Oh ja, dat beeld popt altijd op. Daar staan we dan, mijn broer en ik in de tuin van onze grootouders, de Teebooms. Ploegstraat 40, Betondorp. Het is een zonnige zondag in 1968. In de verte, vanuit de Meer klinkt gejuich. Ajax scoort tegen Holland Sport (5-1).
Betondorp, waar mijn grootouders – nadat ze eerst hebben gehokt – hun eerste echte huis hebben betrokken. Waar mijn ouders bij elkaar om de hoek zijn geboren en getogen.
Die tuin leek groot, beschermend, goed onderhouden. Een tuin die – zo ze kon praten – veel kon onthullen over onderduik, vluchten, verraad, heldendaden, (pleeg)familie, dorpse saamhorigheid, zure witte druiven en socialisme.
We kwamen er vaak en altijd een huis vol mensen. Er hing altijd een sfeer van ‘we hebben veel beleefd, maar hebben het er niet over’. Er waren ooms en tantes die geen oom of tante waren. Pleegfamilie, onderduikers, vrienden uit de partij, het resultaat van een gemengd gezin waarbij opa Louis bij oma Adele kon schuilen.
Anders was het ‘om de hoek’, waar mijn vader was geboren. Daar was het stil en kwamen wij niet. Er was ook niemand meer. De enige herinnering is te vinden op het namenmonument: tientallen Hartog’s en van Sweeden’s.
Een paar jaar geleden was ik er nog. Ik vertelde het verhaal van mijn beide families over Joodse huizen in de biep op de Brink. Met AT5 in mijn kielzog togen we naar het pleintje. We belden aan. Een boze man met woest blaffende honden deed open, totaal niet geïnteresseerd in het verleden van het huis en zeker niet bereid om ons binnen te laten. We konden maar beter vertrekken. Wat we ook deden. Toch even achterom gelopen voor een blik in de tuin. Nou ja, tuintje. Hoe ouder je wordt, hoe kleiner alles blijkt. Liever koester ik de herinnering.
Oost, een rode lijn door mijn leven. Gemaakt op het Archimedesplantsoen, daarna zo’n beetje in alle stadsdelen behalve ‘aan de overkant van het IJ’ gewoond. Maar altijd weer oost, het anker. Wedstrijdzwemmen en feesten in het Sportfondsenbad, schaatsen natuurlijk en een eerste eigen huis met een vorige mevrouw in de Indische Buurt. Gevolgd door west, waar ik mijn grote liefde in het Vondelpark ontmoette. Wonen in oud-west met onze twee dochters was geweldig. Wat een rijk leven met datzelfde Vondelpark als achtertuin. Mooier kun je je toch niet bedenken?
En toch… we wonen alweer zo’n twintig jaar in oost. Eerst op Vrijbucht, met ons theater, eigen haven en ochtendvroeg zwemclub LIA (leuk is anders) en nu op Oostpoort. Wat hadden we dit stadse gemist. Uitzicht over de ringvaart, een kade zonder auto’s, een geweldig opgeknapte ringdijk en in de verte af en toe een trein. Wees nou eerlijk: woon je in oost, dan hoef je de buurt amper uit. Restaurants genoeg, we hebben zo onze favorieten. Een uitstekende bioscoop, drie parken, links en rechts optredens, goed en gemêleerd volk en ruimte genoeg voor de grootste hobby’s: sport, creativiteit. Gelukkig is de fysio dichtbij, belangrijk voor een onstuimige met de racefiets vallende pensionado als ik.
Hoe wrang ook, zelfs de keerzijde van oost, gezinnen die onder de armoedegrens leven, biedt mij iets moois. Als ik woensdagochtend de deur open van het Voedselbank-uitgiftepunt in de Muiderkerk, en we zo veel mensen een steuntje in de rug kunnen bieden, schaam ik me ervoor dat dit rijke land niet goed voor haar inwoners zorgt. Tegelijkertijd ben ik blij dat we deze zorg bieden en dat ik daarin een kleine rol heb.
Twee dochters, drie kleinkinderen en nummer vier op komst. Dat is wel het rijkste waarvan we genieten. Die kleintjes komen met vaste regelmaat over de vloer.
Hoe mooi zal het zijn als ik hen eerdaags portretteer in onze binnentuin. Wat zullen zij er over 55 jaar vertellen over die opa en oma in oost? Over het geluid van het Bredewegfestival, de treinen in de verte, de geuren van de restaurants op de kade, het getik uit mijn werkkamer?
_____
Sander Hartog schrijft met zijn broer Aby kinderboeken: Hartog & Hartog, grootmeesters in fantasierijke, persoonlijke non-fictie voor kinderen:
Hoe? (Pelckmans)
Mag je zeggen wat je vindt? (Querido)
Wie heeft dat gedaan? (Moon)
Hoe Kom Je Er Op? (Moon)
Wie heeft wat bedacht? (Moon)
Daarnaast was hij co-auteur van Het waait niet vanzelf over handvatten voor leidinggevenden bij ongewenst gedrag (2023, Natasja van Schaik) en leverde hij het familieverhaal voor Joodse Huizen deel 3.
Voor Vrijbucht was hij co-auteur voor de CPO boeken
CPO anarchistisch idee of realiseerbaar initiatief (2007, Vrijburcht)
Achter de voordeur (2007, Vrijburcht)