37 Mijn leesclub wilde Moby Dick lezen en dus lees ik nu Moby Dick. Voorlopig vind ik het fantastisch, al schiet ik niet op. Het boek heeft een enorme slagschaduw en al lees ik maar twintig pagina’s per dag (inmiddels opgehoogd tot dertig, anders haal ik het niet, ik hoop maar dat geen van mijn deelnemers hier meeleest), het vult al mijn gedachten en kleurt mijn handelingen. Zo ging ik zwemmen in de Dokkumer Ee (ik kan het uitleggen) en was nog schrikachtiger dan anders wanneer mijn tenen iets raakten (ze raakten mijn andere tenen, maar ook van je eigen tenen kun je flink schrikken); een boek dat ik voor mijn werk las over een stel dat een kind verliest op zee zette ik af tegen de verschrikkingen waarover Melville zo smakelijk vertelt en toen ik spijbelde en het laatste boekje van uitgeverij Babel & Voss opensloeg, vond ik het niet meer dan logisch dat er in de eerste zin alweer een boot voorkwam, en dat er iemand inscheepte.
Uitgeverij Babel & Voss. Vorige week droegen we in Frankendael de uitgeverij ten grave en ik was zelden op een vrolijker begrafenis. Er waren sprekers – Maartje Wortel, Marja Pruis en Lisa Kuitert – die je je op je eigen afscheid wenst (toe, overleef mij), er was een heerlijk ‘interview’, er was thee met taart en er was natuurlijk de betreurde weduwnaar, die echter met zijn kenmerkende grijns rondglunderde, opgelucht dat hij na het lange ziekbed eindelijk verlost was van de zorg voor de kwijnende uitgeverij.
Uitgeverij Babel & Voss. Tien jaar geleden opgericht, of elf jaar, het is maar net hoe je rekent. De broers Heerma van Voss, Daniël van der Meer en Reinjan Mulder, zij zouden eens laten zien hoe het óók kon, uitgeven. Met veel liefde en nog meer goede smaak zouden ze alleen maar kwaliteit uitgeven, reeksen opzetten, jonge auteurs een kans geven, op zoek gaan naar buitenlands talent. De ‘jonge honden’ Daan en Thomas lieten het al vrij snel afweten, Daniël begon zijn eigen uitgeverij, met dezelfde bravoure, en slaagde wel.
Uitgeverij Babel & Voss. Wat er verscheen was prachtig, maar bleef onopgemerkt, ondanks de inventieve aanpak van Reinjan Mulder. Zo wilde hij ooit alle recensenten een briefje van twintig opsturen, met de vraag of ze van dat geld een Babel & Voss-titel wilden gaan kopen en die dan eventueel bespreken. Zo had de boekhandel er ook nog eens wat aan en het scheelde veel portokosten. Recensenten piepten dat ze geen geld konden aannemen, dus stuurde hij boekenbonnen rond. Natuurlijk hoorde hij er nooit meer iets van, behalve van Arjan Peters die de bon terugstuurde: ‘Ik had ‘m zo uit en vond er niet veel aan’ (of iets van die strekking).
Na vijf (zes?) jaar ploeteren vond Reinjan het welletjes: hij vroeg of Thomas een artikel dat hij schreef over het uitgeefavontuur wilde uitbreiden, hij zou er een mooi boekje van maken en dan hadden ze jubileum- en afscheidscadeau ineen. Dat werd Onzichtbare boeken – een dermate beeldschoon boekje dat het herdrukt moest worden om aan de vraag te voldoen. Na zo’n succes kon Reinjan de stekker er toch niet uittrekken?! Maar ja, was het kneepje in de hand een stuiptrekking van de comapatiënt of een aanzet tot daadwerkelijk ontwaken?
Het leek heel even op het laatste: Mulder maakte een succesvolle serie boekjes met verhalen uit en over Oost – Oost, Meer Oost en Door Oost – maar hoeveel schrijvers er ook in Oost wonen, ook deze stroom droogde op. En dus besloot Reinjan dat er nu echt een einde aan moest komen. Zijn laatste queeste was om ‘onbezoldigd en onbekwaam’ redacteur Thomas Heerma van Voss (die zich nooit officieel had afgemeld en dus nog gewoon bij de uitgeverij hoorde) een vervolg te laten schrijven op zijn Onzichtbare boeken, daarmee het tienjarige jubileum te vieren en de boel op te heffen, en dan nu echt.
Thomas schreef wederom een beeldschoon boekje, maar nu is het dan echt voorbij en dat stemt weemoedig. Net zoals het boekje zelf. Op aandringen van Reinjan gaat Thomas namelijk nog één keer naar Dovercourt, een vrij troosteloze badplaats aan de Engelse kust waar het gezin Mulder met Thomas vele zomervakanties doorbracht (Thomas was bevriend met de zoon van de Mulders). Het wordt een verhaal over afscheid, van het verleden maar ook van het heden, want terwijl Thomas bij het oude station naar het met onkruid overwoekerde spoor staat te staren, verhuist zijn vriendin in Amsterdam haar spullen uit hun appartement.
Bij de presentatie typeerde Marja Pruis Thomas als ‘iemand die vanuit stilstand danst, die zwijgend schreeuwt, uiterst beleefd de spot drijft’. Niemand had een melacholieker verhaal kunnen schrijven. En niemand had het mooier uit kunnen geven (met papier zo heerlijk dik dat de bladzijde omslaan een waar feest is).
Vlak voor de presentatie begon, kwam Reinjan met een doosje bij de boekentafel staan: ‘Ik heb hier nog wat oude titels. Een tientje per stuk! En als mensen dat te duur vinden, dan nemen ze de boeken zo maar mee.’ Een helaas uitstervend businessmodel. Helaas, want kleine uitgeverijen maken de boekenwereld zo veel leuker. En boze boekhandelaren uit Enschede zijn voor altijd af.
_____
Verdwenen boeken’ is geschreven door Thomas Heerma van Voss
is verschenen bij Uitgeverij Babel & Voss
Edith Vroon is boekverkoper bij Linnaeus Boekhandel, Middenweg 29. Daar is het boekje verkrijgbaar voor 10 euro.