‘Snekkerbuks is het Noorse woord voor tuinbroek’, leer ik van Kristin Maurer, oprichter en eigenaar van Atelier Snekkerbuks aan de Transvaalkade. ‘Ik ben het atelier begonnen met het ontwerpen van tuinbroeken voor kinderen, gemaakt uit meubelleer. Eigenlijk Latzhosen dus, maar in het Nederlands hebben we geen eigen woord voor Lederhosen. Daarom is het atelier Snekkerbuks geworden, dat klinkt lekker speels. Onder elkaar noemen we de broekjes die we maken meestal tuinbroekjes.’   

Henny Reubsaet

Als ik het atelier binnenkom is medewerkster Wanda bezig met het uitsnijden van een patroon uit een grote leren lap. Gewoon op de vloer, lekker op blote voeten. Ik herken geen tuinbroekje in het patroon. Dat klopt. Ze blijken nu vooral bokszakken te maken.’ Dat ontwerp is ontstaan in de coronatijd. Eigenlijk is dat ook gekomen door mijn kinderen’, vertelt Kristin. ‘In de coronatijd zaten mijn drie dochters veel binnen en drie van die pubers thuis, dat ging niet altijd goed samen.’

‘Toen ben ik op het idee gekomen om van het leer dat we toch al in huis hadden bokszakken te maken. Konden ze zich lekker uitleven in het boksen. Grappig genoeg zit mijn oudste dochter van 16 nu al een jaar op boksen. Boksen is nu gewoon erg in, denk ik, want in de kersttijd hebben we ons uit de naad moeten werken om alle bestellingen op tijd te kunnen versturen.’ Wanda begint te lachen. ‘Ja, we denken dat half Duitsland nu een boksbal van ons in huis heeft hangen.’

Atelier Snekkerbuks bestaat al sinds 2012. En heeft vanaf het begin voornamelijk Duitse klanten gehad. Kristin: ‘Het idee voor de tuinbroekjes kreeg ik toen mijn kinderen nog klein waren. Ik ben Duitse en een vriendin uit het Schwarzwald stuurde me toen zo’n Lederhosen voor mijn dochtertje. Want misschien kon ik daar nog iets mee. Hij was heel erg oud en al gedragen door diverse kinderen, maar ze wist dat ik vanaf mijn jeugd een passie had voor naaien en dan niet gewoon naaien, nee het liefst grote dingen, met stugge stoffen of met leer.’

‘Dat broekje heb ik toen vermaakt en het idee dat zoiets onverslijtbaar is beviel me wel. En toen ik nog een tweeling kreeg heb ik zelf nog twee broekjes gemaakt. Iedereen die mijn kinderen in die broekjes zag, zei toen oh wat leuk en wat schattig. En ja, wat heerlijk praktisch bij het buiten spelen, waar kun je zo’n broekje kopen? Toen ben ik begonnen met Atelier Snekkerbuks. Maar Nederlanders kopen geen leren tuinbroekjes voor hun kinderen. Waarschijnlijk vinden ze het uiteindelijk te duur of het zit gewoon niet in hun cultuur. Maar door mijn website kreeg ik altijd wel klanten. Behalve Duitsers ook Oostenrijkers en Zwitsers en zo.

‘Tot vorig jaar deed ik daarnaast nog andere opdrachten. Ik ben afgestudeerd aan de Rietveld Academie en ben interieurarchitect. Maar als je tegenwoordig iets moet ontwerpen zit je alleen nog maar achter de computer. Zelfs maquettes hoef je niet meer met de hand te maken, die komen nu uit de 3D printer. Ik vind het jammer dat het veranderd is, want zelf met mijn handen werken vind ik veel leuker. Toen ik me dat realiseerde, ben ik mijn tijd full-time aan het atelier gaan wijden.’ 

De glazen koepel in de uitbouw van de benedenwoning aan de Transvaalkade maakt het tot een mooi licht atelier. Behalve Wanda werkt ook Nora part-time mee aan het naaien met leer. ‘Ja, het atelier is ruim genoeg om met meerdere mensen te werken, maar op de tafel werken lukt mij niet’, licht Wanda toe. ‘De tafel is te hoog, op de maat van Kristin. Maar patronen uitsnijden op de vloer gaat prima. Daar blijf ik lekker lenig bij’, lacht ze. Achterin staan grote balen. Die blijken gevuld te zijn met textielsnippers. Samen met zakjes grind vormen zij de vulling voor de bokszakken.

‘Die grote balen bestel ik bij een bedrijf dat zich inzet voor recycling. Dat vind ik zelf ook heel belangrijk’, vertelt Kristin verder. ‘Iedereen die een product bij ons koopt, mag dat voor 50 procent van de inkoopprijs weer aan ons terugverkopen. Als de kinderen uit de broekjes gegroeid zijn of de bokszak gaat vervelen bijvoorbeeld. Ook rugzakken die we maakten mag je aan ons terugverkopen. Wij kunnen tweedehands leren producten weer heel goed doorverkopen want juist die zijn erg geliefd. Misschien dat we ook daarom veel Duitse klanten hebben, want Duitsers zijn erg bezig met duurzaamheid.’   

Uit het overleg dat Kristin en Wanda eerder aan het voeren waren, had ik al opgevangen dat het veel ruimtelijk inzicht vergt om zo economisch mogelijk patronen uit te snijden uit de mooie lappen leer. ‘Sinds 1 jaar maken we ook kinderbokszakken, omdat we allerlei resten leer overhielden. Ook dat hoort bij duurzaamheid, geen dingen weggooien als je er nog iets moois van kan maken. Zodoende bestaan de kleinere maten bokszakken, die van 8 tot 15 kilo, in diverse kleuren. Ze verkopen erg goed, dus dat was een goed idee’, licht Kristin toe. 

Tijdens ons gesprek heeft ze al diverse stalen met leren stukken in handen gehad. Op zoek naar de perfecte kleur cognac voor een nieuwe opdracht. Ze wil mij mee laten uitkiezen maar daar schrik ik voor terug, ik heb geen kunstenaarsoog. Daar moet ze om lachen. ‘Ik voel me ook niet echt een kunstenaar, ook al heb ik de Rietveld Academie gedaan en aan exposities meegewerkt. Ik voel me vooral een ontwerper. Ik ben een praktisch mens, ik wil iets maken waar andere mensen ook iets aan hebben.’  

Atelier www.snekkerbuks.com