Op 82-jarige leeftijd is zanger Rob de Nijs overleden. Hij werd geboren op Tweede Kerstdag 1942 in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG Oost). Zijn wieg stond in de Linnaeusstraat op nummer 72, recht tegenover het Sportfondsenbad Oost, waar hij op zondagen ging zwemmen. In de straten van de Transvaal- en Oosterparkbuurt groeide hij op als zoon van een autorijschoolhouder en later werd hij omringd door de geluiden van de stad die later in zijn muziek zouden doorklinken.
Zijn astmatische bronchitis zorgde ervoor dat hij op zesjarige leeftijd naar de Openluchtschool aan het Oosterpark ging. Muziek werd al snel zijn uitlaatklep. Op achtjarige leeftijd begon hij met accordeonles en later volgde de cabaretschool in Betondorp, waar hij muzikanten ontmoette met wie hij zijn eerste band vormde: Robby & The Apron Strings.
De echte doorbraak kwam in 1963 met het nummer ‘Ritme van de Regen’, een hit die hij maakte met zijn tweede band Rob de Nijs & The Lords. Een jaar eerder had de band een talentenjacht in het Concertgebouw gewonnen, wat hen een platencontract opleverde.
Rob de Nijs beleefde in de jaren 70 een nieuwe bloeiperiode dankzij de samenwerking met Boudewijn de Groot en Lennart Nijgh, wat resulteerde in hits als Malle Babbe, Jan Klaassen de Trompetter en Dag Zuster Ursula.
Vanaf de jaren 80 werkte hij samen met tekstschrijfster Belinda Meuldijk, met wie hij later trouwde. Dit leverde nieuwe successen op, waaronder Alles wat Ademt en zijn enige nummer 1-hit Banger Hart in 1996. Met zes Edisons, een Gouden Harp en een Ridderorde in de Orde van de Nederlandse Leeuw op zijn naam, heeft Rob de Nijs een onuitwisbare indruk achtergelaten in de Nederlandse muziekgeschiedenis.
De fans Sophia en Erika gingen in het verleden vaak naar optredens van Rob de Nijs en kwam laatst nog ‘deze foto van heel lang geleden’ tegen toen ze naar de Musical over het leven van Rob de Nijs gingen. ‘We zongen toen al zijn liedjes mee in de Vijverhut samen met mijn nicht Erika’, vertelt Sophia. ‘Maar als ik nu ruim 40 jaar later de radio aanzet, zing ik nog steeds alle hits mee, net als mijn broers. Hij heeft een prachtig nalatenschap.’
In 2011, Ter gelegenheid van zijn 50-jarig jubileum als artiest, keerde Rob in 2011 terug naar zijn oude buurt. Hij bezocht zijn ouderlijk huis, de openluchtschool en de HBS aan het Oosterpark en wandelde door de straten die hem hadden gevormd. ‘Alles is anders, maar toch hetzelfde’, mijmerde hij toen.
