Het rupsenseizoen is weer begonnen. Eigenlijk al ergens in maart, in sommige gevallen nog wel eerder als de bladeren, elke microvlinder heeft zo z’n eigen specifieke voorkeur, alweer voorradig waren.
Ton Zijp | Foto’s van internet
De voormalige rupsjes ontpopten zich, zagen de natuurlijke noodzaak van voortplanting in, waarna de vrouwtjes een geschikte plek opzochten voor de eitjes. Die plek wordt bepaald door waar de smaakvoorkeur van een bepaalde rupsensoort naar uitgaat. Om dus niet al te veel last van concurrentie van op elkaar lijkende soorten te hebben, heeft elke rups z’n eigen specialisme. En dat betekent ook dat niet alle rupsen van microvlinders mijnen maken.
Ik ga het hier dus niet over spinsels hebben (die worden bijvoorbeeld door stippelmotten gemaakt), evenmin over takboorders of onder boombast verstopte motten. Wellicht een andere keer.
Mineren
Is het je tijdens een wandeling door park of bos wel eens opgevallen, op zo’n moment dat je neus zich plots op ooghoogte met een blad aan een boom bevindt (mannen zullen deze situatie herkennen van het moment dat alle vloeistof van een gezellige borrel geloosd moet worden), dat die bladeren er niet allemaal hetzelfde uit zien? Dat er vlekken op zitten, of dat een deel van het blad van binnenuit opgeblazen lijkt of dat er gangen doorheen lijken te lopen?

Deze verschijnselen worden mijnen genoemd. Het eitje van het eerder genoemde microvlindervrouwtje is op het blad een rups geworden en is het blad in gekropen om tussen de onder en bovenkant zich vol te vreten en groot te groeien. En tijdens dat proces van eten en groeien moet er verder gegraven (gemineerd) worden, de gang wordt verbreed omdat het rupsje anders niet meer past en overbodige stoffen, poep, moeten worden geloosd.
Ontpopt
De micromot is vaak minuscuul klein en daardoor slechts met een goede camera misschien te herkennen. Daarom komt het heel goed uit dat de vorm van de mijn, de manier waarop de rups zich heeft voortbewogen tijdens z’n groei, ervoor kan zorgen dat je weet met welke soort je te maken hebt. En bijvoorbeeld hoe de poep er uitziet: een lange sliert, in een speciaal hoekje van de mijn als afvalplek of soms is er juist helemaal niets te zien. Daarbij kan het ook belangrijk zijn dat je weet op welke boom zo’n mineerder zich bevindt.
Of heeft bevonden! De tijdelijke bladbewoner is dan naar buiten gekropen, pop geworden om vervolgens als vlinder te ontpoppen. Maar hij heeft wel even de handtekening van zijn soort achtergelaten in het blad.
Detimineren
Nou hoop ik dat ik straks niet de enige ben die in de parken van Oost rondloopt om boombladeren af te speuren. Dat anderen daar straks ook druk bezig zijn zich te verwonderen en wie weet met behulp van de app ‘Obsidentify’ hun vondsten op naam weten te brengen.
Je kan natuurlijk ook wachten tot de bladeren tegen de herfst op de grond vallen, waardoor je met je hoofd naar beneden de sporen van mineerders kan vinden. Veel gemakkelijker ook voor bladeren die eerst heel hoog in de boom hingen.