Home BoekvandeWeek De boekenkeus van deze week: ‘Wittgensteins minnares’ van David Markson

De boekenkeus van deze week: ‘Wittgensteins minnares’ van David Markson

0

13 Ergens half november hoorde ik voor het eerst over dit boek en ik kreeg er meteen zin in. De vertaling (van de hand van Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes, met een nawoord van Lieke Marsman) van deze cultroman uit de jaren tachtig van de vorige eeuw verscheen half februari maar ik begon er pas 15 maart in, toen er wel iets aan zat te komen, maar het leven nog ‘gewoon’ was. Het leek me wel een soort toepasselijk, een experimentele eindtijdroman, in een periode waarin de schroefjes langzaam lostrilden.

Wittgensteins minnares gaat over Kate die beweert de laatste vrouw op aarde te zijn. Kate steekt meteen van wal:

‘In het begin liet ik soms boodschappen achter op straat.
Er woont iemand in het Louvre, stond er soms. Of in de National Gallery.
Dat stond er natuurlijk alleen maar als ik in Parijs of in Londen was. Er woont iemand in het Metropolitan Museum zou er staan als ik nog in New York was.
Natuurlijk kwam er niemand. Op het laatst hield ik op met boodschappen achterlaten.’

Wat een manier om een boek te beginnen dacht ik meteen. Raadselachtig en kraakhelder ineen. En zo droogjes.

En het blijkt een adequate opmaat. Kate is de laatste vrouw op aarde, die een tijd in musea woonde en over de wereld zwierf in voertuigen waarvan ze de tank leegreed om daarna weer op zoek te gaan naar een nieuw vehikel.

Uiteindelijk strijkt ze neer in een huis aan het strand en ze typt haar verhaal, random, ze springt van de hak op de tak, begint aan een zin, verandert halverwege van onderwerp, vergeet waarover ze het eigenlijk wilde hebben, en verwoordt dat hele proces dan weer.

Dit klinkt misschien vermoeiend, maar het effect is verrassend. Je raakt gaandeweg verstrikt in het hoofd van Kate, ze vertelt af en toe iets over haar vroegere leven (er was een man, er was een kind), maar geeft ook weer commentaar op haar eigen verslag. Ze refereert vaak aan een periode waarin ze naar eigen zeggen ‘gek’ was, maar hoe betrouwbaar is Kate? Intussen filosofeert ze over kunstenaars en componisten, over de waarde van kunst, ze strooit met passages uit de klassieke Griekse tragedies, maar ook hier is het oppassen geblazen, want steeds als je denkt: hm, interessant weetje, haalt ze zichzelf weer onderuit en geeft ze toe dat ze verbanden heeft gelegd die er helemaal niet zijn.

Wittgensteins minnares is een eenzaam boek. Hoe toereikend is taal om echt te verwoorden hoe iets is of voelt? Dat maakte dit boek voor mij ook weer heel troostrijk, omdat Kate niet opgeeft het onzegbare te verwoorden, ze blijft contact zoeken, ze blijft hopen. Verwacht geen plot, geen straffe dialogen, lees het als een gedachte-experiment, lees af en toe een paar bladzijden en probeer met Kate woorden te vinden voor het dolende gevoel waar we nu aan overgeleverd zijn.

_____

Wittgensteins minnares is geschreven door David Markson
vertaald door Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes
is verschenen bij Uitgeverij van Oorschot
Edith Vroon is boekverkoper bij Linnaeus Boekhandel, Middenweg 29