Home Overzicht Adviesraad straatnamen wil eerder aan tafel

Adviesraad straatnamen wil eerder aan tafel

0

In september bestaat de Adviesraad naamgeving openbare ruimte (Anor) een jaar en komt dan met een persbericht over haar nieuwe werkwijze naar buiten. Deze Anor adviseert het gemeentebestuur over nieuwe namen van straten, pleinen en bruggen. Vorige zomer verscheen een rapport, waarin sprake was van een eenzijdige samenstelling van de voorganger, de Commissie Naamgeving Openbare Ruimte (CNOR). Wat is er veranderd en welke gevolgen heeft dit voor de namen in de nieuwe delen van de stad? Een gesprek met twee leden: voorzitter Charlotte Riem Vis en Annemarie de Wildt.

Anne-Mariken Raukema

W

e spreken elkaar in het kantoor van het Amsterdam Museum, waar Annemarie de Wildt werkzaam is als conservator. Aan de Herengracht. ‘Zo’n naam zouden we nu niet meer voorstellen’, grapt De Wildt. ‘Daar zouden we eerder ‘Mensengracht’ van maken.’ De toon is gezet. De opdracht aan de Adviesraad is om namen voor te dragen voor de openbare ruimte: bruggen, straten en pleinen. En dan vooral diverser en breder dan de vorige commissie deed. Dus meer vrouwen, andere culturele achtergronden en meer een afspiegeling van de stad van nu. Het gaat volgens Riem Vis, die zelf uit de theaterwereld komt en eerder raadslid voor de PvdA was, vooral om het verleggen van accenten. Over de voorgeschiedenis, het opheffen van de oude commissie wil ze niet veel kwijt. ‘Daar gaan veel verschillende verhalen over. We hebben een opdracht gekregen en kijken naar de toekomst. Wat is gebeurd, is niet zo boeiend.’

Zelfstandig

De leden van de Adviesraad hebben gesolliciteerd op deze functie en zijn door het college aangesteld. Ze krijgen vacatiegeld– ze komen vijf of zes keer per jaar bijeen – en er is ambtelijke ondersteuning. Riem Vis benadrukt dat ze onafhankelijk en autonoom zijn. ‘Daarom vergaderen we op mijn verzoek dan ook niet op het stadhuis, maar in het stadsarchief.’ Daar is Bert de Vries als directeur werkzaam. Hij is het enige lid van de Adviesraad die eerder deel uitmaakte van de Commissie. De andere leden zijn Marysé Jansen de Lannoy, adviseur inclusie en diversiteit, en Wouter Pocornie, architect en urbanist en verbonden aan de Black Archives. De Wildt geeft aan dat een aantal leden van de vorige Commissie er ‘qualitate qua’ in zaten.

De onafhankelijkheid speelt zich wel af binnen gestelde kaders en vaste regels. De Adviesraad kiest een thema en de namen van een nieuwe wijk moeten daarin passen en met elkaar samenhangen. De namen mogen niet lijken op andere, bestaande straatnamen, moeten goed uit te spreken zijn en niet te moeilijk om te schrijven. De Carolina MacGillavrystraat ligt echter niet bij iedereen voor in de mond.

Personen moeten minimaal vijf jaar zijn overleden – behalve leden van het koningshuis. De Anor wil de historisch gegroeide onevenwichtigheid opheffen door namen te kiezen uit groepen die nu ondervertegenwoordigd zijn.

Het verschil tussen de oude Commissie en de nieuwe Adviesraad is dat de Commissie voorstellen toetste en dat de Adviesraad daarnaast (burger)participatie stimuleert en zelf voorstellen doet.

Rijdende trein

De Adviesraad nam verleden jaar de lopende projecten van de Commissie over. Daaronder ook Strandeiland, het vijfde eiland van IJburg. Het gekozen thema stond al vast. De randen van het nieuwe eiland worden vernoemd naar buitenlandse stranden, het overkoepelende thema is ‘Amsterdam wereldstad’. De straten en pleinen worden vernoemd naar internationale figuren uit kunst, cultuur en wetenschap.

Na een advies van de Adviesraad aan het college controleert de gemeentelijke dienst BAG (Basisinformatie Adressen en Gebouwen) de zuiverheid van de voorstellen. Ze kijken of ze voorgestelde persoon geen blaam treft en begeleiden het gehele traject. De volgende stap in de procedure is het akkoord van het stadsdeel. Daarna bepaalt het college, zij heeft mandaat. De gemeenteraad heeft hierin geen stem. Dat de politiek zich direct bemoeit met de keuze van straatnamen is voor voorzitter Riem Vis geen probleem. ‘Dit wisten we van tevoren en we hebben nog niet meegemaakt dat een voorstel afketst.’

Minder helden

In het verleden waren er zeker modes en tendensen te zien. Zo zijn veel wijken in ons land – en Amsterdam blijft daar niet in achter – vernoemd naar literatoren, 17e-eeuwse schilders en zeehelden. Dat heeft volgens De Wildt te maken met representativiteit en nationalisme. In de Adviesraad gaan stemmen op om minder naar personen te vernoemen. Dit terwijl juist onder burgers de verleiding groot is om een geliefd familielid met bewezen diensten voor te dragen via de website. Dat is tot nu toe de geëigende weg om kenbaar te maken als je een onderbouwd idee hebt voor een straatnaam of brug.

Ter illustratie: een actieve inwoner uit Amsterdam-West diende een voorstel in om een bruggetje te vernoemen naar twee zussen die actief waren geweest in het verzet. De Adviesraad vond het verhaal zo bijzonder dat ze een brug voorstelde die door veel meer mensen zou worden gebruikt, waardoor de naamsbekendheid groter wordt.

Een ander voorbeeld: de brug achter de Hortus had – net al heel veel andere Amsterdamse bruggen – tot nu toe alleen een nummer. Het idee was om deze te vernoemen naar een 18e-eeuwse botanist. Annemarie de Wildt wist dat hier vroeger een begraafplaats was voor onder andere zwarte bewoners van de Jodenbreestraat. De Anor heeft daarom onlangs geadviseerd om de brug te vernoemen naar een van hen die hier ooit begraven lag.

Zelf, netwerk en burgers

De leden van de Adviesraad brengen allemaal hun eigen expertise, achtergrond en netwerk mee. Daarnaast willen zowel De Wildt als Riem Vis dat meer burgers worden betrokken bij de naamgeving van nieuwe wijken. ‘Het is belangrijk dat we in een eerder stadium aan tafel zitten’, aldus De Wildt. ‘Net als bij het Stadscuratorium waarin ik zitting heb, merk je dat er pas laat wordt gedacht dat er een naam, of kunstwerk, moet komen.’

In de nieuwe wijk die bij de Centrale Markthallen in West ontstaat, worden toekomstige straatnamen gekoppeld aan voedsel. Het is de bedoeling dat gebruikers van de Markthallen en omliggende scholen voor voortgezet onderwijs betrokken worden in de voorbereiding. Riem Vis: ‘Veel mensen weten niet dat ze suggesties kunnen doen en meedenken over namen.’

In de Kauwgomballenbuurt (Over-Amstel) liggen straten die naar ondernemende mannen zijn vernoemd: Willem Fenenga, Nicolaas Tetterode, Daniël Goedkoop en anderen. Drie nieuwe straten krijgen als het aan de Anor ligt als tegenhanger namen van vrouwelijke ondernemers. Die heeft de adviescommissie zelf gekozen.

Het traject voor het gebied waar de Bijlmerbajes heeft gestaan ligt nog open. Het gesprek wordt nu gevoerd in hoeverre de geschiedenis van het gebied – van polder naar volkstuinen, van gevangenis naar asielzoekerscentrum – medebepalend wordt. Een mooi proefveldje voor de beoogde burgerparticipatie.