Oud Nieuws | 5 december 1938 – Na de laatst gehouden vergadering van obligatiehouders van „Artis”, waarop het bestuursvoorstel tot verkoop van grond en opstal aan de gemeente is verworpen, heeft men soms zeer pessimistische klanken over het voortbestaan van den Amsterdamschen dierentuin gehoord. Wij hebben hierover het oor nog eens te luisteren gelegd bij enkele tot oordelen bevoegde personen, die zeer zeker van oordeel waren dat de groep De Vries, die voor de verwerping van het bestuursvoorstel heeft geijverd, een groote verantwoordelijkheid op zich heeft geladen, maar dat, hoewel de toestand van „Artis” zorgen geeft, voor al te donker pessimisme geen plaats is.
Men gelooft te mogen zeggen dat de voorzitter van „Artis”, de heer Robert May, in zijn streven, de zaken aan obligatiehouders niet mooier voor te stellen dan zij zijn, vervallen is in een al te sombere schildering, juist opdat het bestuur later geen enkel verwijt zou kunnen treffen. Daarom deed de heer May ook de op dat ogenblik zakelijk volkomen verantwoorde mededeeling, dat einde dezer week de middelen zouden ontbreken om de dieren te voederen en de loonen te betalen.
Gelukkig echter heeft „Artis” intusschen de beschikking gekregen over fondsen, waardoor de regelmatige exploitatie en verzorging van den dierentuin voorloopig zijn verzekerd. En zelfs is het niet onwaarschijnlijk, dat men daar nu reeds voorbereidingen kan gaan treffen voor neuwe attracties, die, naar te hopen, het volgende seizoen het bezoek zullen stimuleeren. Afgezien van; vergaderingen en besprekingen met den burgemeester, waarvan men op een gelukkig resultaat hoopt, kan „Artis” alsnog open oog houden voor de toekomst.
Te sombere beschouwingen over het voortbestaan van „Artis” zouden bijvoorbeeld tot het nadeelig gevolg kunnen leiden, dat leden zouden gaan bedanken. Daar is voorloopig niet de minste aanleiding toe, temeer als men bedenkt dat, na oplossing van de moeilijkheden, het Artis-Reddingscomité zijn ingezamelde gelden beschikbaar kan gaan stellen voor verbeteringen, moderniseeringen en verfraaiingen van den tuin.
Van verschillende kanten werd ons verzekerd, dat op dit oogenblik niets noodlottiger zou kunnen zijn dan een bepaald defaitisme ten opzichte van „Artis”. De moeilijkheden z’n groot, maar rechtvaardigen geenszins wanhoop, welke degenen, op wier steun „Artis” steeds heeft kunnen bouwen, zou kunnen doen bewegen zich nu af te keeren.
De exploitatie kan op gewone wijze worden voortgezet. Men mag hopen, dat de bespreking, welke het Artis-bestuur dezer dagen met de stedelijke overheid zal hebben, een resultaat oplevert, dat, mede met het oog op houding en verlangens van de groep De Vries, het voortbestaan van „Artis” zal kunnen verzekeren.
Bron Algemeen Handelsblad
Foto Stadsarchief Amsterdam