‘Oost mag zich gelukkig prijzen met vier onafhankelijke buurtmedia,’ zegt Joost van der Vaart, redacteur van buurtblad de IJopener, ‘maar hun positie is wankel. Als ze omvallen zijn ze weg en komt er niets anders voor in de plaats. Buurtbewoners hebben dan geen toegang meer tot onafhankelijke informatie over de gemeente. Dat is slecht voor de lezers en de lokale politiek.’
Martien van Oorsouw
Na een lange carrière in de journalistiek streek Joost van der Vaart neer in het Oostelijk Havengebied. Hij hoefde niet lang na te denken toen hij een vacature van de IJopener zag. Ruim vier jaar is hij redacteur. ‘Het blad zag er prima uit en ik vond de kwaliteit van de stukken uitstekend’, zegt Van der Vaart. ‘Wel viel het me op dat ook in de IJopener, zoals in veel gedrukte media, niet zelden in de eerste persoon enkelvoud (‘ik’) wordt geschreven. Als ouderwets journalist, die gewend is zichzelf buiten het artikel te houden, doe ik dat zelf liever niet. Eén verzoek voor dit verhaal: als er maar geen ‘ik’ in de kop staat.
De IJopener komt vijf keer per jaar uit en wordt verspreid in het Oostelijk Havengebied, IJburg, de Sluisbuurt en de Indische Buurt. De krant wordt gemaakt door vrijwilligers en schrijft over cultuur, politiek, ondernemers, kunst, stadsontwikkeling, geschiedenis, kortom over alles wat op het pad van de redactie komt waarvan ze denkt dat buurtbewoners er graag over willen lezen. Joost van der Vaart: ‘Met een medium probeer je mensen enthousiast te krijgen voor hun buurt. Je maakt inzichtelijk wat er in de buurt gebeurt en hoe politiek, ondernemers en andere instanties ertegenover staan.’
Lokale media en de buurtpers zijn de laatste jaren alleen maar afgekalfd, en wat is ervoor in de plaats gekomen? ‘Sociale media hebben meestal een pure nieuwsfunctie, het stadsdeel duwt elke maand een mededelingenblad in de brievenbus, maar die zijn niet onafhankelijk. De nieuwsvoorziening op buurtniveau vanuit het perspectief van bewoners is in meerdere opzichten wankel: ze is in handen van vrijwilligers en de financiële positie is onzeker. En als een buurtkrant eenmaal omvalt, is – ie weg en komt er niets voor in de plaats. Dan is er niemand die onafhankelijk verslag kan doen van de lokale ontwikkelingen en politiek.’
‘We schrijven over dingen die de buurt bezighouden.’
‘Er wordt veel gepraat over de teloorgang van lokale – en buurtjournalistiek’, zegt van der Vaart, ‘Ik heb de indruk dat de politiek begint in te zien dat onafhankelijke lokale media belangrijk zijn voor zowel de lezers als de lokale politiek. De aangekondigde bezuinigingsronde is ongedaan gemaakt, we hebben nog een jaartje subsidie gekregen. Het is alleen jammer dat je geen plannen voor de langere termijn kunt maken omdat je positie zo onzeker is. Daar zou het stadsdeel wel wat aan kunnen doen. We schrijven over dingen die de buurt bezighouden. Bewoners willen graag onafhankelijke en betrouwbare verhalen lezen die recht doen aan hun buurt. Qua informatievoorziening zit het stadsdeel voor een appel en een ei op de eerste rang, maar het onderschat de waarde van een blad dat door en voor de buurt gemaakt wordt. Dat maakt de relatie tussen lokale politiek en lokale pers onevenwichtig.’
‘Een combinatie van papier en online is het mooist’
‘We vroegen ons af hoe we aandacht aan de gemeenteraadsverkiezingen zouden moeten besteden. Wat heeft het stadsdeel de afgelopen vier jaar betekend? Bestuurders dreigen veredelde ambtenaren te worden. De betere bestuurder is er voor de bewoners. Als hij of zij dat naar eer en geweten doet, volgt een carrière vanzelf wel. De IJopener schreef over het Oostelijk Havengebied waar mensen van heinde en verre ‘s zomers massaal naartoe komen om te zwemmen, met alle lawaai en overlast van dien. Dat is een moeilijke paradox, bewoners zwemmen namelijk zelf ook graag. Verstandige bestuurders hebben een idee over oplossingen en proberen mensen ervan te overtuigen dat hun ideeën werken. Daar worden ze voor betaald. De kwestie met de zwemoverlast loopt nog steeds, ik ben benieuwd hoe het komende zomer eruit zal zien.’
‘Een combinatie van papier en online is het mooist. Mensen zijn aangenaam verrast als de krant in de bus komt, ze lezen ons goed – dat moet je niet onderschatten. Ik kom uit de journalistiek, ik geloof in de scheiding tussen redactie en advertenties. De lezer is het uitgangspunt, dus die kijkt met meer belangstelling naar de advertenties als de krant als verrassing in de bus is gevallen. Dat is waardevol voor winkeliers en andere adverteerders. Het stadsdeel zou zich daarvan meer bewust moeten zijn. Ook ze zouden als adverteerder gebruik kunnen maken van een buurtblad als de IJopener.’
‘Je moet de taaiheid van de buurtmedia niet onderschatten’
‘Over de toeloop van mensen die willen schrijven over hun buurt maak ik me niet zo druk,’ zegt Van der Vaart, ‘Er zijn altijd mensen die voor een buurtkrant willen werken. Ik ben minder optimistisch over de gemeentelijke subsidies: je kunt geen plannen maken als de stekker er steeds dreigt te worden uitgetrokken. Elke keer moeten we ons in bochten wringen om de krant uit te brengen. Je moet een soort bestaanszekerheid hebben om de vaste kosten voor drukker, distributie en vormgeving te kunnen opbrengen. De wisselvalligheid van de politiek speelt de lokale media niet in de kaart. Tegelijkertijd moet je de taaiheid van de buurtmedia niet onderschatten. Je moet door een muur gaan om het bestaan van de krant veilig te stellen, en hopen op wonderen.’ De lezers van de IJopener werden gemobiliseerd, doneeracties leverden geld op. ‘Het stadsdeel blijkt gevoelig voor lezersacties.’
‘Eigenlijk zou het stadsdeel Oost trots moeten zijn op de vier buurtmedia hier: IJopener, Dwars door de buurt, De Brug en oost-online. Buurtkranten kunnen alleen bestaan van advertenties, donaties, subsidies of een combinatie daarvan. Het eerste wat winkeliers deden tijdens de lockdown was stoppen met adverteren. De IJopener verloor het grootste gedeelte van z’n inkomsten. Met kunst en vliegwerk hebben we de krant uit kunnen brengen.’