Toen we in 1990 aan de Zeeburgerkade gingen wonen was er in de rest van het Oostelijk Havengebied nog weinig te beleven, tenzij je van illegale houseparty’s hield. Ook winkels waren er de eerste jaren niet. De Javastraat werd toen ons winkelgebied. Afgezien van het Café Gijs de Rooij was er nauwelijks horeca. Overdag was het er gezellig, maar ’s avonds laat, als ik vanuit het Muiderpoortstation wel eens naar huis toe liep, vermeed ik de Javastraat toch maar liever. Erg veilig voelde ik me daar niet.

Sinds 1982 woonde Fokko Kuik in verschillende buurten in Oost, werkte ruim 20 jaar als verkeersadviseur bij de gemeente en is sinds vorig jaar postbezorger in de Watergraafsmeer. Zo bouw je persoonlijke banden op met verschillende straten in Oost. Volg Fokko Kuik door de straten van Oost.

Nu, ruim dertig jaar later, is de beleving van deze straat totaal anders. Tegenwoordig kun je er gerust een avondje gaan stappen met de talloze eettentjes en cafés die er inmiddels te vinden zijn. Boodschappen doen kan ook nog steeds, want het multiculturele aanbod van voedsel is er groot. Ook voor kleding, design en interieurspulletjes kun je er tegenwoordig goed terecht.

In 2017 kwam er een boekje uit van Maxime Smit: ‘De Javastraat, Biografie van een volksstraat’. Ik heb het met veel plezier en herkenning gelezen. Ze beschrijft onder meer hoe Gijs de Rooij op een zeker moment ook IJ-biertjes in zijn assortiment opnam als symbool van de verhipping en veryupping van de buurt. Het autoparkeerprobleem, dat zich altijd uit in veel dubbelgeparkeerde auto’s, waardoor er vooral op zaterdagmiddag geen doorkomen meer aan is, is aangevuld met een fietsparkeerprobleem. Met de door het stadsdeelbestuur voorgenomen aanpassingen van de Javastraat, met onder andere de instelling van eenrichtingsverkeer voor auto’s hoop ik dat er op verkeersgebied nog wat winst geboekt kan worden.

Het mooie van de Javastraat is, dat het altijd een gemengde straat is gebleven. Ik ken weinig straten in Amsterdam die zoveel diversiteiten te bieden hebben. Heel aantrekkelijk vind ik ook de vorm van de straat. Er zit een lichte flauwe bocht in waardoor het karakter van een saaie lange pijpenla succesvol vermeden wordt. Ook de woningen met gekleurde bakstenen en Franse balkonnetjes dragen bij aan het mooie aanzicht van de straat. Nu de bomen van na de laatste herinrichting alweer flink zijn gegroeid is het een fijne straat om doorheen te lopen, ook als je er niks te zoeken hebt. Op een eerste lenteachtige dag vielen me laatst ook de vele geuren op die je er kunt opsnuiven.

Maar niet alleen overdag is het er leuk. Als je eens gasten krijgt van buiten de stad, die een gezellig avondje willen stappen in Amsterdam, hoef je ze echt niet helemaal mee naar het centrum te slepen. Want in de Javastraat zijn inmiddels veel eet- en drinkgelegenheden te vinden. Dat scheelt ook weer een ritje met de tram.

Een bijzondere plek in de Javastraat is natuurlijk ook het Javaplein, met het zo karakteristieke Badhuis. We waren maar wat blij dat daar in 1993 een leuk grand café in gevestigd werd. Je kon er wat drinken, krantjes lezen en er was een open haard. Toen het op een avond ook nog eens enorm begon te sneeuwen was de romantiek compleet. Helaas hield de eerste exploitant het niet vol en ook z’n opvolgers hebben er geen duurzaam succes van kunnen maken, ondanks het enorme terras met lang avondzon. Inmiddels is er weer een nieuwe exploitant neergestreken, dus laten we hopen dat er voorlopig even geen pandemieën meer uitbreken.

Tot slot, ooit bedoeld als de hoofdstraat van alleen de Indische buurt is de Javastraat wat mij betreft toch echt de ‘hoofdstraat’ van heel Amsterdam-Oost geworden. Daar kan de Linnaeusstraat, gecombineerd met Oostpoort niet aan tippen. Maar ach, dat is alleen maar mijn eigen bescheiden mening.

Lees ook
De andere straten van Fokko Kuik