Home De boekenkast van De boekenkast van Samira Bouchibti

De boekenkast van Samira Bouchibti

0

Als het huis van voormalig Tweede Kamerlid en schrijfster Samira Bouchibti in brand vliegt neemt ze geen foto’s mee. ‘Mijn dochter staat op één. Daarna komen mijn boeken.’

De Boekenkast | Thomas Claassen

 Samira groeit op in een groot gezin in Haarlem. Haar ouders zijn analfabeet. Lezen wordt niet aangemoedigd, maar ook niet ontmoedigd. ‘Als jong meisje maakte ik mezelf lid van de bibliotheek door de handtekening van mijn ouders onder het formulier te zetten. Ik durfde niet aan mijn ouders te vragen of ik lid mocht worden. Daardoor kwam ik op jonge leeftijd in aanraking met boeken.’ Ze noemt Koning van Katoren van Jan Terlouw en boeken van Guus Kuijer en Marga Minco.

‘Ik was, en ben nog steeds, heel nieuwsgierig. Ik wil veel weten.’ De buurvrouw in Haarlem kocht om de week een Donald Duck voor haar.‘ Ik was daar vier dagen in de week. Daar las ik ook vrouwenbladen als de Margriet en de Libelle.’

Held en heldinnen
Een paar planken is gevuld met vrouwelijke schrijvers zoals Virginia Woolf en Simone de Beauvoir. ‘De Beauvoir is voor mij een heldin. Ze is heel belangrijk geweest voor mijn ontwikkeling als het gaat om emancipatie. Een rolmodel. Vrouwen en meisjes hebben voorbeelden nodig. Ook in deze tijd. Dat is belangrijk. Jongeren moeten zich kunnen identificeren met een persoon.’

Een leven dat indruk op haar heeft gemaakt is dat van Baruch Spinoza. ‘Hij was een vrijdenker en ging in tegen de heersende opvatting over het geloof. Dat werd niet geaccepteerd en dat wist hij. Toch bleef hij zijn denkbeelden verkondigen. Uiteindelijk leidde dat tot zijn verbanning.’ Ze haalt een roman van Irvin Yalom aan over het leven van Spinoza.

De heilige kast
De kast is op maat gemaakt door een vakman. ‘Boeken verdienen een mooie plek. Het was best een langdurig proces. Ik wilde beslist dat de kast met de hand werd gemaakt.’

Zonnestralen verlichten de woonkamer. Samira lacht en zegt: ‘In het voorjaar kan ik urenlang met mijn boekenkast bezig zijn. Achterdeur open. Licht in de kamer. Je hebt van die mensen die urenlang met postzegels in de weer zijn. Ik heb dat dus met boeken. Dan pak ik een boek, blader erdoor en leg ‘m terug. Ik denk na over de indeling. Alles moet goed staan. Soms komen dan herinneringen boven.’ Ze noemt als voorbeeld Allah weet het beter van Theo van Gogh dat ze persoonlijk van hem kreeg.

‘Boeken zijn zo belangrijk. Ik kan letterlijk opgaan in een boek. Vooral in de vluchtige eenentwintigste eeuw, met sociale media als rode draad in het leven. Boeken blijven. Je hebt door het lezen en vasthouden van een boek direct contact met de schrijver. Dat is bij het lezen op een e-reader of tablet heel anders. Daar zit een venster tussen.’

Samira koopt haar boeken bij voorkeur in kleine boekwinkels, zoals Linnaeus aan de Middenweg. Ze gooit geen boeken weg. Wel doneert ze af en toe een boek aan een openbare boekenkast op straat.

Ze heeft een aantal regels: geen aantekeningen of oortjes in boeken (alleen in studieboeken), boeken moeten tot aan de rand van de plank komen, vrienden of kennissen mogen niet zomaar boeken pakken om in te bladeren. ‘Toen mijn dochter jonger was trok ze uit nieuwsgierigheid boeken uit de kast. Zo gaat dat natuurlijk. Ik hield mijn hart vast. Maar je houdt zo’n kind niet tegen hè.’

Burgerschap
Samira heeft een druk bestaan. ‘Tijd is de grootste vijand van lezen. Elke ochtend om zeven uur op. De hele dag werken. In de avond is het brood, bed en bad. Als mijn dochter naar bed is en ik op de bank lig pak ik geen zware kost. Momenteel lees ik Het gewicht van woorden van Pascal Mercier. Maar die pak ik er om tien uur ’s avonds niet nog even bij.’ Op de vraag of ze tijd inruimt om te lezen zegt ze gedecideerd: ‘Nee, lezen plan je niet in.’

Ze is moeder van een dochter van zeven, heeft een eigen adviesbureau, is dagvoorzitter en werkt als gastdocent op scholen. Tevens schrijft ze op dit moment aan een vierde boek Nederland is van ons allemaal. Al haar werkzaamheden vergen voorbereiding, ook in de avonduren. ‘Ik geef les over burgerschap.’ Ze wijst naar een stapel boeken op tafel. Daartussen de Nederlandse Grondwet en het dagboek van Anne Frank. ‘In mijn lessen wijs ik op het belang van de Nederlandse waarden zoals vastgelegd in de grondwet. Vrijheid, vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid en godsdienstvrijheid. Dit vergt blijvende aandacht van docenten om over te brengen op de jeugd, óók voor nieuwkomers.’ Daarbij verdienen de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog ook aandacht. ‘Waar kwam die haat tegen een bevolkingsgroep vandaan? Dat verhaal moet blijvend verteld worden.’

Een van de mooiste regels die Samira kent onderstreept haar constante nieuwsgierigheid en komt uit de islam. ‘Het eerste woord van de eerste boodschap aan de profeet Mohammed van de aartsengel Gabriël was: lees!’  Ze geeft me een exemplaar van haar boek De islam, de moslims en ik cadeau. Als ik haar woning verlaat en het boek opensla zie ik de woorden: ‘Lees! Groet, Samira.’