Onder een felle zon en een strakblauwe lucht vond dinsdagmiddag in het Oosterpark de Nationale Herdenking van het Nederlandse slavernijverleden plaats. Onder de bomen en langs het pad stroomden al vroeg mensen toe, veel gasten rond het monument kregen witte paraplu’s om zich tegen de hitte te beschermen. Voor het grote scherm zaten bezoekers aan de randen van het veld, op zoek naar een strookje schaduw. De sfeer was ingetogen, maar krachtig – een dag van herinneren, erkennen en oproepen tot actie.
De kleurrijke optocht naar het monument, met dans en muziek, markeerde het begin van de ceremonie. Nabestaanden, organisaties en stadsgenoten verzamelden zich in groten getale rondom het Slavernijmonument. Niet alleen om stil te staan bij het verleden, maar vooral om te spreken over het heden en de toekomst.
Centraal in de herdenking stond de oproep tot daadwerkelijke verandering. De excuses van premier Rutte en koning Willem-Alexander twee jaar geleden waren volgens meerdere sprekers een begin, maar onvoldoende. Er moet een einde komen aan de achterstelling van nazaten van tot slaaf gemaakten, benadrukten onder anderen Wendeline Flores van het NiNsee en voormalig premier van Sint-Maarten Silveria Jacobs. ‘Zonder structurele investeringen blijft de ongelijkheid bestaan’, waarschuwde Flores. ‘En de kosten daarvan – denk aan de druk op de zorg – lopen alleen maar op.’
Burgemeester Femke Halsema wees op het feit dat de geschiedenis geen rechte weg volgt. ‘Het witte superioriteitsgevoel steekt opnieuw de kop op’, zei ze. Toch blijft ze hoopvol: ‘Uiteindelijk is er maar één uitkomst mogelijk: de inlossing van de universele menselijke belofte van vrijheid voor allen.’
De woorden waren helder, de boodschap onmiskenbaar. Terwijl de zon bleef branden, werd de olifant in de kamer niet geschuwd: erkenning vraagt om daden, niet slechts symboliek.