Het Montessori Lyceum Oostpoort heeft vorig schooljaar 442 nieuwkomers ingeschreven, onder wie veel vluchtelingen, een record. De teller staat dit jaar op 385. ‘Amsterdam is barmhartig en dat is maar goed ook.’

Jaap Stam | Foto Frank Schoevaart

‘Waar kom je vandaan?’ staat op het bord. Er volgt een rijtje Nederlandse plaatsnamen die de leerlingen klassikaal opdreunen. Meester Sanjay Ram loopt als een dirigent door de klas en stimuleert met weidse armgebaren zijn leerlingen. Het is een oefening in articulatie. Appelscha en Broek op Langedijk zijn tongbrekers. Tegen een leerling: ‘Niet in slaap vallen jij.’

Dependance
Twintig leerlingen telt de klas van meester Sanjay van de dependance van het Montessori Lyceum Oostpoort (MLO) in de Derde Oosterparkstraat. Ze komen uit Ghana, Syrië, Egypte, Congo, Tibet, Kazachstan, de Dominicaanse Republiek en Brazilië. Ze zijn tussen 12 en 16 jaar, zijn een maand of vier, vijf in Nederland en spraken bij aankomst geen woord Nederlands.

Afgelopen februari is de dependance begonnen op de eerste verdieping van een leegstaande school, vijf minuten lopen van de hoofdvestiging aan de Polderweg. Drie klassen, zestig leerlingen, er is ruimte voor zeven klassen, die stromen dit schooljaar nog vol, is de verwachting.

Er hangt een huiselijke sfeer, de lijnen zijn kort, veel wordt geregeld in informeel overleg. Regels moeten creatief worden toegepast. Voor overlijden van een familielid staan twee dagen vrij. Maar dat is bij lange na niet voldoende voor een leerling die verlof aanvraagt om de uitvaart te kunnen bijwonen van een doodgeschoten oom en neef in Oekraïne. ‘De leerplicht is niet gemaakt voor deze situatie’, zegt Tommie Verheul, deelschoolleider nieuwkomers.

Vorig schooljaar had het MLO 31 opvangklassen voor nieuwkomers, 620 leerlingen totaal, van wie er 442 dat schooljaar waren ingestroomd. Het MLO (en zijn voorlopers) mag dan al 35 jaar nieuwkomers (onder wie veel vluchtelingen) opvangen, het moest alle zeilen bijzetten. Deelschoolleider Manon de Wit: ‘Amsterdam is barmhartig, en dat is maar goed ook, maar soms is het ingewikkeld. We hebben iedereen kunnen helpen. Dat is uitzonderlijk als je de verhalen hoort over wachtlijsten.’ Soms was het schipperen en werden beeldende vorming en sport geschrapt, maar veruit de meeste leerlingen heeft het MLO een compleet lesprogramma kunnen bieden.

Feest|
Drie dependances heeft het MLO inmiddels. Vorig jaar begon het in de Soembawastraat een opvanglocatie voor 16-plussers. Die worden in een jaar klaargestoomd voor mbo of hbo. Soms eerder, dat hangt af van het niveau van Nederlands en de behaalde diploma’s in het land van herkomst. In Amsterdam-Zuid opende het MLO eerder een locatie voor nieuwkomers.

Zodra een kind in Nederland woont, heeft het recht op onderwijs, ongeacht zijn status, en valt het onder de leerplichtwet. Die geldt tot 18 jaar. Nieuwkomers zitten een jaar in een opvangklas, daarna volgen twee jaar schakelklas voor vmbo-leerlingen alvorens ze instromen in het regulier onderwijs. Havo- en vwo-leerlingen schakelen één jaar, soms sneller.

Nieuwkomers krijgen zestien uur Nederlands per week. De overige zeventien uur worden onder meer besteed aan rekenen, Engels en burgerschap. De niveauverschillen zijn groot, sommigen zijn analfabeet. Hun niveau wordt vastgesteld aan de hand van testen.

Tijdens de leesles werken de leerlingen van meester Sanjay individueel. Het is doodstil, enkel het omslaan van bladzijden is te horen. ‘Dit is een leergierige klas, het is een feest om met ze te werken. Ik heb ook klassen waar het onrustiger is. Als ze de taal beheersen, worden ze drukker. Niks mis mee, daarvoor zijn ze pubers.’

De hele wereld
In 2022 ving het MLO veel Oekraïners op, meer dan tweehonderd. Ook in 2023 vormden zij de grootste groep. Oekraïne heeft een goed onderwijssysteem, veel gevluchte scholieren hadden een havo- of vwo-niveau en stroomden rap door. Het probleem was dat ze aanvankelijk minder gemotiveerd waren om Nederlands te leren in de overtuiging dat ze snel zouden terugkeren. Vaak volgden ze onlinelessen van de school in hun vaderland.

Nu zijn het vooral alleenstaande minderjarige vreemdelingen die overal vandaan komen. Zij behoeven extra aandacht omdat ze vaak getraumatiseerd zijn, verteerd worden door heimwee en soms slapen in overvolle opvanglocaties. Anderen wonen bij familie die al klein behuisd is en amper kan rondkomen. Er zijn verhalen bekend van leerlingen die hun huiswerk moeten maken bij het schijnsel van een straatlantaarn.

De Wit: ‘We vangen de hele wereld op, op de hoofdvestiging hebben we 85 nationaliteiten. Het MLO is de beste versie van integratie.’ Van de kleine zestienhonderd leerlingen heeft ruim de helft een

vluchtachtergrond. Leraren maken mooie staaltjes van integratie mee. Een leerling sloot zijn PowerPointpresentatie voor het vak verzorging af met een grote foto van Geert Wilders en de tekst: jullie mogen allemaal blijven. Populair

De kamer van Albert Stavast op de derde verdieping van het MLO in het hoofdgebouw aan de Polderweg is het zenuwcentrum van de opvang. Stavast is coördinator opvangklassen en puzzelt het hele jaar door omdat er continu aanwas is. Na de zomer lopen zeven opvangklassen vol, daarna gemiddeld een per maand, met vorig schooljaar een piek van 31. Op het planbord aan de muur staat dat zojuist de 22ste opvangklas is volgestroomd.

Tientallen leraren heeft Stavast aangenomen, onder wie veel zzp’ers die tijdelijk kunnen bijspringen. De studie NT2 (Nederlands als tweede taal) is populair, de opleidingen zitten bomvol. ‘We krijgen veel aanbiedingen van docenten die tijd over hebben. Ze willen deze leerlingen graag helpen.’

Stavast kan die populariteit makkelijk verklaren: ‘Je hebt de leerlingen veel uren per week, krijgt snel een band met ze en je ziet meteen resultaat omdat ze zo gemotiveerd zijn. Ze komen binnen, spreken nul Nederlands en binnen een paar weken kunnen ze een gesprekje voeren.

Respect voor de leraar
Ook buiten kun je met de klas Nederlands oefenen: op de Dappermarkt, in het Tropenmuseum, in het Oosterpark, dat maakt het afwisselend.’ Bovendien zijn de leerlingen makkelijker in de omgang dan de gemiddelde Nederlandse vmbo-leerling, zegt Stavast. ‘Ze komen uit strengere schoolsystemen en hebben meer respect voor de leraar. Als in Ghana een leraar een leerling iets vraagt, springt die op, gaat in de houding staan en geeft netjes antwoord. De keerzijde is dat onze vrijheid er ook voor kan zorgen dat het de andere kant op slaat. Daar heeft de mentor een sturende rol in, leren omgaan met de vrijheid. NT2-docenten zijn vaak mentor.’