Home Overzicht Column Justus van Oel | Kinderzegen

Column Justus van Oel | Kinderzegen

0

Ook zo’n hekel aan kinderen? Krijtstrepen op de stoep, gegil, rondvliegende ballen en zigzaggende fietsjes vlak langs je deur? Stop dan nú met lezen, want aan u is dit stukje niet besteed. Okay, die bakfietsen, dat is even wennen. Staan vaak hoogst onhandig geparkeerd. Zijn ook nogal lomp en groot.

Wat kan helpen tegen ergernis is dit: vervang in gedachten iedere bakfiets  die je ziet staan of rijden door een forse automobiel. Hoe zou de straat er dan uitzien? Even diep ademhalen, en je bent alweer een stuk minder boos. Tijd om te genieten van wat je om je heen ziet. Kinderen. Het zal mijn leeftijd zijn, en dat ik zelf kinderen heb, maar als je ze in een buurt opeens nog maar weinig ziet heeft dat toch iets treurigs.

Wat me brengt op de Watergraafsmeer. Ik weet nog wie de eerste persoon was die me met een blij gezicht vertelde te gaan verhuizen naar de Watergraafsmeer – ja, het is vlotter om ‘De Meer’ te zeggen, maar mijn vriend was geen geboren Amsterdammer. En hij ging dus, met vrouw en jonge kinderen, verhuizen naar de Archimedesweg. Hij bracht het als een ontdekking. Daar had je nog ruimte, binnen en buiten. En de prijs viel – eigenlijk – ook nog reuze mee. Ja, dat is nu ook niet meer zo, ik weet het, maar wel degelijk waren mijn vriend en zijn gezin het begin van de kindergolf waar niemand in de Meer zich nu nog over verbaast.

Veroudering en verjonging heb je natuurlijk in alle Amsterdamse wijken. Mensen krijgen kinderen, die gaan op een dag het huis uit, en hun steeds oudere ouders blijven lekker waar ze zijn. Maar op een dag keert het tij, je kan er de klok op gelijk zetten. Na mijn pionierende vriend Peter die de Meer opzocht volgde een golf van jonge gezinnen, die wel in Amsterdam wilden blijven, maar dan iets rianter graag. Nu begrijp ik best dat als je naast een schoolplein woont het woord ‘kinderzegen’ niet het eerste is wat je te binnenschiet. Dat gejoel en gegil in de pauzes, moet dat nou?  Wat kan helpen is je dan herinneren hoe stil en rustig jij zelf als kind altijd was. Meestal niet, dus.

Wist u trouwens dat er een tijd was, ongeveer vanaf de oerknal tot 2004, dat er in Amsterdam-Oost geen enkele hockeyclub was? De nieuwe tijd, wat u zegt. Maar als ik op een stoep zomaar opeens een hinkelbaan tref, getekend met dik stoepkrijt in verschillende kleuren, ben ik blij. Zomaar. Kinderen! En als die hinkelbaan dan ook nog van één tot over de honderd gaat, dan moet ik even een stukje hinkelen. Ik kijk wel eerst even of er volwassenen in de buurt zijn. Kinderen vinden het ook vreemd, zo’n raar hinkelstappende oudere man. Wat helpt is dan vrolijk om jezelf lachen. Helpt trouwens altijd.