Home IJopener Column | Onderwaterwereld van het IJ

Column | Onderwaterwereld van het IJ

0

Als je langs de oevers van het IJ wandelt en naar de schepen kijkt die voorbij varen, kun je jezelf trakteren op een echte Hollandse delicatesse: een verse haring. Deze hoef je niet te halen bij de vishandel, deze vis is ook gewoon te vangen in het IJ. De haring zwemt namelijk vanaf volle zee ons IJ

binnen. Net als bij de scheepvaart, moet hij daarbij door de sluizen bij IJmuiden.

Stijn Nollen | Illustratie Josien Vogerlaar

Met elke opening van de sluisdeuren komt er een beetje zout zeewater terecht in het Noordzeekanaal. Dit zoute water komt in aanraking met het Amsterdamse water en mengt met elkaar. Hierdoor is het water in het IJ niet alleen zoet, maar heeft het water een gelaagdheid van zout-, brak- en zoetwater. Deze gelaagdheid ontstaat doordat het water met of zonder zout een verschillende dichtheid heeft en dus op elkaar drijft.

In de onderste laag is het water het zoutst en zwemmen er zeevissen zoals haring, kabeljauw en zeebaars. Halverwege komt het zwaardere zoute en het lichtere zoete water met elkaar in contact en ligt er een brakke waterlaag. Hierin zwemmen miljoenen Amerikaanse ribkwalletjes die ooit zijn meegekomen met het ballastwater van schepen. De kwalletjes bleken prima te kunnen leven in het IJ. Deze kwalletjes zijn overigens voor ons ongevaarlijk, dus geen reden voor zorg als je op een zomerdag in het IJ springt. In de bovenste laag, het zoete water, zwemmen de ons bekende zoetwatersoorten rond. Zoals de baars, de snoek en de rivierdonderpad.

Dat al deze soorten zich zo goed naast, of eigenlijk boven elkaar manifesteren heeft mij altijd verbaasd. Elke keer als ik het pontje van het Azartplein pak, werp ik een blik op het IJ en stel ik mij voor dat er een zalm boven het water uit springt. Wat eigenlijk niet eens zo’n gekke gedachte is.