Home Dwars nieuws Corona en ouderen in Oost

Corona en ouderen in Oost

0

Wat een jaar hebben we achter de rug! De pandemie heeft alles op zijn kop gezet. Veel mensen hebben het niet overleefd onder wie veel ouderen in verzorgingshuizen. Hoe is het ouderen in Oost in deze tijd vergaan? We hebben het enkele van hen gevraagd.

Ouderen Adviesraad Oost

K is 70+. Hij denkt dat hij begin maart corona heeft gehad. Zijn vrouw waarschijnlijk niet. Toen testte men nog niet. Sindsdien zijn zij heel voorzichtig om geen besmetting op te lopen. De kinderen en kleinkinderen zien ze weinig, liefst buiten. Thuisbezoek ontvangen doen ze niet. Nog net op tijd zijn ze naar een museum geweest voor de laatste lockdown; het zijn museumtijgers. Helaas, zit reizen er niet in, buitenlandse cultuur moeten ze laten lopen. Lezen is een goed alternatief. De Watergraafsmeer heeft veel te bieden, ook aan geschiedenis. Hun tweede huis in het Noordoosten des lands vergoedt veel. Daar stierf een overbuurman, niet oud, aan corona; je bent dan een gewaarschuwd mens.

M. kreeg recent corona. Ze is bijna 90 maar als ex-topsportvrouw, zoals te verwachten blakend van gezondheid ondanks een zeer zware operatie een paar jaar geleden. Moe is ze nog wel. Ze houdt zich aan de afspraken, maar er is geen afleiding; ze ziet geen kennissen. De vele (achter) (klein-)kinderen ziet ze apart per gezin. Thuis ontvangt ze nauwelijks bezoek. In het begin liet haar dochter de boodschappen achter in de gang, nu brengt zij ze gewoon binnen. Nu ze alles achter de rug heeft is ze niet bang meer bezoek te ontvangen. ‘Jammer dat je niet meer bij elkaar komt’, zegt ze. Ze denkt dat ze ook begin maart al corona heeft gehad. Hopelijk geeft het vaccin uitkomst.

Uit deze verhalen komt naar voren dat er grote angst en onzekerheid heerst

Ze volgt het nieuws heel trouw. Soms vindt ze dit te voorzichtig, andere keren juist te vaag. Wees duidelijk over de winkelsluiting. Ze gaat bijna elke ochtend als oudere al vroeg naar de supermarkt; dan heb je je loopje. Soms gaat ze naar de kerk, ze is trouw lid. Dertig mensen mogen binnen. Andere keren kijkt ze thuis. Ze vindt het jammer, maar het is niet anders. Buiten de tablet kan ze niet meer. Er zijn oude mensen die ze dagelijks belt en ook wel bezoekt. Heeft een van hen haar besmet? Ze is de hele dag in de weer. Lezen is wat moeilijker geworden door de slechte ogen.

W. is een eindje boven de 90. Sinds een paar jaar rijdt ze geen auto meer. Ze krijgt veel hulp en rijdt soms mee met haar kinderen. Haar verjaardag binnenkort kan helaas niet in een restaurant gevierd worden. Ze had niet lang geleden corona en stak haar beste vriendin aan; maar beiden zijn weer de oude. Haar leven is niet zoveel veranderd. Ze ontvangt thuis bezoek. Als ze niet moe is, mag men komen. Ze praat honderduit over haar leven en haar kinderen en verder nageslacht. Alles weet ze nog precies.

R. is bijna 100 en kraakhelder. Ze woont thuis met veel verzorging. Ze is als de dood voor corona. Ze vindt het prettig als iedereen die naar binnen komt een mondkapje draagt. Ze krijgt heel veel bezoek en veel mensen over de vloer. Ze zijn allemaal aardig voor haar. Maar omdat ze weinig buiten komt is haar leven niet erg veranderd.

Er zijn verschillen hoe men deze nieuwe werkelijkheid ervaart. De eenzaamheid en het isolement versterkt

J. is even over de 70. Eigenlijk is hij risicopatiënt. Hij trekt zich er niks van aan. Het scheelt dat hij een brede belangstelling heeft en hij vermaakt zich dus wel. Vaak vindt hij dat de maatregelen allemaal wel erg veel zijn: ‘Is het niet té veel? Maar de mensen die ons door deze crisis leiden krijgen vast samen een mooi standbeeld.’ Hij gaat veel weg en ontvangt thuis soms bezoek. Als het eens per ongeluk door een samenloop van omstandigheden buiten de richtlijnen is, vindt hij dat niet erg. Op een vergadering vernam hij van een praktijkondersteuner dat sommigen ouderen zich er zo weinig mogelijk van willen aantrekken en trachten gewoon door te leven. Waar dat nodig is, houdt hij zich aan de regels. Hij doet wat mensen van hem verwachten. Hij zegt: ‘Ik heb geen smetvrees en dat wil ik graag zo houden’. Iets noodzakelijks kopen moet nu via internet.

C. is net 70. Als slechtziende mag ze aan de arm van een begeleider boodschappen doen. Ze woont alleen. Heel soms gaat ze met iemand op stap om eens buiten te zijn of niet alleen naar hulpverleners te hoeven gaan. Maar ze is heel behoedzaam. Alleen met mondkapje mag je bij haar naar binnen. Ze krijgt minder bezoek. Verder is er niet zo veel veranderd. Ze voelt zich nu zelfs minder eenzaam; veel meer mensen leven nu noodgedwongen zoals zij al jaren leeft. Ze is blij dat ze als slechtziende met een willekeurig iemand aan de arm op stap mag. Niet iedereen weet dat.

‘Ik hoop dat het virus in het najaar onder controle is’

 

R., arts en in de 70, is heel precies met de corona- en quarantaineregels. Met haar kinderen en kleinkinderen gaat ze normaal om. Enkele anderen ontvangt ze buiten of binnen met wijd open ramen. Ze fietst nog meer dan vroeger.

E. is 90 en is blij dat hij nog zelf boodschappen kan doen. Maar hij wordt ouder. Hij houdt zich niet zo bezig met corona en houdt zich alleen aan de regels waar dat moet. Hij is bang dat hij niet al zijn boeken kan uitlezen: ‘In de oorlog zei men ook steeds dat het vlug afgelopen zou zijn…’ Hij gaat alleen naar de dokter als het heel erg nodig is.

T. en haar man leven altijd heel rustig en gaan sowieso veel naar buiten. Hij werkt eens per week in een tuin. Bij vrienden houden zij afstand; ze spreken hen minder. Met de kinderen is dat anders: ze komen samen op gepaste afstand: 1,5 meter!

De organisatie waarin zij actief is, blijft zeer actief maar aangepast aan de mogelijkheden. Het stadsdeel legt zichzelf en andere organisaties beperkingen op, misschien wel sterker dan nodig is, vond ze: ‘Ambtenaren zijn heel passief, je ziet ze weinig bij ZOOMbijeenkomsten’.

I. is 90 en verblijft in een verpleeghuis; ze is dementerend. Bezoek ontving ze toch al weinig. Ze beseft dat er een ernstige griep heerst en weet dat je dan mondkapjes moet dragen. Een enkeling tracht al een paar jaar haar eenzaamheid te doorbreken, dat is nu niet anders, alleen moet het mondkapje op. Daar is ze al aan gewend.

A. vertelt dat de cliëntenraad waar zij als jongere in zit, door de deelnemende ouderen erg wordt gemist, terwijl er nu wel veel te doen is en de inbreng van de ouderen van groot belang is. ZOOMen met bewoners gebeurt eigenlijk alleen individueel.

E. is 80+. Zij vertelt: ‘Toen in februari corona zo snel om zich heen greep en daarna de lockdown, dacht ik ‘daar zijn we nog lang niet vanaf’. Ik stelde me erop in dat het zeker tot het einde van het jaar zou duren. Daar zijn we nu dus al voorbij. Ik hoop dat het virus in het najaar onder controle zal zijn. Het leven is saai geworden. Ik zie nog maar weinig mensen. Gelukkig houd ik erg van lezen en heb ik mijn leven lang veel aan muziek gedaan. Ik speel viool en mijn vaste piano-maatje en ik kunnen nog steeds mooie muziek maken. Dat houdt de moed er in!’

F. helpt met het bezorgen van maaltijden en boodschappen. Hij vertelt: ‘Wat ik hoor, is hoe groot de eenzaamheid is voor veel mensen. Het bezorgen van eten doorbreekt voor velen het dagritme. Al die activiteiten in buurthuizen die dicht zijn. Koffiedrinken en samen komen in de buurt was een geliefd uitje. Als je wat meer te besteden hebt, kun je eens eten laten bezorgen bijvoorbeeld van eetcafé De Avonden. Zij doen, zoals anderen, veel voor de mensen in de buurt. Met familie gaat men op uiteenlopende wijze om: de een laat ze gewoon komen, anderen hanteren de officiële maatregelen. Buitenstaanders ontvangt bijna niemand. De verveling slaat toe.’

Uit deze verhalen komt naar voren dat er grote angst en onzekerheid heerst. Er zijn verschillen hoe men deze nieuwe werkelijkheid ervaart. De eenzaamheid en het isolement versterkt, maar is in verpleeghuizen bij de tweede golf minder ernstig dan bij de eerste. Bijna iedereen ontvangt gewoon de huishoudelijke hulp, zij het minder vaak. De meeste hulpen dragen een mondkapje. Vaak durven de ouderen de hulp niet te vragen dat te doen. Men maakt zich ook zorgen hoe het zal zijn na deze pandemie. Nu het vaccinatie-programma langzaam op gang komt, gloort er hoop dat dit jaar het ergste voorbij zal zijn en dat we weer meer dan vanouds met familie en vrienden kunnen omgaan. Maar het zal nog veel tijd kosten voor alle culturele schade en economische schade enigszins hersteld is. Er zal veel gediscussieerd worden over hoe we de samenleving willen inrichten. Houd het vol en blijf gezond!

Contact Jan Dijk: [email protected], Els Nicolas: [email protected], Annette Wiese: [email protected], Tunny Jongejan: t.jongejanmaat@ chello.nl. Telefoon: 020-6943748