Hij is de allersnelste sprinter van AV’23 en heeft samen met Chris Berger het clubrecord op de 100 meter sprint. Op de Nederlandse ranglijst allertijden vind je zijn naam bij de 60, 100 en 200 meter. Hij trainde een jaar op Papendal, maar kampte met een ernstige blessure aan zijn hamstring. Nu is hij terug in Amsterdam, waar hij met coach Guido Bonsen werkt aan zijn herstel en comeback. Vrolijke, sterke Elvis laat zich niet uit het veld slaan en traint tijdens de coronacrisis rustig door met aangepaste schema’s.

Atletiek | Monique Admiraal

Elvis Afrifa is sinds eind 2014 lid van AV’23, dus vijfeneenhalf jaar. Daarvoor voetbalde hij bij SV Diemen en zat in het team met Tim van der Heide en Niels Poelwijk. ‘Zij werden lid van AV’23 en ik ging ook een paar keer kijken, maar bleef toch liever voetballen. Op de middelbare school ontmoette ik Sylvester Tanoh, een snelle sprinter. Ik deed wedstrijdjes met hem en hij won altijd. Hij zei: ‘Jij bent ook snel, dus je moet komen trainen bij AV’23.’ Na drie jaar twijfelen, besloot ik mede door aansporing van Sylvester de overstap te maken van voetbal naar atletiek. Het bleek een goede keuze te zijn.’

Ik keek echt op tegen de anderen, omdat ze zo snel waren

Training bij AV’23
‘Ik begon met trainen bij René Roos, maar ging vrij snel naar de wedstrijdgroep van Els van Noorduyn. Daar kwam ik in een grote groep sterke atleten. Ik keek echt op tegen de anderen, omdat ze zo snel waren. Ik trainde vooral samen met Rutger Bien, we trokken ons aan elkaar op en we leerden veel. Els gaf ons de ruimte om lekker onszelf te zijn en zelf dingen te ontdekken. Van Els leerde ik de basis; hoe je als atleet beweegt en hoe je je als een atleet gedraagt. Ik moest op mezelf focussen en me niet laten afleiden. Zo regelde Els bijvoorbeeld tijdens een training dat iedereen naar mij ging kijken bij de sprint, zodat ik ook wedstrijden met publiek aan zou kunnen. Els heeft heel veel kennis en helpt je te ontwikkelen als mens. Als je het moeilijk hebt, is ze er altijd voor je. Ze is oprecht betrokken en geïnteresseerd in wat je doet. Ik heb nog steeds erg veel aan alles wat ik in die tijd heb geleerd.’

Oordegem 2017, Els van Noorduyn feliciteert Elvis met de tijd van 10,50 op de 100 meter | Foto Boy Hazes.

Papendal en hamstringblessure
‘In september 2018 mocht ik naar Papendal en ging ik trainen bij talent/sprint coach Rogier Ummels. Ik zat in een pure sprintgroep, samen met onder andere Joris van Gool. Ik woonde op Klein Warnsborn, naast Papendal met andere atleten zoals Lieke Klaver (400 meter sprinter) en tienkamper Pieter Braun, maar er waren ook veel andere sporters, zoals badmintonners, judoka’s en snowboarders. Rogier leerde mij alles over het sprinten en de techniek die daarbij hoort. Denk aan starten uit een blok, de beweging, wel of niet slepen met je voet, passende krachttraining, de voorbereiding op een wedstrijd. Voorheen ging ik bijvoorbeeld bij een wedstrijd ter voorbereiding hard sprinten, maar dat moet je niet doen, want dan verlies je kracht. Rogier leerde mij te versnellen vanuit het blok, de acceleratiefase noemde hij dat.

Het was een hele leuke en leerzame tijd, maar helaas moest ik na een jaar toch weer weg. Dat had te maken met de blessure die ik tijdens trainingsstage in april op Tenerife heb opgelopen. De eerste dag na aankomst ging ik sprinten en in één keer ‘paf’, viel ik op de grond met veel pijn aan mijn linkerbeen. Meteen wist ik dat het niet goed was, maar ik ben nog twee weken gebleven, heb een beetje gefietst en heb alternatieve oefeningen gedaan.

Ik ga door met sprinten en train nu op een andere manier

Bij terugkomst in Nederland bleek dat de binnenste pees van mijn hamstring was afgescheurd. Links was al mijn minder sterke been. Een operatie om mijn pees weer aan te hechten, was niet zinvol, dus wat ik moest doen, is mijn beenspieren heel sterk maken, zodat ik toch weer op maximale snelheid kon sprinten.

In september 2019 besloten de trainers van Papendal dat ik weg moest, omdat ze dachten dat ik niet binnen de beschikbare tijd weer op niveau zou zijn. Ze vonden dat ik niet voldoende belastbaar ben en dat ik niet snel genoeg zou zijn voor de doelen die waren gesteld. Maar ik denk natuurlijk van niet, ik ga door met sprinten en train nu op een andere manier.’

Training bij Guido Bonsen
In Amsterdam kreeg ik een woning in de ‘Eretribune’, een studenten sportcomplex in Amsterdam West. Levi Hazes, mijn sprintvriend van AV’23 woont daar ook, dat is heel gezellig.

Vanuit Papendal werd mij geadviseerd om bij Guido Bonsen bij Phanos te gaan trainen. Tara Yoro, verspringtalent van AV’23 traint ook bij hem. Hij is bondscoach voor de paralympische atleten en is een hele fijne trainer. Hij is goed in de mensen heel houden, het lichaam in balans houden. Hij kan goed luisteren, als je ergens last van hebt, geeft hij meteen de juiste adviezen.’

Hoe is het om te trainen tijdens de coronacrisis? ‘Eigenlijk komt het mij goed uit. Ik heb last van een zenuw aan de zijkant van mijn been. Ik kon mooi rust gaan houden en heb de eerste drie weken niets gedaan. Daarna ben ik thuis gestart met circuittraining met schema’s van Guido. Buiten kan ik trainen bij Kraaiennest op de 100 en 200 meterbaan. Er is daar een tennisbaantje waar ik regelmatig een balletje sla met Johnny van Schooneveld, ook een vriend van AV’23. Ondanks dat ik nu niet bij AV’23 train, ga ik nog steeds heel veel om met de vrienden van de club, we hebben een grote vriendengroep.’

Beste onderdeel en andere onderdelen
Elvis heeft vele clubrecords bij de A-junioren en senioren op de sprint en estafette onderdelen. Een aantal records staat ook op de Nederlandse ranglijst allertijden. Bij de A-junioren 100 meter in 10,62 sec (19de op de ranglijst) en de 200 meter in 21,66 sec (42ste op de ranglijst). Bij de senioren de 100 meter in 10,50 sec (43ste op de ranglijst), een record dat hij deelt met topatleet Chris Berger (1911-1965) die nog altijd het handgemeten clubrecord behoudt met een tijd van 10,3 sec. Het meest recente clubrecord was indoor op de 60 meter, 6,74 sec (26ste op de ranglijst).

‘Ik denk dat de 100 meter mijn sterkste onderdeel is’

Op de estafette behaalde Elvis met de andere sterke sprinters van AV’23 meerdere clubrecords, waarbij de 4×100 meter estafette bij de senioren in 2018 een supertijd was: 41,05 sec. Het team met Elvis, Levis Hazes, Jon Schouwenaar en Rutger Bien wist al het jaar daarvoor het bijna negentigjarig record van Chris Berger en mede-atleten uit de boeken te lopen.

‘Ik denk dat de 100 meter mijn sterkste onderdeel is, daarna de 60 meter en ook de 200 meter, maar ik heb al een tijd geen wedstrijd gedaan waarbij ik een 200 meter heb gelopen. De andere atletiekonderdelen kan ik niet goed. Ja, waarschijnlijk zou ik wel een degelijke 400 meter kunnen sprinten. Verspringen lukt mij niet, daar heb ik ook nooit echt aandacht aan besteed. Ik heb een keer meegedaan aan een meerkamp in Best, dat was erg leuk om te doen, vooral discuswerpen, daar heb ik plezier in.’

Amstelveen 2015, Elvis (R) bij NK estafette met Ezra Amokwandoh, Levis Hazes en Sylvester Tanoh, goud op 4×100 meter, clubrecord 42,91 sec. Foto Boy Hazes.

Andere beoefende sporten en sport in de familie
‘Mijn ouders komen uit Ghana, mijn oudste broer is in Ghana geboren. We zijn met vijf broers, ik ben de middelste. Al mijn broers hebben op voetbal gezeten en ze zijn allemaal gestopt. Zelf zat ik ook vanaf mijn zevende op voetbal bij SV Diemen totdat ik de overstap maakte naar atletiek.’

Zijn je broers ook zo snel? ‘Ik denk dat het er wel in zou zitten bij hen, maar ze zijn te lui om het eruit te halen. Mijn twee jongste broers zijn weleens komen kijken bij AV’23, maar ze zijn uiteindelijk niet lid geworden. Mijn vader voetbalde vroeger en hij was zeker atletisch, mijn moeder deed aan softbal. Ik heb vast hun genen meegekregen, ze waren vroeger heel sportief.

Op school deed ik basketbal, dat vond ik heel leuk, vooral het rennen met de bal, technisch ben ik niet zo goed. Ik vind sporten gewoon fantastisch, ook om naar te kijken. Bij Els moesten we in de winterperiode dansen; ballet en hiphop, daar hou ik niet zo van, ik ga liever gewoon trainen. Met zwemmen haalde ik mijn A-diploma, toen wilde ik meteen stoppen, maar ik moest van mijn ouders ook mijn B halen. Dat is wel gelukt, maar ik hou echt niet van zwemmen, ik ben een hele langzame zwemmer.’

‘Het blijft toch mijn droom om topatleet te worden’

School/studie/beroep
‘Ik heb VWO gedaan op het Pieter Nieuwland college, nu studeer ik informatiekunde aan de Universiteit van Amsterdam. De studie is een mix van bedrijfskunde en informatica met daarbij psychologie vakken. De essentie is het verzamelen, verwerken en overdragen van informatie. Je wordt opgeleid tot bijvoorbeeld data scientist. Nee, ik loop niet op schema, dat komt door het trainingsjaar op Papendal en door mijn algemene luiheid. Ik heb alle vakken gehaald, maar ik ben niet goed in programmeren, daar moet ik harder aan trekken en meer aandacht en energie aan besteden. Sporten vind ik leuker dan leren, het blijft toch mijn droom om topatleet te worden.’

Bijzondere atletiekervaring
‘De 60 meter indoor in 2019. Ik liep daar een hele goede tijd (6,74 sec) en won de bronzen medaille. Mijn ouders en vrienden waren erbij. Ik had een zwaar jaar achter de rug met blessures. Vanaf september had ik heel hard gewerkt en getraind op Papendal, het was het moment om te laten zien dat ik het kon. Ik was zo blij en sprong in het rond dat het was gelukt! Het was extra mooi dat mijn moeder erbij was. Ze was heel ziek geweest en had dat jaar een hersenbloeding gehad. Het kostte haar maanden om te revalideren, wat ook moest, want mijn oudste broer ging trouwen in Ghana en daar wilde ze bij zijn.

Het was een moeilijke tijd voor mij, mijn vader en broers. Onze lieve, sterke moeder was opeens heel erg ziek en raakte halfzijdig verlamd, het wordt nooit meer zoals het was. Ik ben het leven in een ander perspectief gaan zien, het kan zomaar afgelopen zijn. Ik ben zo blij dat ze er nog is! Met deze overwinning op de 60 meter kon ik weer doorgaan met trainen en wedstrijden lopen, de blijdschap was een echte ontlading van het jaar dat eraan vooraf ging.’

‘Ik ben het leven in een ander perspectief gaan zien’

Leukste wedstrijd
‘De NK’s, er staat meer op het spel dan bij gewone wedstrijden. Ik hou heel erg van winnen en meestal gaat het bij de NK heel goed en kan ik shinen. Onder druk kan ik goed presteren. De competitiewedstrijden vind ik ook heel leuk, omdat je met je team wilt winnen. We stimuleren elkaar en geven elkaar energie. Net als met voetbal, dat teamgevoel, dat vind ik heel mooi.’

Vrijwilligerswerk
‘Ik help graag bij wedstrijden, bijvoorbeeld bij het ouder-kindtoernooi, of bij competitie wedstrijden. Bij een van de laatste wedstrijden werd ik door de mensen bij de verspringbak weggestuurd, omdat ze vonden dat ik niet goed kon harken. Maar ik doe wel mijn best om te helpen. Ik ben ook een jaar trainer geweest samen met hoofdtrainer Joran Angevaare, we gaven training aan de A2-pupillen, het was heel leuk en ik heb veel geleerd, bijvoorbeeld over hoe je een groep kan aansturen.’