Aan de rand van het Flevopark rijst de Flevopoort op, een complex met vele functies, waar ook meer dan driehonderd senioren een appartement bewonen. Zoals bekend, vergrijst Nederland in rap tempo. Is dit de oplossing? Een groot gebouw voor senioren, met huisarts, pedicure, kapper en café? Tijd voor koffie met interviews.

Inna van den Hogen | Foto’s Joke van Vlijmen

Joke van Vlijmen laat me haar appartement zien. Drie kamers op het oosten, ‘heel prettig’, zegt ze, ‘met een prachtig uitzicht over het park.’ ‘En kijk, dit moet je zien,’ ze wijst naar een megagrote badkamer, ‘Een rolstoel past er prima in.’ Joke woonde al vijfentwintig jaar in Oost, aan de rand van de Indische buurt, toen een vriendin haar in 2013 het Flevohuis liet zien. Een aardige huismeester gaf een rondleiding. Gebouwd begin jaren zeventig als verzorgingshuis voor ouderen. Geopend door koningin Juliana.

In 2013 stonden er veel appartementen leeg, verzorgingshuizen gingen dicht. De appartementen waren nu bestemd voor senioren, te huur in zowel de sociale als de vrije sector. Uiteindelijk waren dat er 199 in de hoge, gele flat, tegenwoordig de Flevoflat genoemd, en zestig boven het revalidatiecentrum en verpleeghuis Flevohuis, het gebouw tegenover de Flevoflat.

Tijdens de rondleiding viel Joke op het geweldige uitzicht vanaf acht hoog: zij woonde toen op een eerste etage en keek meestal uit op het wasgoed van de bovenbuurvrouw. Ze besloot te gaan verhuizen. Nooit spijt gehad.

‘Wat maakt het fijn voor jou om hier te wonen?’ vraag ik haar. ‘Veel licht en uitzicht. Openbaar vervoer voor de deur. Twee liften. Prettige sociale contacten: een praatje op de gang, iemand die even langskomt. In mijn oude buurt kwamen steeds meer jonge mensen wonen die weinig thuis waren en geen behoefte hadden om ín de buurt te investeren. Die kenden jou niet. Dat is hier wel anders. Toen ik een voetblessure had en me afvroeg hoe het verder moest, kwamen er bijna iedere dag mensen langs. Kijken hoe het ging, even een bakje soep brengen, geweldig. Ik was erg bang om hier weken alleen te zijn, het tegendeel was waar!’

Het is erg jammer, vindt Joke, dat er juist in de zomer weinig te doen is. Het café is dicht, het restaurant is na de coronatijd nooit meer teruggegaan naar een regelmatig schema. Activiteiten liggen stil. ‘Veel bewoners gaan niet meer op vakantie of zijn slecht ter been. Voor hen is de zomer de tijd waarin ze erg graag iets willen ondernemen. En nu is er niets, geen personeel door geldgebrek, vakanties.’

Daan van Pagée was net 55 toen hij, ook in 2013, bewoner werd. Zijn hele huis was nog ingericht voor iemand in een rolstoel. Er woonden nog veel bejaarden die hulp nodig hadden. Een overgangsperiode. Dan stond hij in de lift, klaar om op de racefiets te stappen, korte broek, samen met drie zusters op weg naar hun klanten en dat was best wel confronterend.

‘Ik heb het hier naar mijn zin,’ zegt hij nu. ‘Je komt elkaar hier tegen. Iedereen maakt het zich hier comfortabel en vult het leven op zijn of haar eigen manier in. Er zijn allerlei mogelijkheden. Beneden samen koffiedrinken. In het dagcentrum ontbijten (kan twee keer per week). Er zijn allerlei activiteiten, sommige ook door bewoners georganiseerd. Zelf ga ik weleens naar de Kramatsalon, café en meer. Onlangs was er een mooie biografiemiddag. En ik volgde er een theaterworkshop via Civic.’

Omdat er in 2013 maar weinig animo was voor de Flevoflat, heeft Ymere er toen ook (ex)druggebruikers gehuisvest. In die tijd werd er flink gedeald. Ook is er weleens een deur verzegeld omdat daarachter een wietplantage was gevonden. Op dit moment is er in het pand regelmatig overlast van daklozen. Slapen in het trappenhuis vindt men nog wel oké, maar als de boel naar een urinoir gaat stinken, houdt de tolerantie snel op.

Na de leegstand

Anneke Oosterhuis werkte nog toen ze er in het najaar van 2014 kwam wonen. Ze heeft toen niet zozeer voor een seniorenwoning gekozen, maar voor de lift, het winkeltje beneden en de ruimte in haar appartement. Ze wist namelijk dat ze een aantal operaties zou krijgen die haar langere tijd immobiel zouden maken. Anneke: ‘Toen stond er veel leeg, nu moet je je bij het Woningnet inschrijven en heel lang wachten. De leeftijd om hier te mogen wonen is inmiddels 65 plus.’ Er komen ook bewoners binnen via de Zorggroep Amsterdam Oost, zij gaan verpleeghuiszorg thuis krijgen van de Zorggroep. Het gaat om ruim twintig appartementen. Het is een nieuw project, Lang Leven Thuis genaamd, een samenwerking tussen de Zorggroep, Ymere en Civic.

Na de leegstand in 2013 braken er compleet andere tijden aan, het is nu hard werken voor een toewijzing: Daan vertelde al dat de leiding van de revalidatieflat ook graag meer woningen zouden hebben voor hun doelgroep.

De mensen kijken naar elkaar om in de Flevoflat, dat ziet Anneke net zo: ‘Je kent de mensen op je gang. Een buurvrouw van in de tachtig zet haar afvalzak op de gang en er is altijd wel iemand die hem meeneemt. Er is zelfs iemand uit zijn huis gezet na veel overlast, die nog steeds contact heeft met een paar bewoners en hulp krijgt. Maar er kan nog meer gedaan worden. Mensen zouden zich echt verantwoordelijk moeten voelen voor hun woonomgeving. Rond het gebouw kan het soms een vreselijke bende zijn. Helaas.’

Een restaurant

Beneden in de Flevoflat zit de huisarts, het OLVG neemt er bloed af, je vindt er een kapper, de pedicure, fysiotherapie, ergotherapie, een ouder-en-kindcentrum, Buurtzorg, maar ook yoga en (stoel)gymnastiek. Dan zijn er het kantoor van wijkservicecentrum Civic, een dagcentrum en de Kramatsalon, bedoeld als ontmoetingsplaats voor bewoners en buurtgenoten. En er zijn verschillende ruimtes voor activiteiten, zoals een naaiatelier voor buurtbewoners. Er was een kleine winkel, maar die is helaas gesloten. Het restaurant is na de corona niet meer regelmatig open geweest en in de salon is het aanbod ook niet geweldig. Heel jammer, voor de bewoners en voor de buurt. Bij zo’n groot seniorengebouw hoort toch een permanente ontmoetingsplek waar iedereen makkelijk kan komen? Wat is meer verbindend dan met elkaar eten? Een medewerker van Civic vertelt dat dit vooral te wijten is aan het tekort aan menskracht. En dat tekort is ontstaan door de bezuinigingen.

Ouderen langer zelfstandig thuis laten wonen, is een prachtig doel. De meeste ouderen willen dat ook graag. Maar wel met enige hulp als ze minder mobiel worden, ’s winters moeite hebben om de deur uit te gaan en dus voorzieningen bij hun huis nodig hebben. Van een flat als deze mogen er meer komen, het zal de doorstroming in de woningmarkt, die stokt, enorm helpen. Dus: bouwend Nederland, ga aan de slag! Maar laat de overheid dan ook meedenken over het aanbieden van genoeg voorzieningen. In de Flevoflat zijn de bewoners mantelzorgers voor elkaar. Mooi toch? Spaart veel geld uit, zoals zorgkosten, geld dat weer teruggegeven zou kunnen worden, bijvoorbeeld in de vorm van wat subsidie voor een leuk restaurant beneden. Ook open voor de buurt. De professionele keuken is er al, die staat te wachten tot de oven weer heet is en de gerechten klaar zijn voor het opdienen.