Het Scheepvaartmuseum heeft na vier jaar voorbereidingstijd een nieuwe vaste tentoonstelling: Schaduwen op de Atlantische Oceaan. Het laat zien hoe de geschiedenis van onze scheepvaart en het koloniale geweld onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. En welke impact dit had en heeft op onze samenlevingen.
Anne-Mariken Raukema
De focus op de koloniale geschiedenis is vrijwel altijd naar het oosten gericht geweest; veel meer mensen – en niet alleen oud-premier Balkenende – kennen de VOC dan ook beter dan de WIC. Mede daarom koos het Scheepvaartmuseum nu eens voor een blik de andere kant op. Daarbij is gebruikgemaakt van de omvangrijke eigen collectie – het Scheepvaartmuseum in Amsterdam heeft een van de grootste maritieme verzamelingen ter wereld – maar heeft ook vijf kunstenaars uitgenodigd te reflecteren op het thema van slavernijverleden.
De nieuwe tentoonstelling past in een ontwikkeling die het museum onder een andere directie al begin deze eeuw inzette. Tijdelijke tentoonstellingen als Schepen en slaven (2001), een over slavenschepen (2013), MS Oranje en Mensen op zee, gingen deze eigenlijk al voor. Ook in de vaste opstelling van het museum is het perspectief van zowel de getoonde objecten als de toelichting westers. Niet voor niets hebben directeur Michael Huijser en zijn team gekozen voor een gastconservator met een niet-westerse achtergrond: Dyoñna Benett. Ook alle vijf kunstenaars die zij op haar beurt koos hebben een niet-westerse achtergrond. Net als overigens de dames die beneden de toiletten schoonmaken…
Zonder schepen geen kolonialisme
Even een stapje terug. In de 17e eeuw was de Atlantische Oceaan de snelweg van de wereld. De replica van de Amsterdam, het schip dat de ‘Oost’ nooit zou halen en voor de Engelse kust bij Hastings verging, is vandaag de dag een toonbeeld hiervan. Handelaren, vissers, soldaten en kolonisten maakten vanuit Europa per schip de oversteek. De jacht op winst zou grote gevolgen hebben voor zowel mens als natuur. Zowel in de oostelijke kolonien (Nederlands-Indië) als in de westelijke (Suriname, de Caribische eilanden).
Museumcollectie en menselijke verhalen
Schaduwen op de Atlantische Oceaan wil met name de gewone mens tonen, dus niet weer de rijke kooplui, de bovenlaag die aan de grachten woonde, maar mensen die gedwongen moesten verhuizen, hun land verlaten, gevangen werden genomen en soms wisten te ontsnappen, of niet. De bronnen van het vooronderzoek zijn Europese, schriftelijke bronnen. De gastconservator is nadrukkelijk trots op de zorgvuldigheid waarmee de zaalteksten en bijschriften zijn opgesteld, maar dat lijkt me een open deur. Dat is de taak van de (gast)conservatoren, om niet te vervallen in het domein van de ‘sociaal wenselijkheid’.
Uit de vaste collectie zijn objecten te zien zoals schilderijen uit de 17e en 18e eeuw, en groot model van het schip D’Keulse Galy. Schepen als deze werden gebruikt om tot slaaf gemaakten uit West-Afrika naar de koloniën in Amerika te ontvoeren. Dit scheepsmodel laat zien hoe zo’n schip eruitzag, maar kan niet verhalen over de ervaringen van de mensen aan boord. Daarom zijn video’s met verhalen over historische personen en interviews met experts te zien. Zo krijgen de voorwerpen uit onze collectie een andere, aanvullende betekenis. Ook sieraden, glas- en keramiekwerken, kaarten, zilveren voorwerpen, boeken, wapens, prenten vertellen het verhaal.
Dat de expositie vooral een jongere doelgroep, de onderbouw van het voortgezet onderwijs, wil bedienen, getuige ook de opdrachten of familievragen die er hangen. ‘Welke rol speelt de zee in jouw familiegeschiedenis?’ of ‘Wat weet jij over racisme? Deel je gedachten met elkaar. De jongste mag beginnen.’
Kunst als reflectie
De werken van de vijf jonge kunstenaars tonen hoe de koloniale geschiedenis doorwerkt. Lisandro Suriel maakte eerder foto’s die nu getoond worden. Nieuw is een grote video op liggen, rond scherm, die ook laat zien hoe de Afrikaanse identiteit nog opgeld doet. Fotograaf Atong Atem maakte speciaal voor deze tentoonstelling indrukwekkende grote foto’s in zwart-wit. Manuwi C Tokai bouwde een installatie waarbij hij foto’s van mensen uit Nieuw-Guinea plaatste rond een beeld en van Robin Hoed zijn twee kleurrijke schilderijen te zien. Wouter Pocornie tenslotte toont een (deels bestaand, deels nieuw) blauw wandvullend werk – media montages noemt hij die zelf – over de reacties in kranten over de Surinaamse gemeenschap in de Bijlmer.
Vier nieuwe vlaggen
Terwijl binnen de tentoonstelling kan worden bezocht, wapperen op het schip de Amsterdam vier nieuwe vlaggen, waarvoor de stichting Sites of Memory verantwoordelijk is. Zij maken sinds acht jaar voorstellingen over koloniale geschiedenis en hebben twee jaar geleden nieuwe vlaggen voor deze replica laten maken – VOC-vlaggen. Nu zijn deze vervangen door vlaggen met allemaal bloemmotieven in geelwit op een zwarte achtergrond. Die bloemen verwijzen naar rouwrituelen uit verschillende uithoeken van de wereld en staan voor leven en een nieuwe toekomst.
Heel gevarieerd, er is veel te zien, biedt veel informatie en een andere blik. Soms is het goed eens de andere kant op te kijken. Dat is niet hetzelfde als wegkijken.