De overblijf op Basisschool Oostelijke Eilanden (BOE) werd tien jaar geleden gereorganiseerd. De overblijfmoeders en een enkele vader krijgen nu een paar keer per jaar training over opvoeding en intervisies. Samen maken ze af en toe leuke uitstapjes.

Tekst en foto’s Elisabeth van Dorp |

Tussen de middag hoor je op het speelterrein van de Basisschool Oostelijke Eilanden (BOE) vrolijke kinderstemmen. Tussen groepjes spelende kinderen zie je vrouwen wandelen. De meesten zijn moslima’s, herkenbaar aan hun kleding. Als er een vechtpartijtje dreigt te ontstaan grijpen ze in. Ook weten ze troost te geven aan een kindje dat verdriet heeft. Bij ongelukken verlenen ze eerste hulp. Wanneer het tijd is, roepen ze de kinderen bij elkaar in groepjes. Samen lopen ze rustig met de kinderen naar binnen. Ze zorgen kortom voor de nodige veiligheid en orde.

Op een voorjaarsdag spreek ik af met een groepje vrouwen om van hen te horen waarom ze overblijfmoeder zijn en wat het hen geeft.

Amina: “Mijn kinderen zijn allang het huis uit, ik ben zelfs grootmoeder. Ik had een baan kunnen gaan zoeken, ware het niet dat ik een erg zwakke gezondheid heb. Als ik me te veel inspan dan moet ik dat bezuren met een paar dagen totale rust. Een uurtje overblijfmoeder zijn is een heel erg leuke onderbreking van mijn dag. Anders zit ik maar thuis en spreek ik niemand tot mijn man thuiskomt van zijn werk.”

Van actief tot rustig samenzijn

Aisha: “Van de leerkracht krijgen we een korte overdracht wanneer we de kinderen ophalen uit het leslokaal voor de pauze. Als er een kind is dat extra aandacht nodig heeft, bijvoorbeeld, dan horen we dat. Ook als er iets bijzonders is gebeurd in de klas. We begeleiden de kinderen naar buiten waar ze een half uurtje lekker kunnen ravotten, spelletjes doen of voetballen. Daarna brengen we ze in groepjes weer naar binnen. In het lokaal eten ze, in alle rust, hun meegebrachte boterhammen op. Wanneer ze hun brood op hebben, mogen ze kiezen voor een activiteit. De één wil een boek lezen, een ander wil iets met de handen doen: met papier en lijm een klok maken of armbandjes op een mini weefgetouw. We hebben allerlei activiteiten waarmee ze hun fantasie en creativiteit kunnen ontwikkelen.”

Vrijheid om creatief te zijn

Esperanza: ”Ik bedenk regelmatig nieuwe handenarbeidactiviteiten voor de kinderen, dat vind ik erg leuk om te doen. De ideeën daarvoor vind ik in de bibliotheek of in een museum. Dat is het fijne hier op school: dat je de vrijheid hebt om creatief te zijn en activiteiten te vinden die je zelf leuk vindt om met de kinderen te doen. Er wordt je niks opgelegd of voorgekauwd. Bij een baan is dat vaak wel anders, daar hoor je wat je moet doen en hoe je het doen moet.”

Freya: “Mijn kinderen zitten hier op school en ik kwam uit nieuwsgierigheid een keer kijken bij de overblijf en zag hoe het georganiseerd was. Dat het allemaal vrouwen zijn zoals ik, trok me aan: echte huismoeders en grootmoeders. Wat ons verbindt is dat we allemaal van kinderen houden.”

Hanan: “De overblijf is voor de kinderen een pauze, maar voor ons, overblijfmoeders, ook! Je doet het huishouden thuis en dan is het fijn om te weten dat je tussen de middag een uurtje ertussenuit kunt gaan. Op school hebben we leuk contact met de kinderen en gezelligheid met elkaar.”

Zusterschap

Noor: “De school voelt als een tweede huis voor me want ik ben er vanaf het allereerste begin bij betrokken. Ik heb de opbouw van de school meegemaakt toen mijn kinderen klein waren en hier op school zaten. Inmiddels is mijn oudste 34 jaar en zit de jongste (16) op de middelbare school, maar toch blijf ik me verbonden voelen met deze school. Dat komt omdat wij, overblijfmoeders, het heel goed met elkaar kunnen vinden, we delen lief en leed. We zijn met veel nationaliteiten en dat maakt het ook zo mooi.”

Cursus en intervisie

Nisa: “Hoe ik ervan hoorde om overblijfmoeder te worden? Van mijn buurvrouw. Het sprak me aan, want je krijgt als overblijfmoeder een cursus over hoe je met een groep om moet gaan en we hebben intervisies. Je leert waarom het belangrijk is om veel geduld te hebben en met de kinderen te praten; dat als je het ze rustig uitlegt, kinderen best begrijpen dat er regels zijn. Ook krijgen we in de cursus een training over hoe je het beste kunt optreden in lastige situaties.”

Philomena: “Sommigen van ons hebben schoolervaringen uit hun eigen jeugd die ze liever niet vertellen. Erg strenge regels en lijfstraffen bijvoorbeeld. Het is erg fijn om te zien hoe het ook anders kan. Hier hebben we veel geduld met de kinderen en praten met hen als ze zich vervelend of onaangepast gedragen.”

Onderlinge verbondenheid

Gaëlle Germain, coördinator van de overblijfmoeders is erg blij met hun aanwezigheid en hun inzet. “Het lijkt niet veel, een uurtje per dag, maar het geeft het onderwijzend personeel lucht. Zij kunnen dan even aan iets anders denken. En voor de ouders en kinderen is het fijn dat er goede opvang is. Ik wil graag dat de vrouwen beseffen dat ze belangrijk en verantwoordelijk werk doen. Veel van deze vrouwen zijn niet gekwalificeerd voor een baan of hebben om diverse redenen een afstand tot de arbeidsmarkt. Op onze school voelen ze zich thuis, verbonden met de kinderen en met elkaar. Dat zorgt voor een heel prettige sfeer.

We hebben speciaal voor deze vrouwen een cursus ontwikkeld waarin ze pedagogische principes uitgelegd krijgen en waarin we praten over opvoeden en de uitdagingen daarvan. Dat is heel nuttig, want kinderen zijn tegenwoordig heel vrij en mondig. Zeiden ze vroeger ‘u’, nu is het ‘je’ en ‘jij’. Ze stellen vragen en verwachten dat wij met ze in gesprek gaan. De kinderen van deze generatie vinden het moeilijker om lang stil te zitten tijdens het eten. Voor wie dat écht niet kan zijn er activiteiten bedacht, zoals de legoclub. Op die manier blijven ze toch bij elkaar; ze worden dus niet gestraft en uit het lokaal weggestuurd, zoals dat heel vroeger wel voorkwam, want dat heeft totaal geen zin.

Iedereen moet mee in de nieuwe tijd, maar de moeders zijn ’t erover eens dat ’t niet altijd een verbetering is. Zo zei een kind van zeven jaar eens: ‘ik vind dat je ontslagen moet worden, omdat jij niet naar mij luistert’. Tja, dan moet je natuurlijk wijs blijven en het kind duidelijk maken dat er regels zijn. Opvoeden doen we allemaal, de ouders en de school. Sommigen van de andere ouders hebben onrealistische verwachtingen van onze overblijfmoeders. Maar ja, het zijn nu eenmaal geen professionele pedagogen en daarom is het ook zo knap hoe ze het doen!

Een paar keer per jaar gaan we uit met alle overblijfmoeders. Dan doen we iets gezelligs, we gaan bijvoorbeeld uit eten en binnenkort hebben we een schoolreisje voor onszelf. Ik stimuleer dat de overblijfmoeders het vooral ook leuk met elkaar hebben. Vrouwen in hun kracht zetten, dat is mijn missie.”

Karin Brandenburg, directeur van de BOE-school: “We zijn allemaal gewend aan onze overblijfmoeders en we zijn heel erg blij met ze. Dat de kinderen tussen de middag op school kunnen overblijven, bespaart jonge ouders die een drukbezet leven hebben – of ze nu thuis werken of buitenshuis – een hoop heen en weer geren. En door hun inzet hebben de kinderen een leuke middagpauze en hoeven wij geen continurooster in te voeren. Ik ben echt trots op onze overblijfmoeders: ze zijn al zo lang verbonden met deze school … ik ben gewoon verknocht aan ze!”

Tot slot, wat vinden de kinderen van de overblijf met de overblijfmoeders?

Khadija, Saynae, Oumaia en Noa: “Je mag bij de overblijf alles doen wat je wilt, maar je mag niet op de laptop. Sommige juffen zijn een beetje streng en anderen heel erg lief. Wij gaan heel vaak tekenen in het tekenschriftje, met lego spelen of kletsen met elkaar. Ook maken we samen liedjes. Want wij willen als we groot zijn naar het Junior Songfestival. En als we nu al de liedjes maken, dan kunnen we ze later altijd nog aanpassen.”

Ook overblijfmoeder worden op de BOE? Stuur een bericht aan Gaëlle Germain [email protected]