Honk- en softbalclub OVVO die speelt op sportpark Middenmeer Voorland is een van de oudste verenigingen in Nederland. De coronacrisis heeft deze Mokumse trots nog meer in de problemen gebracht. De overgebleven leden zijn ervan overtuigd dat er voor deze zomersport toch een goede toekomst. Een fusie of samenwerking met TIW Survivors is mogelijk. Op eigen kracht moet OVVO, dat in het roemruchte verleden regelmatig landskampioen werd, ook kunnen blijven bestaan als gezonde club voor jong en oud.
Honkbal | Bert van Galen
Oorspronkelijk was de vereniging een onderdeel van de gelijknamige voetbalvereniging, waar men in 1915 voor de voetballers een zomersport erbij wilde. Al voor de laatste wereldoorlog speelde men hoofdklasse. De succesjaren waren vooral in de jaren vijftig van de vorige eeuw toen het eerste honkbalteam zesmaal de landstitel behaalde.
Op het prachtige complex is de jeugdafdeling ondertussen druk aan het trainen. Bestuurslid Casper Stokhuyzen weet dat zijn club een goede naam heeft. ‘Dat is grotendeels te danken aan onze lange en rijke geschiedenis. Wij bestaan al meer dan honderd jaar! Ik ben wel eens vaker aangesproken door leden bij andere verenigingen met een anekdote over OVVO – een oom of broer die er heeft gespeeld, wedstrijden van vroeger, of zelfs dat ze er als kind hebben gespeeld.’
‘De honkbalgemeenschap in Nederland is relatief klein en heeft een lang geheugen. Onze landstitels liggen nu ver in het verleden maar OVVO staat er nog om bekend. Bij de vorige Haarlemse Honkbalweek was er veel terug te vinden over OVVO in het museum in het Pim Mulier-stadion. Dat is natuurlijk erg tof om te zien als lid. Het is voor mij belangrijk dat we de naam van OVVO eer doen en hooghouden, mede om daarmee respect te tonen voor onze geschiedenis, maar ook om voor een goede toekomst te zorgen.’
Hij is zich ervan bewust dat dit een heel moeizaam jaar is. ‘De corona-uitbraak kwam als een nare verrassing, juist vlak voordat het seizoen zou opstarten. Opeens word je geconfronteerd met het feit dat je de leden minder te bieden hebt. Geen competitie, geen trainingen, geen evenementen. Het is dus zaak om goed te communiceren. Wij zijn door de corona geen leden kwijtgeraakt en kunnen inmiddels weer trainen. Binnenkort begint de competitie en kan de kantine gaan draaien, dus dan gaat het weer de goede kant op.’
‘Financieel hebben we wel een klap gehad omdat wij de helft van ons seizoen hebben gemist maar dat zie ik alleen maar als een kans om creatiever te zijn met hoe de vereniging levensvatbaar blijft. Weg van de afhankelijkheid op ledencontributies en beter nadenken over wat OVVO haar leden, maar ook de buurt, te bieden heeft. Uiteindelijk was het solidariteit van onder andere de leden en de gemeente die ons boven water hebben helpen houden.’
Gelukkig staat de jeugdafdeling goed overeind. Hoe krijgt OVVO dat voor elkaar? ‘Daar spelen volgens mij meerdere factoren. Ten eerste is Amsterdam Oost een jong en dynamisch stadsdeel, waar veel jonge gezinnen wonen. Dat betekent dat er veel kinderen zijn die op zoek zijn naar een hobby en dankzij de diversiteit aan sport in Oost hoeven ze niet alleen voor voetbal of hockey te kiezen. Ik zie ook dat Amsterdam als geheel internationaler wordt, met veel expats en studenten. Over het algemeen zitten daar al meer mensen tussen die bekend zijn met honkbal dus dat maakt ze eerder geneigd om het te overwegen.’
‘Als vereniging proberen wij zo open mogelijk te zijn voor nieuwe leden. Kinderen trainen vaak eerst een paar keer mee voordat ze hoeven te beslissen of ze lid willen worden dus ze kunnen echt meemaken of het iets is ‘dat ze leuk vinden. Wat ik ook erg belangrijk vind is dat onze honkbalsenioren de jeugd trainen, dus je bouwt sterkere banden tussen je leden en leeftijdsgroepen en de kinderen krijgen les van ervaren, spelende honkballers. Daar kunnen ze naar opkijken en hopelijk bereiken ze zelf later ook dat niveau.’ Het bestuurslid wil ook nog een misverstand uit de weg ruimen. ‘Ondanks de lange en rijke geschiedenis van de vereniging – er zijn er weinig die ons dat nadoen. We zijn echter niet de oudste. Quick is nog ouder dan wij. De lange en roemrijke lijst namen die voor OVVO zijn uitgekomen is vrijwel uniek.’
Toen Casper Stokhuyzen elf jaar geleden bij OVVO begon viel het hem op hoe divers de club was. ‘Hoewel we nu kleiner zijn dan toen, hebben we nog steeds een breed scala aan leeftijden, afkomst, beroepen. Dit is altijd vanzelfsprekend geweest maar ik denk dat we dit beter kunnen uitdragen. Ik heb mij altijd thuis gevoeld doordat ik zag dat het echt niet uitmaakte hoe je sprak, hoe je eruit zag of zelfs hoe goed je was. Een lid van OVVO is een lid van OVVO. Dat zal ook zo blijven. Als wij landskampioen konden worden door onze diversiteit op te offeren, dan hoeft OVVO die beker nooit meer te tillen – dat is het niet waard. Liever een plek waar iedereen zich thuis voelt en welkom is. Verder denk ik dat veel van de kwaliteiten van OVVO door ontzettend veel honkbalverenigingen worden gedeeld – wij mogen dan wel een eigen smaakje hebben maar dat neemt niks weg van onze sportieve rivalen.’
De toekomst ziet de bestuurder positief in. ‘Er wordt door de gemeente geïnvesteerd in onze velden om ze te verbeteren, wij hebben een enthousiast bestuur en trouwe leden. Ook zijn wij de enige honkbalclub in Amsterdam met ruimte om te groeien, dus wij willen ons richten op het werven van nieuwe leden. Gelukkig staat de gemeente Amsterdam voor sportdiversiteit en daar worden wij erg door gesteund. Ik denk dat ons grootste probleem en grootste kans ligt in de ongebruikte capaciteit. Wij zouden als club veel groter kunnen zijn en daarmee honk- en softbal aan veel meer mensen kunnen bieden. Volgens mij zijn er genoeg mensen in Amsterdam die van honkbal en softbal houden (of gaan houden!) om dat voor mekaar te krijgen. Ik denk dat wij de komende jaren zullen blijven groeien en ontwikkelen en ik kijk uit naar waar wij over vijf jaar zullen zijn.’