In een woning aan de Harkstraat nummer 13 die vanwege renovatieplannen tijdelijk leeg staat, is een klein pop-up museum ingericht ter gelegenheid van 100 jaar Betondorp. Je krijgt er een goede indruk van de idealen die aan de bouw van Betondorp ten grondslag lagen. En je kunt er foto’s, krantenknipsels en filmopnames bekijken. En voor wie niet uit Betondorp komt is het natuurlijk ook interessant om zo’n woning eens van binnen te zien.
Toen Betondorp werd gebouwd, werd het gezien als een villawijk voor den arbeider. Twee sociaal democratische woningbouwverenigingen (De Algemene woningbouwvereniging en Eigen Haard) plus de gemeente Amsterdam zorgden ervoor dat de wijk er kwam, met ruime huizen en moderne strakke architectuur. Kroegen of kerken kwamen er niet, wel veel groen en sportverenigingen. Om de huur van 5 tot 6 gulden per week te kunnen opbrengen moest je een geschoolde arbeider zijn.
In het museum is een filmpje te zien uit de jaren 70. Daarin vertelt Johan Cruyff, nog steeds de beroemdste Amsterdammer die Betondorp heeft voortgebracht, dat je in zijn jeugd Betondorp eigenlijk nooit uit hoefde. Er waren voldoende winkels om in ieders behoeften te voorzien. In het pop-up museum hangt een kaart met alle winkels die er destijds in Betondorp zaten. In welk jaar de kaart getekend is is niet duidelijk, het was in de tijd dat Amsterdam nog 5-cijferige telefoonnummers had en aan de Akkerstraat 32 ene H.C. Cruyff (telefoonnummer 54562) een groentewinkel dreef met ‘Alle dagen verse aanvoer fruit, groenten en aardappelen.’
En dan is H.C. Cruyff niet eens de enige groenteman in Betondorp. F.J. v. Geyten, ‘het beste adres voor groente en fruit’ gevestigd aan de Ploegstraat 60, biedt 2,5 kilo binten aan voor 48 cent.
Verder heeft Betondorp in die jaren een wolwinkel, een kruidenier, een manufacturen en modezaak, een naaimachinehandel, een boekhandel, een drogist, een kolenboer, een tassenwinkel en in de Veeteeltstraat zit nota bene een reisbureau met een Nu of nooit aanbieding: naar Brazilië voor 1015 gulden! Zo’n gevarieerd winkelaanbod zou nu niet meer kunnen, maar waarom kon het toen wel?
Het dorp zal in die tijd aanmerkelijk meer inwoners gehad hebben dan nu en de bevolking was jonger dus. Bovendien had bijna niemand een auto dus er werd gekocht bij winkels op loopafstand. Dat is allemaal veranderd, en tegenwoordig zijn er nauwelijks nog winkels in Betondorp.
Wel zijn er intussen kunstenaars en stadmakers in het dorp neergestreken. Stadmakers zijn mensen die er goed in zijn om plekken nieuw leven in te blazen. Een van die stadmakers is Eric Meursing, van madeinbetondorp.amsterdam. Hij organiseert culturele activiteiten die meer mensen naar Betondorp moeten trekken. Op de culturele lijst van Amsterdam staat Betondorp op dit moment namelijk op de laatste plaats.
Het is Eric een doorn in het oog dat als hij de gemiddelde Amsterdammer vraagt: ‘Kom je wel eens in Betondorp?’, het antwoord onveranderlijk luidt: ‘Nee, ik fiets er altijd langs.’
Het is zijn ambitie om dat te veranderen.
Het Pop up Betonmuseum over 100 jaar Betondorp is te zien tot 1 januari 2024. Het adres is Harkstraat 13. Als je het wilt bezichtigen maak dan een afspraak via [email protected] of via 06 5464 6576.
De tentoonstelling is tot stand gekomen met medewerking van het historisch tijdschrift Ons Amsterdam, wooncorporatie Eigen Haard en stadsdeel Oost.
Lees ook 100-jaar-betondorp-een-villawijk-voor-de-arbeider in Ons Amsterdam