Home Dwars nieuws Column | Komt u soms uit Amsterdam-Oost?

Column | Komt u soms uit Amsterdam-Oost?

0

Over het gevoelige Amsterdamse oor. Ik kwam een keer een astronaut tegen. In een grote boekwinkel vertelde André Kuipers, want die was het, over een nieuw boek van hem. Zijn zinnen waren helder, daar lag het niet aan, maar de inhoud van wat hij zei wilde maar niet doordringen. Het duurde een tijdje voor ik begreep wat hier gebeurde. Het was niet wát hij zei, het was hóe hij het zei. En ik had één dringende vraag. Na afloop stond er een rij te wachten op een handtekening in hun nieuw aangeschafte boek. Eindelijk was ik aan de beurt. Zonder boek, maar wel met die ene vraag. ‘Komt u soms uit Amsterdam-Oost?’

Dat was een echte vraag, overigens, ik had me vooraf niet in André’s verleden en herkomst verdiept. Ja, moderne mensen! Ik had het ter plekke kunnen googelen, maar dit vond ik spannender. André keek even zoekend naar mijn handen. Daar was geen boek. Nee. En, inmiddels licht nerveus, stelde ik de enige vraag die er voor mij op dat moment toe deed. Best vreemd. Je staat tegenover een man die duizenden keren om de aarde is gecirkeld, en je vraagt hem: ‘Komt u soms uit Amsterdam-Oost?’

‘Ja, van de Zeeburgerdijk’, zei André. Hij was geboren op 300 meter van mijn geboortehuis. En dat was wat ik, vijftig jaar later, onmiddellijk gehoord had. Hij was er in levenden lijve, ontspannen sprekend, en het oude Amsterdam-Oosts piepte zomaar tevoorschijn. Een dialect binnen het Mokums dialect. Want inderdaad, vroeger had iedere buurt zo zijn eigen variant van het Amsterdams. Dat had te maken met immigratie, ook vanuit eigen land. In sommige buurten kwamen in bepaalde periodes opeens veel gastarbeiders uit Oost-Nederland wonen. Of Duitsers. Mijn oude buurvrouw van het Javaplantsoen heette Hessing, ‘uit Hessen’ dus. De loodgieter in de Ceramstraat heette ‘Reneman’, uit Rhene, in Duitsland. En wat dacht u van ‘Van Oel’? Uhl, een stad in Nordrhein Westfalen.

Mengen in Amsterdam is van alle tijden. Als ik ga wandelen lees ik graag de naambordjes naast de deuren. Waar zouden Van Essen, Van Dusseldorp, Van Krefeld, Van Kleef en Van Berlijn ooit vandaan zijn gekomen? Inderdaad. En Koch kookte, Wagner had een paard en wagen, Weber weefde, Schaeffer had schapen en Schmidt was smid. Juist in tijden van oorlog, op dit moment dan weer een andere, schuilt er troost in Amsterdamse naambordjes. En in al die persoonlijke accenten, waar zelfs astronauten niet vanaf komen. We kunnen het bèst, samen.

Reageren? Graag. Naar [email protected]. | www.justusvanoel.nl