Na ruim een jaar gesprekken met marktkooplieden is het tijd voor de laatste aflevering van deze rubriek over de Dappermarkt op oost-online. Een afsluiting met perspectief: wat gaat er gebeuren en hoe kijkt de gemeente naar de toekomst van de markt? Stadsdeelvoorzitter Carolien de Heer deelt haar visie, erkent de zorgen en ontvouwt de plannen voor een herinrichting die recht doet aan het karakter én de kansen van deze marktplaats in hartje Oost.
Arie-Martijn Schenk
De stadsdeelvoorzitter windt er geen doekjes om: de Dappermarkt kampt met flinke uitdagingen. ‘De bezettingsgraad is zorgwekkend. Op sommige maandagen is slechts 30 procent van de kramen bezet. Vergelijkbare markten als de Ten Katemarkt of de Albert Cuyp doen het veel beter.’
Om daar verandering in te brengen, wordt de markt opnieuw ingericht. ‘Er komen langere kramen van vier meter, zodat de markt een voller en overzichtelijker beeld krijgt. De oostkant van het Dapperplein tegenover de viskraam wordt vrijgemaakt en ingericht als levendig verblijfsgebied met zitjes en terrassen’, licht De Heer toe. ‘Mensen zeggen vaak: ‘Het is hier zó gezellig’ – dat gevoel willen we versterken.’
Geen inkorting, maar juist kansen creëren
In tegenstelling tot eerdere gedachten worden de marktdagen niet ingekort. ‘We hebben daar niet voor gekozen’, zegt De Heer duidelijk. ‘Het gaat erom de markt aantrekkelijker te maken, niet kleiner. We willen ruimte creëren om naast boodschappen doen ook te verblijven, elkaar te ontmoeten. Dat is essentieel.’ Een ander belangrijk doel is de verbinding met de achterliggende winkels. ‘Er zitten zulke mooie zaken in de Dapperstraat – die moeten meer aansluiten bij de markt. Dat kan door slimme inrichting en goede doorlooproutes.’
‘De Dappermarkt is niet alleen een plek om boodschappen te doen – het is een sociale en culturele ontmoetingsplek die we moeten koesteren.’
Overgangsregeling en dialoog
De nieuwe inrichting betekent ook dat het aantal kramen daalt, van zo’n 230 naar circa 150 grotere kramen. ‘Dat heeft natuurlijk impact’, zegt De Heer. ‘Daarom gaan we de komende tijd hierover in gesprek met ondernemers op de markt. We willen bijvoorbeeld een overgangsregeling invoeren, zodat zij tot eind 2026 nog het oude tarief van een kleine kraam betalen voor het gebruik van een grotere kraam. Dit zodat ondernemers kunnen wennen aan deze veranderingen. Dat ligt nu bij Wethouder Mbarki. Daarbij gaan we intensief in gesprek met de marktondernemers: hoe maken we deze nieuwe situatie werkbaar én nog meer toekomstbestendig?’
Tot slot: een markt vol karakter
Wat De Heer zelf het allermooist vindt aan de markt? Ze hoeft er niet lang over na te denken. ‘De diversiteit. Je vindt hier alles: van Surinaamse roti tot Marokkaanse koekjes en verse poffertjes. Dat is zó waardevol. Ik wil dat we die ziel van de markt behouden. En dat doen we door samen te bouwen aan een toekomst waarin zowel gevestigde ondernemers als nieuwe gezichten een plek krijgen.’
Einde van een rubriek, maar het verhaal van de markt leeft voort
Met dit gesprek sluit ik mijn wekelijkse rubriek op oost-online over de Dappermarkt af. In de afgelopen anderhalf jaar bezocht ik meer dan 35 kramen. Ik sprak met mensen van wie sommige families al generaties op de markt staan, en met nieuwe ondernemers die vol enthousiasme hun plek proberen te vinden. Ik hoorde verhalen van veerkracht, verandering, creativiteit én frustratie. Over liefde voor het vak, zorgen over de toekomst, en vooral: de hoop dat de Dappermarkt weer kan bloeien.
Wat mij trof, is de enorme betrokkenheid van iedereen die op de markt staat. Ondernemers willen meedenken, meebewegen, en meewerken aan een betere toekomst – zolang ze maar gehoord worden. Met de plannen van het stadsdeel ligt er nu een kans om samen met hen een nieuwe fase in te luiden. De Dappermarkt blijft een unieke plek in Amsterdam. Een bonte stoet van smaken, culturen, geuren en gezichten. Laten we ervoor zorgen dat dat zo blijft – en dat de markt nog vele jaren het kloppende hart van Oost mag zijn.
Arie Martijn Schenk sprak met heel veel ondernemers op de Dappermarkt. Dit zijn hun verhalen.
