Henna Goudzand Nahar woont al vele jaren in Oost. Ze schrijft kinderboeken en romans waarin steevast (de geschiedenis van) Suriname in relatie tot Nederland een rol speelt. Bij Uitgeverij In de Knipscheer publiceerde ze onlangs De geur van bruine bonen, dat grotendeels in Oost speelt.
Lennie Haarsma | Foto Eddy Ellert
Dwars spreekt Henna op 25 november, de dag dat Suriname 45 jaar geleden onafhankelijk werd. Dezelfde dag dat Henna in een livestream-uitzending van Pakhuis de Zwijger haar boek presenteert.
Hoe belangrijk is deze dag voor jou?
‘Het is een moment waarop ik terugkijk. Wat is er toen gebeurd? In 1975 werd Suriname onafhankelijk. Suriname kreeg wat geld van Nederland, maar het land was totaal niet ontwikkeld. Vanaf de kolonisatie waren mensen er gekomen, haalden wat er te halen viel en vertrokken weer. Van investeren in het land was geen sprake. Dat is de realiteit van wingewesten.
In vestigingskolonies, waar Europeanen dus kwamen om er te blijven, vonden de verdiensten van de arbeid hun weg naar de maatschappij. Denk maar aan Amerika, Canada, Nieuw-Zeeland en wat er daar op alle gebieden tot stand is gebracht. In Suriname was er niet eens een infrastructuur aangelegd. Je was haast een dag onderweg als je een luttel aantal kilometers wilde afleggen. De bovenbouw HBS bestond in 1975 pas 25 jaar en werd notabene opgericht door Lou Lichtveld (Albert Helman), de eerste Surinaamse schrijver. Zijn ex-vrouw, een dochter en kinderen hebben in huize Frankendael gewoond.’
‘Suriname moest zich ontwikkelen met het geld dat Nederland meegaf bij de onafhankelijkheid. Er kwam daarvan als hoogtepunt een dure spoorlijn voor het winnen van bauxiet, in het uiterste zuidwesten van het land. Een spoorlijn, die uiteindelijk ‘van niets naar nergens’ ging, zoals Surinamers dat noemen. Toen de spoorlijn klaar was, was er geen vraag meer naar bauxiet, vanwege de gedaalde prijzen op de wereldmarkt. De aanvangssituatie van de onafhankelijkheid was beroerd: de inheemsen waren al eeuwen uit het kustgebied verdreven, de Afro-personen hadden er slechts een eeuw afschaffing van de slavernij op zitten en de laatste boot met de grote groep personen uit verschillende delen van Azië, kwam in 1939. De impact hiervan drong pas later goed tot mij door.’
Wat was voor jou de aanleiding om De geur van bruine bonen te schrijven?
‘Ik had een verhaal van een SurinaamsNederlandse vrouw, haar man en twee kinderen in mijn hoofd. Dat het in Amsterdam Oost speelt, heeft te maken met dat ik er woon, de wijk ken en ervan houd. Ik wilde schrijven over de onafhankelijkheid en de invloed daarvan op Surinamers, de komst van Surinamers naar Nederland, hun leven hier en andere zaken die mij beroeren, zoals de manier waarop Surinamers zich staande houden in Nederland en de interactie tussen Surinamers en Nederlanders. Ook de drugsproblematiek bij een deel van de Surinamers in de jaren ‘70 en ‘80 in Nederland hield mij bezig. Ik kende mensen die zijn overleden aan het gebruik van cocaïne en heroïne in Amsterdam. Ik wilde schrijven over trans-Atlantische discussies en Nederlandse thema’s, als het koloniale verleden, integratie, generatieconflicten en anders denken.’
In het boek leeft Ilse Madrettor tussen twee culturen. Had je een doel voor ogen met dit boek?
‘Het gaat mij bij het schrijven om een wereld in woorden. Integratie hield me zeker wel bezig. Het is lastiger dan men denkt om je aan te passen aan een nieuwe samenleving en in Nederland is dat, in negatieve zin, tot een dwingend proces gemaakt. In Suriname is het proces van integratie van nieuwkomers minder heftig verlopen. Men moppert nog steeds een hoop over en weer over elkaar, vertrouwt en vertrouwde veelal op politici uit de eigen groep, maar in de dagelijkse praktijk laat men elkaar met rust. Als een hindoe palen met rode vlaggen in zijn tuin wil plaatsen, moet hij dat vooral doen. Dat de creool graag een feestje bouwt, het zij zo. Hier zit men er snel bovenop en wil graag dat iedereen voldoet aan een ideaalbeeld. Dat is, vermoed ik, deels ook te verklaren vanuit de verzuilde samenleving die Nederland was.
Hoe redt Ilse zich op dit gebied?
‘In het boek is de hoofdpersoon Ilse, -in Suriname opgevoed door haar grootmoeder-, op haar vijftiende door haar moeder naar Nederland gehaald. Ilse wil doen wat er van haar wordt verwacht, maar dat gaat haar niet makkelijk af. Haar kinderen Abigail en Marvin staan dichter bij de Nederlandse cultuur, maar Abigial probeert toch ook een eigen identiteit te ontwikkelen; zo is ze liever een slimme zwarte dan een dom blondje, zoals zij dat zelf noemt. Ilse vindt steun bij haar boezemvriend Jan, maar hun relatie raakt uit balans als Jan een nieuwe vriend krijgt.’
Het boek is het eerste deel van een naar feuilletonromans opgezet tweeluik; hoelang ben je ermee bezig geweest en ben je al bezig met deel twee?
‘Ik had een feuilletonroman in gedachten. De eerste versie heb ik in een jaar geschreven en aan verschillende mensen laten lezen vanwege de vormkwestie. Bij elkaar lagen er drie jaren tussen de eerste zin en het gedrukte product. Ik had door kunnen schrijven, maar dan was het wel heel erg dik geworden. Dit deel is een afgerond verhaal. Het denken over het tweede deel is er al, maar ik kan nog niet zeggen wanneer dat er is.’
Waarom de titel De geur van bruine bonen, die op twee plaatsen in het boek terugkomt?
‘Bruine bonen is een typisch Surinaams hoofdgerecht en er zijn ook nogal wat Surinaamse liedjes die gaan over bruine bonen. Iedereen heeft wel herinneringen die verbonden zijn met dit gerecht. Het is een feestmaaltijd, ook voor verjaardagen. Je kunt het vergelijken met Nederlandse pannenkoeken of erwtensoep.’
Ben je benieuwd hoe het boek in Suriname wordt gewaardeerd?
‘De perceptie van het werk, daar heb ik geen grip op. Iedereen mag ervan vinden wat hij wil, hier en in Suriname. Uiteraard ben ik er wel nieuwsgierig naar.’
Je schrijft ook voor het digitale vrouwenblad Oer ?
‘Het blad heet nu Sharna en biedt alle vrouwen een podium. Het bestaat al jaren. Ik doe hierbij meteen een oproep aan anderen om mee te schrijven en het te lezen. De toegang is gratis. Zie sharna.nl.’
Heb je nog meer gedaan de afgelopen periode?
‘Ik heb ook net, met illustrator Renate Siepel, een jeugdboek afgerond over de slavernij. Dat boek gaat nu naar de uitgever. Misschien ken je de posters over kinderen en slavernij die in de zomer werden geëxposeerd aan Het Kunsthek van het Oosterpark aan de Linnaeusstraat? Dat was een deel van de paginagrote platen voor dit boek. Platen over de slavernij zijn haast allemaal gericht op volwassenen. Vandaar dat dit een van onze doelen was. En naast twee Afrikaanse jongeren gaat het boek ook over Jantje, de zoon van een Afrikaanse slavin en de Amsterdamse Jan van Amsterdam. Zo zijn we ook in dit boek weer thuis.
Van Henna Goudzand Nahar verscheen in 2005 Hele dagen in de regen, over postkoloniale conflicten tijdens het militaire regime in Suriname. In 2015 verscheen Over het zoute water, dat zich afspeelt in de periode van de slavernij. De boekpresentatie van De geur van bruine bonen is te bekijken via www.dezwijger.nl.