Sinds 2018 wordt in de Watergraafsmeer als enig stuk Oost en in Centrum grof vuil niet meer op een vaste dag opgehaald maar op afspraak. Dat leidt nog altijd tot ontevredenheid onder de bewoners en afgunst naar de andere delen van Oost, waar nog wel een vaste ophaaldag is.
Jaap Kamerling
Het is lastig, je moet eerst een afspraak maken met het stadsdeel en vervolgens zeker een week wachten voordat het vuil wordt opgehaald. En dan komt het ook nog voor, dat de vuilniswagen van de gemeente zich niet eens aan de afspraak houdt en later komt. Vroeger liep het gesmeerder in de Meer. Je had een vast laatje in je brein, dat elke week vanzelf open ging: vanavond de rommel op straat en morgen is het opgeruimd. Nu zie je steeds meer, dat mensen geen zin hebben om een afspraak te maken en de rotzooi gewoon naast de container op straat zetten. Waarom men de Watergraafsmeer destijds uitverkoor voor die nieuwe aanpak mag Joost weten. Wonen hier ‘nettere’ mensen dan bijvoorbeeld in Zuid? Ach nee, ongeduld om je rommel snel op te ruimen wint het van netheid.
Pilot
In 2018 werd Watergraafsmeer uitverkoren voor een pilot van een half jaar om ophalen op afspraak uit te proberen. Die proef leverde een flinke afname van aangeboden grofvuil op, met 30 procent. Het moeten maken van een afspraak verhoogde de drempel vuil aan te bieden aanzienlijk.
De gemeente durft te spreken van betere dienstverlening
Maar waar bleef dat vuil? Welnu, dat ging vaak met de eigen auto naar het afvalpunt van het stadsdeel. Die route steeg met 40 procent. Mooi zou je zeggen, maar dan moet je wel een auto hebben en nergens zijn zo weinig autobezitters als in Amsterdam, met name in De Meer. En trouwens de gemeente streeft toch naar beperking van het autorijden in de stad? Zij signaleerde wel, dat het aantal rijbewegingen van de ophaalwagens verminderde en dus ook de CO2 uitstoot maar dat werd weer teniet gedaan door de rijbewegingen en uitstoot van bewoners naar het afvalpunt.
Tv op je schouders
Bewoners zonder auto zijn gewoon sterk in het nadeel. Met een tv op je schouders fietsen naar het afvalpunt is geen lolletje. De gemeente ziet als voordeel van ophalen op afspraak meer recycling, minder voertuiginzet en een betere dienstverlening (!).
VVD raadslid Naoun Nehme was echter al in 2018 bepaald niet overtuigd van deze redenering en vreesde, dat de straten in de keurige Watergraafsmeer er zouden gaan uitzien als een ‘afgedankte IKEA showroom met tweedehands kasten, versleten bedden en kapotte stoelen’. Een herkenbaar beeld. Eigenlijk kwam het neer op een ordinaire bezuiniging. In Centrum kon men met het halve aantal vuilniswagens toe en in Watergraafsmeer ging men van 3 naar 2 wagens. Met in het Centrum dan nog het voordeel, dat de kades en bruggen minder te lijden hebben onder zwaar vrachtverkeer. Dat geldt niet of veel minder voor de rest van de stad.
Onderzoek
Stadsdeel Oost heeft een onderzoeksbureau de zaak laten uitzoeken. En dat komt met een wollige slotconclusie maar toch lijkt het bureau weinig positief. Het noemt de pilot succesvol en vindt dat afhalen op afspraak duurzaam uitwerkt en op onderdelen efficiënter is. Maar zegt het even later: de aanpak leidde niet tot schonere straten en niet tot tevreden bewoners en medewerkers. Wel liggen er ‘mogelijkheden tot doorontwikkeling met positieve effecten’ op tevredenheid. Ja zo lust je er nog wel een paar.
Even later: ‘Watergraafsmeer heeft tijdens de pilot minder schone straten dan voor de pilot. Dit blijkt uit objectieve metingen. De praktijk blijkt weerbarstig: bewoners melden grof vuil vaak niet aan. Aangezien afval niet direct wordt opgehaald is de straat viezer dan voorheen.’ En over die tevredenheid: de nieuwe aanpak lijkt niet te leiden tot meer tevreden bewoners.
De centrale stad lijkt intussen te koersen op een aanpak stadsbreed van een vaste dag ophalen op afspraak. Dat zal wel het goedkoopst zijn, maar of het werkt en de Amsterdammers blij zullen zijn, blijft de vraag. Stadsdeelportefeuillehouder Jan-Bert Vroege: ‘Nu de (nieuwe) werkmethode enigszins is ingeburgerd en na corona alles weer redelijk normaal is lijkt het me een geschikt moment nog eens te onderzoeken wat dit ons nu heeft opgeleverd.’