Studenten leveren een belangrijke meerwaarde voor de stad op zowel maatschappelijk als economisch gebied. Dit is de uitkomst uit twee onderzoeken in opdracht van Kences, de brancheorganisatie van twaalf sociale studentenhuisvesters in Nederland.
Studenten leiden een actief bestaan en doen veel vrijwilligerswerk. Twee op de drie studenten doen vrijwilligerswerk bij studie- of studentenvereniging, sportverenigingen, culturele instellingen en welzijnsorganisaties. Vergeleken met alle inwoners zijn studenten dus koploper. Het landelijk gemiddelde voor vrijwilligerswerk ligt namelijk op 47 procent. Als we dat vertalen naar alle studenten die op kamers wonen, gaat het in de studentensteden om ruim 240.000 vrijwilligers!
Studenten willen graag meer doen voor hun wijk
Eén op de vijf studenten heeft een uitgesproken behoefte om meer te betekenen voor mensen in hun woonomgeving. Deze bereidheid ligt nog hoger bij internationale studenten, ruim één op de drie. Studenten willen vooral meer betekenen voor kwetsbare buurtbewoners, voor duurzaamheid en groen in de buurt of voor meer ontmoeting. De belangrijkste redenen waarom studerende buurtbewoners niet meer doen dan ze zouden willen, zijn tijdsgebrek, dat ze vaak niet weten waar ze terecht kunnen om zich aan te melden of wat ze kunnen bijdragen en dat zij niet weten of mensen wel behoefte hebben aan hun inzet.
Buurtbewoners zien studenten liever niet vertrekken
Buurtbewoners waarderen de levendigheid en diversiteit die studenten met zich meebrengen. Dit maakt dat zij studenten liever niet zien vertrekken. Waar nog kansen liggen is het vergroten van de verbinding tussen studenten en buurtbewoners. Zowel studenten als medebuurtbewoners hebben behoefte om het onderlinge contact te versterken. Dat hoeft geen dagelijks contact te zijn, maar iedereen vindt het fijn om te weten wie er in de buurt woont. Kences roept op tot meer contact want onbekend maakt onbemind. ‘Bekende buren hebben meer begrip voor elkaar, accepteren meer en spreken elkaar makkelijker aan. Zo houden we buurten leefbaar’, aldus Tholenaars, directeur van Kences.
Student draagt gemiddeld 27.600 euro per jaar bij aan de regionale economie
Uit het door NEO Observatory uitgevoerde onderzoek ‘Kennis als economische motor’, blijkt dat de kennissector in totaal 395 duizend werkzame personen telt. Van hen werkte 61 procent in één van de dertien universiteitssteden. Bij elkaar vertegenwoordigen deze werkenden in het hoger onderwijs en onderzoek in Nederland een financieel-economische omvang van 28,2 miljard euro. Hiervan is ruim de helft, 15,3 miljard afkomstig uit de dertien universiteitssteden. Dat is gemiddeld 27,6 duizend euro per student. Daarnaast berekende NEO Observatory ook het indirecte effect op de economie, die voortkomt uit de goederen en diensten die bedrijven aan de kennisinstellingen leveren. Daaruit blijkt dat het werkelijke belang nog groter is. Volgens het onderzoek levert de kennisindustrie buiten de eigen sector een bijdrage van nog eens 16,8 miljard euro en 189.000 banen. Alles bij elkaar gaat het dus om 45 miljard euro en 584.000 arbeidsplaatsen.