Home Dwars nieuws Verse groente, mooi fruit en een gezellige babbel

Verse groente, mooi fruit en een gezellige babbel

0

Iedereen die wel eens winkelt op het Christaan Huygensplein herkent het beeld van de frisse, gekleurde fruitbakken van groentespeciaalzaak Holthuizen. Het familiebedrijf, gerund door Peter (54) en Coleta (54), bestaat inmiddels zo’n 50 jaar. Ook de drie zonen werken mee.

Carolien Gevers | Foto Frank Schoevaart

Daar aan de overkant van de Middenweg, op de Van ’t Hofflaan, zijn mijn ouders ooit begonnen,’ gebaart Peter. ‘Als jong jochie hielp ik al mee in de zaak, maar aan een toekomst in de winkel dacht ik nooit.’ Peter was een voetballertje en werd zelfs nog eens gescout voor Ajax. ‘Maar ik wilde bij mijn vriendje Stef blijven en zag daar vanaf,’ vertelt hij. Pas toen hij niet naar de sportacademie kon vanwege een verkeerd vakkenpakket kwam de gedachte voor het eerst op; en dat moment viel samen met de start van deze tweede winkel in 1985.

Gespreid bedje

Peter en Coleta, koud van de middelbare school en al dik aangeleund, waagden de sprong. Na een start op de Van ’t Hofflaan en verdere scholing van Peter, kwamen ze in de huidige zaak, waarop Peters moeder stopte en zijn vader minder ging werken. ‘Mijn vader had een grote klantenkring opgebouwd. Iedereen kende de lieve man. Dat kwam ook omdat onze winkel, samen met Snoek, de vishandel en slagerij Mulder, helaas ter ziele, een hecht gemeenschapje vormde.’ Tot de dag van vandaag heeft Peter daar profijt van.

Allerlei Watergraafsmeerders van het eerste uur en inmiddels een aantal bekenden uit de radio en tv wereld, zoals acteur Frank Lammers en presentator / acteur Erik Corton, zijn vaste bezoekers van de winkel. ‘Sommige oudjes komen hier gewoon voor een babbeltje,’ vertelt oudste zoon Bas (25) trots. Peter: ‘We zijn met ze meegegroeid en juist die informele buurtsfeer is ons handelsmerk. Zo sta ik, zodra Sjakie Swart binnenloopt, meteen over de laatste Ajaxwedstrijd te lullen. We koesteren onze laatste overgebleven groente- en fruitzaak in de buurt.

‘Een onsje hier, een paar druiven daar, niks is ons te gek.’

In heel Amsterdam zijn nog maar enkele winkels zoals de onze.’ Honderd procent vers Ook het klassieke aanbod is uniek: veel verse Hollandse producten, direct van de boer. Peter: ‘Onze Pink Lady appel heeft meer smaak dan die van de supermarkt; onze klanten doen een moord voor de Lambada aardbeien. Wij zijn flexibel, een onsje hier, een paar druiven daar, niks is ons te gek.’ ‘Verder maken we alles zoveel mogelijk zelf, vers en zonder toevoegingen: soepen, salades, stampotten, maar ook vegetarische ovenschotels,’ vult Bas aan, ‘We zijn trots op ons ruime assortiment.’ Coleta: ‘Onze kinderen hebben allemaal hun eigen kwaliteiten. Bas profileert zich steeds meer als de kok, stalt de waren uit en verzorgt de website. Tiemo (22) is bij uitstek goed in het geduldig helpen van de klanten, en zet Wouter(20) maar aan het snijwerk in de keuken.’

Derde generatie?
‘We zijn een hecht team. Toch zijn alle jongens ook met eigen opleidingen bezig. Het is de vraag of deze derde generatie de zaak straks voortzet,’ vertelt Coleta. ‘Maar wie zijn wij om ze te pushen? Ik zelf had een vader die me destijds voor gek verklaarde toen ik met Peter mee de winkel in ging. Ik heb er nooit spijt van gehad. En mijn ouders kwamen later maar wat graag in de zaak. Ik vind dat ieder zijn eigen keus moeten maken.’ Peter: ‘De twee jongsten zie ik het voorlopig niet doen. Tiemo gaat in opleiding bij defensie en Wouter is met sportmanagement bezig.’ Bas, die communicatie studeert, heeft steeds meer lol in het koken. ‘Ik probeer vaker thuis dingen uit en ben meer met de winkel bezig dan mijn broers. Maar iedereen is echt betrokken en denkt mee. Wouter bijvoorbeeld over de financiële kant. Verder fantaseer ik vaak samen met mijn vader over vernieuwingen van de inrichting. Maar mijn liefste wens is om een eigen bedrijfje op te zetten rondom voeding en koken.’ Peter: ‘Maar als er een is die het zou doen, dan ben jij het wel.’ Bas: ‘Ik zeg nooit nooit, maar op dit moment sta ik er zo in.’

Werk en privé
Op de vraag naar de mogelijke voor- en nadelen van hun familiebedrijf, antwoordt het drietal unaniem hetzelfde: ‘De kracht is dat we het met elkaar doen en de lijntjes kort zijn. Je hebt aan een blik en een half woord genoeg om te weten wat de ander bedoelt en er bestaan geen geheimen,’ merkt Peter op. ‘Dat is meteen ook wat ons soms kwetsbaar kan maken,’vult Coleta aan. ‘Als ik een van de jongens sloom zie werken en weet dat hij de avond ervoor te laat naar bed is gegaan, dan ben ik not amused, en kan dit meenemen naar de winkel. Ik belast de klanten er niet mee, maar de jongens en Peter merken dit meteen.

Peter kan werk en privé beter scheiden.’ Peter: ‘Ik begrijp de jongens wel, vooral die twee jongsten willen nog wel eens een biertje pakken ’s avonds, dat deed ik vroeger ook. Maar jij kan er meteen niet van slapen als ze later dan twaalf uur thuis komen. Als ze voor een andere baas zouden werken, zou die dat niet eens weten.’ Bas: ‘Ik kan me soms ook niet inhouden als ik een van de anderen rommel zie maken, terwijl ik net de bakken mooi gesorteerd heb. Als mijn moeder dan vraagt of ik de troep wil opruimen, snauw ik ook ‘laat ze het lekker zelf doen’, maar de klant mag dat niet horen natuurlijk.’

Snertdag en Buurtbuik
Peter: ‘Bij sommige klanten had ik vroeger weinig geduld, ik heb in de loop der tijd van mijn vrouw afgekeken hoe zij altijd aardig blijft.’ Coleta: ‘Als vroeger Theo van Gogh hier weer eens stond te debatteren met een klant die dit duidelijk niet fijn vond, dan maakte ik snel een grapje. Peter was vroeger net als zijn moeder, een schat van een vrouw, maar je zag het als ze zich ergerde.’ Bas: ‘Toch zal ik nooit vergeten, ik was een jaar of negen, hoeveel klanten na haar overlijden bij de rouwdienst op het Linnaeushof waren en in een lange rij buiten en voor haar huis haar de laatste eer bewezen. Nou, dan ben je wel gewaardeerd.’

Peter: ‘Ik denk ook dat de kracht van ons bedrijf zit in de sociale functie die we nog hebben in deze buurt. We kennen bijna alle mensen en iedereen wisselt hier de laatste nieuwtjes uit.’ Bas: ‘Sommigen gaven me zelfs advies toen ze wisten dat ik een stageplek zocht.’ Coleta: ‘Dat valt op in een tijd waarin verder weinig verbinding meer bestaat.’ Peter: ‘Daar tegenover staan trouwens wel een paar nieuwe eigentijdse initiatieven. Zo verzorgen wij rondom Kerst het Snertdiner voor de buurt en dat is vaak heel gezellig. En we doen mee met het mooie Boost (Buurtbuik Oost) initiatief waarbij onder anderen Erik Corton met vrijwilligers wekelijks maaltijden bereidt van overgebleven producten voor daklozen of arme studenten. We worden ook blij van de lokale steunfunctie die we nu tijdens de coronatijd hebben. We bezorgen maaltijden bij een groot deel van onze klanten en genieten van alle waardering. Nee, deze periode is voor ons niet moeilijk. En wat de toekomst betreft, dat zien we dan wel weer, voorlopig gaan we lekker door met z’n allen!’