Home Dwars nieuws ‘Vrij lezen!’ Serie over boekenclub

‘Vrij lezen!’ Serie over boekenclub

0

Dit twaalfde interview is met het Presidium van een leesclub, die met elkaar ‘IJsbrekeren’; hun term voor boeken bepreken, die dateert uit de tijd dat de leesclub bijeenkwam in de Ysbreeker, voorheen de IJsbreker. Een bijzondere leesclub met vijftig leden in hun bestand, een vaste kern van zeven à acht mensen, die alleen boeken lezen van Nederlandse auteurs, lootjes trekken voor een te lezen boek en altijd boeken bespreken aan de hand van een beginvraag.

Lennie Haarsma | Foto Frank Schoevaart | Dwars

Die beginvraag is de taak van Ellen en Margriet die het Presidium van de leesclub vormen. Margriet en Ellen: ‘De leesclub is vrij in hoe het boek besproken wordt: zonder voorzitter, zonder voorbereiding en je hoeft het boek zelfs niet gelezen te hebben.’ Ze laten twee interviews zien uit het studenten- en personeelsblaadje van de Hogeschool uit 2001.

Hoe is de leesclub ontstaan?
De leesclub is in 1994, ruim 25 jaar geleden, ontstaan. ‘Tijdens tentamenperiodes op Hogeschool INHOLLAND zaten we met docenten bij elkaar. We kregen het over boeken en kwamen op het idee hetzelfde boek te gaan lezen. Met tien à twaalf mensen begonnen we met Asbestemming van A.F.Th. van der Heijden. Oorspronkelijk bestond de groep uit alleen collega-docenten, maar later kwamen er ook introducees mee en nu is de groep telkens anders samengesteld. Na het lezen van rampzalige boeken zoals een stripboek of managementboek, stelden we regels op. Eén: het gaat om een oorspronkelijk Nederlandstalige roman die niet langer dan een jaar geleden is uitgegeven. Twee: het boek mag niet meer dan 300 pagina’s dik zijn. En drie: we komen zo’n vijf keer per jaar op vrijdagavond om negen uur bij elkaar.

‘De regels zijn heel strikt, iedereen wil eraan tornen, maar we zijn meedogenloos’

De bespreking van het boek is ten einde als niemand er meer iets over te zeggen heeft; daaraan is geen eindtijd gebonden. We doen dat in een openbare gelegenheid zoals bij de start in de Ysbreeker en zo is de term IJsbrekeren ontstaan. Daarna zaten we bij HESP, wat we te lawaaierig vonden. Vervolgens bij Scheltema en nu in Die Port van Cleve op de Nieuwezijds Voorburgwal. Daar zitten we in een mooie foyer met grote fauteuils. Dit was voorheen een sociëteit van de Tachtigers. Dus we zitten veelal op literaire grond. De regels zijn heel strikt, iedereen wil eraan tornen, maar we zijn meedogenloos.’

Vertel eens over de beginvraag bij de bespreking van het boek.
Ellen: ‘Zet eens een stel docenten bij elkaar en je kunt je voorstellen hoe het gaat. Zo is de beginvraag ontstaan.’ Margriet: ‘Door het beantwoorden van de beginvraag, die Ellen en ik vooraf als het Presidium formuleren, heb je het zowel over jezelf als over het boek. Daarna loopt de discussie over het boek altijd vanzelf.’ Ze geven een paar voorbeelden van beginvragen. ‘Toen we De trooster van Esther Gerritsen bespraken, luidde de beginvraag: Wat geeft jou troost? We zouden Tussen Apoera en Oreala van Clark Accord bespreken. De beginvraag luidde: Wat heb je met Suriname? Een collega met rossig haar en een heel blanke huid vertelde dat hij voor een kwart Surinamer was. Toen we dat wisten, konden we het ook zien! Heel bijzonder. Bij onze jubileumbijeenkomst – we bestonden 25 jaar – bespraken we het boek Niemand keek omhoog van Evelien Vos. De beginvraag was toen: hoe kijk jij? Iedereen kijkt, iedereen kijkt naar hetzelfde. Maar de ‘De regels zijn heel strikt, iedereen wil eraan tornen, maar we zijn meedogenloos’ lezers bleken in andere richtingen te zien. Sommige lezers zien in het nu, op hun plek. Andere lezers zien liever vooruit. Weer anderen zien achterom. Dit alles uitgelegd aan de hand van voorbeelden uit het persoonlijk leven van ieder. Het mooie is ook dat het heel veilig is in de groep, het maakt niet uit wat je zegt en het blijft onder ons.’

Hoe komt de keuze voor het te lezen boek tot stand?
Ellen: ‘Het lot bepaalt het. We maken een rondje waar ieder reclame maakt voor zijn of haar te lezen boek. Vervolgens schrijft ieder op een briefje de titel van het boek dat het meest aanspreekt. Dat kan dus ook goed een boek zijn dat iemand anders heeft gepromoot. Alle lootjes komen in alles wat voorhanden is. Dat kan een asbak zijn, maar vaker is het een wijnkoeler of een decoratieve vaas van Die Port van Cleve. Dan kiezen we iemand die het beslissende lootje mag trekken. Soms is dat de barman of iemand die een tijd niet is geweest. En dat is dan het boek voor de volgende keer. Het gaat echt vanzelf en is heel relaxed. Als de bijeenkomst voorbij is sturen we een mail naar alle (ongeveer) vijftig lezers van de club. In een enthousiasmerende tekst informeren we over het nieuwe boek en de nieuwe datum. Een week voor de bijeenkomst wordt een herinneringsmail aan iedereen gestuurd ’. Ellen en Margriet vertellen dat ze ook schrijvers hebben uitgenodigd. Ze herinneren zich Sipko Melissen, Marijke Teeuw over haar boek Moises, Kind van Mozambique, Lilian Blom en Christine Otten.

Kunnen jullie boeken noemen die jullie zijn bijgebleven?
Margriet: ‘Wat ik bijzonder vond in De trooster van Esther Gerritsen is de gehandicapte man die denkt goed te doen. En de ontrouwe man die toch weer door zijn vrouw wordt opgehaald.’ Ellen: ‘Dat is een moeilijke vraag voor mij. Ik houd zo van lezen, van de bezigheid zelf en wat mensen ervan vinden. Misschien wel alle boeken die niet getrokken zijn. Ik kan me soms afvragen hoe iemand uit onze groep een bepaald boek zou lezen of welke afwijking iemand gelijk ziet bij een van de personages.’

Hebben jullie tips voor andere leesclubs?
Ellen: ‘Misschien is de kracht van onze leesclub dat we een (gering) aantal glasheldere, beproefde regels hebben, maar dat de rest volledig vrij is. Het maakt zelfs niet uit of je het boek gelezen hebt. Je hoeft ook geen ‘geoefend’ lezer te zijn. Ook over de wijze van boekbespreking zijn geen regels. Er is zelfs geen gespreksleider. Volledige vrijheid binnen een beperkt aantal, beproefde regels, dat is wellicht de tip.’ Margriet: ‘Wat ik fijn vind is dat we altijd om negen uur beginnen en om half elf klaar zijn!’

De keuze van het Presidium

Asbestemming van A.F.Th. van der Heijden
Zwarte schuur van Oek de Jong
De trooster van Esther Gerritsen
Zomervacht van Jaap Robben
IJstijd van Maartje Wortel
Moises, Kind van Mozambique van Marijke Teeuw
Handel in veren van Rascha Peper
Boven is het stil van Gerbrand Bakker
De hoogstapelaar van Wessel te Gussinklo
IJsberen in de woestijn van Jan Willem Smeets