Vijgen, perziken, appels en druiven bloeien uitbundig aan de Domselaarstraat. Eerst was er een kaal trapveldje met hondenpoep. Maar in acht jaar tijd maakte Bas Harun een paradijsje op de hoek van het fietspad.
Anneke Hesp | Foto Frank Schoevaart | Dwars
Bas Harun draait zijn tweede sjekkie van de dag om acht uur op een van zijn zitjes aan de Domselaarstraat. Vroeger was het een plek waar mensen hun honden lieten poepen, waar vuilniszakken rondzwierven en waar ratten en duiven vochten om de grote ronde broden die er werden gedumpt. Bas: ‘Ik kan daar niet tegen als mensen rotzooi maken. Spugen op straat, papiertjes weggooien, grote bek. Dat is toch niet normaal? Je kan het beter mooi maken met elkaar. En een beetje respect graag.’ Daarom staat er bij een van de zitjes ‘Hallo alsjeblieft je troep opruimen’. In het Nederlands, het Arabisch en het Engels.
Turkse plant
Bijna alles wat je hier ziet heeft hij van de straat; hout, stoelen, schilderijen, planten. Hij haalt een handvol zaden uit zijn zak. ’Kijk, ik verzamel altijd zaadjes. Ik verzorg ze. Soms komt er niks van, maar alles hier komt van weggegooide planten en zaden.’ Alles staat er prachtig bij nu het zomer is. De bomen en struiken laten hun vruchten zien; appels, vijgen, perziken en druiven.‘ De rozen staan in bloei, ze moesten weg bij de grote renovatie van het Oosterpark. Ook de lelies komen uit, en tussen de lavendel verschijnen de stokrozen. Zelfs een kastanjeboompje. ‘Ik heb gewoon drie kastanjes gekocht in de Turkse winkel. En het lukte. Maar ik ben ook trots op de jarum dunya, die ik nog ken uit Turkije. Jammer genoeg is er geen ruimte voor olijfbomen.’
Vroeg op
Er is ook een parkeerplaats voor de Ape 50 Europe. Het is een vervoermiddel van Vespa dat vaker te zien is in Italië dan hier in het noorden. Daarmee transporteert Bas brood en ander voedsel tussen restaurants en vestigingen van Roads Vervoer. Die organisatie verzorgt vervoer voor instellingen als zorgboerderijen en psychiatrische centra. Met plezier stapt Bas rond zes uur in de ochtend uit bed. ‘Mijn vrouw moet er dan ook uit om te werken, dus we gaan samen de deur uit en ver voor zevenen ben ik hier al aan de slag. Ik maak vast thee en koffie voor collega’s en bezoek en later help ik bij het klaar maken van het eten.’
Spreeuwenpot
Het schuurtje en de rookruimte heeft hij ook zelf getimmerd. ‘Je vindt zoveel hout op straat. Even wat schuurpapier en je kan er iets van maken.’ Binnen is het gezellig met kerstlichtjes, stoelen, een tafeltje, een meetlat. Aan de muur heeft hij afbeeldingen verzameld. Een tijger bij een waterval, Jezus die de kooplieden verjaagd uit de tempel, een stad in opbouw, geborduurde vogeltjes. Er staat ook een boek met een toepasselijke titel – ‘De woestijn bloeit’, in de vorige eeuw een veel gelezen boek waar ook een filmversie van was. Achter het huisje heeft hij nog een verrassing: een echte spreeuwenpot en, ja, die wordt veel gebruikt. Ook dit jaar zijn er weer jonge spreeuwtjes uitgevlogen, vertelt hij met glinsterende ogen.
Soms komt hij in de ochtend slaperige toeristen tegen die geen andere slaapplek konden vinden. Ook die treedt hij vriendelijk tegemoet. ‘Dan bied ik ze een kopje koffie aan. Ik heb zelf drie jaar geen huis gehad. Zoiets is zwaar. Maar ik ben nu gelukkig en al dertig jaar getrouwd met mijn Nederlandse vrouw.’