Het is bijna zover, later dan gepland, maar in het eerste kwartaal van 2025 gaat het Suriname Museum eindelijk écht open. In het Hugo Olijfveldhuis aan de Zeeburgerdijk zijn de bouwvakkers nog bezig met de laatste fase van de verbouwing. Er wordt nog druk getimmerd, maar er zit schot in de zaak.

De oude systeemplafonds zijn grotendeels weggehaald zodat de mooie, originele steunbalken weer zichtbaar zijn. De laatste technische uitdagingen die de verbouwing van zo’n oud pand nu eenmaal met zich meebrengt zijn bijna opgelost en het eind van deze omvangrijke klus is in zicht.

‘Twee eerdere pogingen in het voormalig schoolgebouw waren minder succesvol dan gehoopt’, vertelt directeur Jan Gerards. ‘Ik ben sinds 2009  als vrijwilliger bezig voor de Vereniging Ons Suriname en kwam in december 2020 in het bestuur. Samen met mijn compagnon Vincent Soekra organiseerde ik festivals zoals Kwaku en het Reggae Festival, maar toen kwam de coronacrisis. Dat gaf ons ruimte en tijd om te werken aan het vervullen van een oude droom: het Suriname Museum. Eigenlijk is er maar weinig permanents te zien over de geschiedenis van Suriname. Als vereniging vonden we dat we een partij moeten zijn die het voortouw en de verantwoordelijkheid moest nemen hier verandering in te brengen.’

Inmiddels schieten de werkzaamheden voor die andere activiteiten er vrijwel bij in, want het bleek nogal een klus te zijn. Jan vertelt dat ze min of meer van nul zijn begonnen, de eerste kosten zelf moesten voorschieten en er vooral veel tijd ging zitten in het verwerven van voldoende financiën.

‘Maar ook de verbouwing liep vertraging op. Het is natuurlijk een oud gebouw, dus je komt allerlei onverwachte en tijdrovende bouwtechnische zaken tegen. Wij wilden dat het gebouw goed toegankelijk is voor mindervalide bezoekers en kregen van de gemeente ook een bijdrage om een lift te plaatsen. In het oorspronkelijke plan wilden we die aan de achterkant van het pand hebben, in de tuin. Maar dat idee werd afgekeurd: het gebouw heeft een monumentenstatus en die ingreep in het oorspronkelijke pand mocht dus niet. Dat betekende dat er weer een heel nieuw bouwplan moest komen en de architect opnieuw aan de slag moest. Maar de lift is er gekomen, dat is het belangrijkste’.

In totaal is er  1500 vierkante meter beschikbaar in het museum dat zich richt op een brede doelgroep. ‘Wij hebben gemerkt dat er bij veel mensen weinig bekend is over de geschiedenis van het land, ook onder veel jongere Surinamers, maar we zijn er voor alle Nederlanders en richten ons bijvoorbeeld ook op scholen. Lang niet iedereen weet bijvoorbeeld dat Amsterdam eigenaar was van Suriname. We laten documenten zien van aandelen en hypotheken die hier werden verkocht om plantages te kopen. Met behulp van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed komt er een tiental achttiende-eeuwse schilderijen te hangen die deze duistere kant van Amsterdam en de betrokkenheid van oud-burgemeesters laten zien’.

‘Bijzonder vind ik ook drie wassenbeelden die speciaal voor ons worden gemaakt door Erik Hillenbrink uit Purmerend. Levensgroot zijn de verzetsstrijders Boni, Jany Tetary en Anton de Kom, die Wij slaven van Suriname schreef. Ook komt er een maquette van Fort Boekoe, een geheim kamp dat in een moeras lag en nauwelijks bereikbaar was. Nadat het was ontdekt verzetten de Boni-Marrons zich hier nog een jaar tegen het koloniaal leger, maar in 1772 werd het fort toch ingenomen en vernietigd’.

Nu is er nog niets van zichtbaar, maar als je het museum straks binnen komt, loop je in de eerste kamer een jungle in: Suriname is een van de groenste landen ter wereld dan 93 procent van het land is bedekt met bossen. In de kelder, nu nog een zwart gat, komt een nagebouwd slavenschip. De bovenste etage is bijna klaar, in plaats van het systeemplafond zijn nu de oorspronkelijke balken weer in de lichte ruimte te zien. Op die verdieping komen wisseltentoonstellingen en wordt de geschiedenis van Suriname na de onafhankelijkheid en de positie van Surinamers in Nederland belicht.

De precieze openingsdatum is nog niet bekend. Ergens in het eerste kwartaal kunnen de eerste bezoekers terecht in het museum, maar een grootse opening vindt pas later plaats. ‘Hoe we dat gaan doen, weten we nog niet’ zegt Jan. ‘De dag staat wel vast: 25 november 2025, een bijzondere datum want dan is het vijftig jaar geleden dat Suriname onafhankelijk werd’.

Foto Stadsarchief Amsterdam