Ook de mensen van het team van oost-online zitten thuis. Ze houden de invloed van het corona-virus op hun buurt in de gaten en doen daar verslag van op oost-online. Lewis Daniels beschreef zijn ervaring met de buurt. Eddy Ellert maakte foto’s.
Lewis Daniels | Foto’s Eddy Ellert
Het is een onwerkelijke, nog niet ingedaalde werkelijkheid. De toch al steeds legere Dappermarkt oogt nog meer verlaten. De kassières in de supermarkten zitten achter glasplaten. De schappen met houdbare producten zijn leeg omdat mensen hamsteren, de oproepen dat niet te doen ten spijt. De anders volle trams, metro’s en bussen zijn leeg. Amper verkeer op de Linnaeusstraat.
Als in het Oosterpark de zon doorbreekt, lijkt het een vrolijke zondagmiddag met spelende kinderen op het grote veld. Hun scholen zijn gesloten, hun leerkrachten werken hard aan een online lesprogramma.
Het campusgebied aan de Wibautstraat is een desolate, buitenaardse vlakte. De meeste instellingen zijn beperkt geopend. De horeca is gesloten.
Het OLVG, waarschijnlijk nu het belangrijkste gebouw van Oost, stelt niet acute operaties uit en bereidt zich voor op een toestroom van patiënten waarvan de hoeveelheid vooralsnog niet valt in te schatten.
Passanten op straat die elkaar niet kennen houden afstand, kijken verschrikt op als iemand niest of hoest. Bekenden durven iets dichter in elkaars buurt te komen. Een lach ontbreekt, zorg overheerst. Wat gisteren werd afgeraden is vandaag nog toegestaan, maar kan morgen zijn verboden. Zzp-ers vragen zich af hoelang ze nog werk hebben of anders op tijd hun uitkering ontvangen om de huur te betalen.
’s Avonds brandt de stadsverlichting. De enigen die ontbreken zijn mensen. Het gevaar hangt in de lucht, maar niemand weet waar. Zij blijven zoveel mogelijk binnen. Afgelopen dinsdag openden zij hun ramen en klapten voor alle hulpverleners. Hoelang het in Oost stil blijft op straat kan niemand zeggen.