Ik fietste langs terrassen in de Plantage Middenlaan, de Linnaeusstraat en de Javastraat. Zag er leuk uit. Aantrekkelijk. Eindelijk, voor het eerst in de geschiedenis, staan tafels en stoelen op een prettige afstand van elkaar, zodat ik geen halsbrekende toeren hoef uit te halen om balancerend en wankelend bij een tafeltje te komen, waarbij je op tenen gaat staan, glazen omver gooit, vingers in ogen steekt of ongevraagd op iemands schoot beland, wat trouwens in uitzonderlijke gevallen niet onprettig is. Vaak zijn dan ruwe verwensingen en dreigend handgemeen mijn deel, hetgeen het genot van het terrasbezoek negatief beïnvloed.
En dan nog iets wat ik me afvroeg. Zou die eindeloos treuzelende arrogante nonchalante bediening, waar Amsterdam berucht om is, daardoor ook verbeterd zijn? Misschien dat ik binnenkort een terrasje durf te pakken om dit te onderzoeken. Dan heeft die hele coronacrisis in ieder geval een positief gevolg gehad.