Het Parool besteedt er twee pagina’s aan, op AT5 wordt verslag gedaan, de Volkskrant wijdt er drie pagina’s aan en Sylvia Witteman noemt de beuk in haar column een stomme, verwende boom. Ook omdat ze die niet kon vinden…
Dick Feenstra
Zo’n 200 mensen zijn 21 februari aanwezig in de aula en koffiekamer van De Nieuwe Ooster. De geschiedenis van een 132 jaar oude beuk wordt verteld in toespraken, in muziek speciaal voor de boom gecomponeerd en een gedicht. De boom heeft zelfs een emailadres waar veel brieven naar zijn verstuurd. Een oude dame deelt de vele jaren dat ze het graf van haar lief bezoekt en de berusting die ze vond als ze omhoog keek naar de groene blaadjes van de imposante boom.
Schimmel
Het wortelstelsel van de beuk is zo’n 140 jaar oud weet Johan Mullenders, de boomverzorger van het Arboretum De Nieuwe Ooster. De rode beuk is geënt op de stam van een groene. Johan legt uit hoe hij heeft gestreden tegen de schimmel die de boom noodlottig werd. Dan schiet hij even vol. Met trots toont hij een zaailing van de stervende rode beuk, die een plek in het park gaat krijgen.
Onder paraplu’s wordt afscheid van de rode beuk genomen met een defilé rond de stam die een omtrek van zes meter heeft. Beukennootjes worden gestrooid, er worden bloemen gelegd. Met koffie en een cd van de muziek voor de boom wordt de herdenking afgesloten.
De volgende dag zijn de takken van de rode beuk gezaagd. De tien meter hoge stam blijft staan als monument en bron voor ander leven. Voor de bomenman van Gedenkpark De Nieuwe Ooster, Johan Mullenders en allen die de rode reus missen, draag ik dit gedicht op.
Requiem voor een rode beuk
Honderdveertig jaar later
wordt een schimmel je fataal.
Tweehonderd mensen
komen afscheid nemen.
Van een boom
met een bijzonder verhaal.
Majestueuze reus
schaduw gevend,
troost
biedend.
Gestorvenen verbindend
met de hemel.
Wat blijft is
een obelisk
die nieuw leven
gaat geven.