groot belang geweest in de geschiedenis van het Burgerziekenhuis. Op 18 maart 1879 werd begonnen aan de Keizersgracht tegenover de Westermarkt (de inrichting van de kamers, die ontruimd moesten worden, kan men nu bewonderen in het Stedelijk Museum). Op 18 maart 1891 vond met grote plechtigheid de opening plaats van het nieuw gebouwde ziekenhuis aan de Linnaeusstraat.

RELIEF
Het is dus dit gebouw, dat zijn jubileum viert. Het bezit o.m. een in marmer gehouwen reliëf (door Pier Pander) van dr. A. W. C. Berns en mevrouw Berms-Van Rees. Nadat dr. J. J. Bos het initiatief had genomen voor de stichting van het ziekenhuis, werd dr. Berns de eerste geneesheer-directeur. Zijn vrouw was de eerste adjunct-directrice. Niet minider dan tweehonderd kunstenaars lieten in Arti werk van hun hand veilen om de bouw van het ziekenhuis mogelijk te maken, nadat het huis aan de Keizersgracht al gauw te klein was gebleken. Het was het eerste moderne ziekenhuis in Amsterdam, ontwerp: ir. A. L. van Genot, toen een beroemdheid. Het ziekenhuis kon als het beste van Europa worden beschouwd.

Doel was, aan zieken voornamelijk uit de burgerstand (vandaar de naam) geneeskundige hulp en verpleging te verschaffen. Het Burgerziekenhuds was en is een neutraal, particulier ziekenhuis, uitgaande van de vereniging Burgerziekenhuis Amsterdam, die van de overheid geen subsidie ontvangt. Het ziekenhuis werd 75 jaar geleden aan de rarud van de stad gebouwd, omdat men dacht dat de atmosfeer daar gezonder was. Nog altijd is iets van de buiten-sfeer bewaard gebleven, o.a. in de mooie tuin, waar de verpleegsters kunnen zonnebaden — men zegt dat de treinen;, die er langs rijden, scheef hangen als dit gebeurt.

REVALIDATIE
Er bestaan ziekenhuizen in Amsterdam, die vier keer zo groot zijn, maar het Burgerziekenhuis is het grootste neutrale, algemene ziekenhuis. Een bijzonderheid is de revalidatiekliniek voor ernstige ongevalspatiënten van de Sociale Verzekeringsbank. In zijn wedloop om de zeer snelle ontwikkeling van de medische wetenschap bij te houden heeft de jubilerende instelling hoogtepunten gehad en inzinkingen gekend. In het bestuur is C. J. baron Schiimmelpenninck van der Oye (voorzitter) nu al 35 jaar de grote stuwkracht. Geneesheerdirecteur is dokter D. Spoelstra (40), onder wiens leiding een door hem in 1960 ontworpen vijfjarenplan is uitgevoerd en die in net jubileumjaar 1966 een nieuw, miljoenen vergend vijfjarenplan gereed heeft liggen.

Personeelschef van het Burgerziekenlhuis (300 personeelsleden) is Theo J. van der Wal. Hij heeft 27 boeken op zijn naam staan, romans, verhalen en beschouwingen over grafologie. Er is maar weinig dat hij niet weet over verleden, heden en toekomst van het Burgerziekenlhuis, en over het te vieren jubileum.

KLEINE ZALEN
Over het Burgeraiekenhuis zegt hij 0.m., dat het in zijn huidige vorm het moderne met het oude verenigt. Er zijn geen grote zalen; acht personen is het maximum. Men kent er nog de geneesheerdirecteur. Voor de verpleegsters en de patiënten is de tuin aantrekkelijk; dit ziekenhuis is geen steenklomp. De saiarispost alleen al bedraagt twee miljoen. Grote tekorten zijn er nooit geweest („We kijken altijd heel erg goed uit”). Over de gedachte nu, na 75 jaar, een geheel nieuw ziekenhuis te bouwen zegt Van der Wal: „Doen wij het op dit terrein, dan komt het ziekenhuis een jaar of tien stil te liggen, en dan is het bijvoorbeeld de vraag, of na die tien jaar onze specialisten terugkomen. Dan maar bouwen op een ander terrein? Neen. De plaats waar het Burgerziekenhuis nu staat is prachtig.”

Bron Het Parool
Foto Stadsarchief Amsterdam