Precies een maand voor Koningsdag overleed debuterend schrijfster Esmee Schenck de Jong. Ze was nog maar 31. Haar dood staat in schril contrast met ‘Omdat mijn lichaam het wil’, een turbulente, soms niet bij te houden (seks) essay vol levenslust en optimisme.
Lewis Daniels
Omdat ik zelf schrijf, en uit respect voor hun werk , beoordeel ik liever geen werk van schrijvers. Over Esmee Schenck de Jong moet ik toch iets kwijt. Ze woonde net als ik in Oost en waaide uit in dezelfde parken. In haar boek beschrijft ze straten waar ik boodschappen doe. Ze kwam niet in dezelfde cafés als ik. Als dat wel zo was, zou het vast een keer tot een gesprek zijn gekomen. Tijdens onze levens in Oost kan het bijna niet anders dan dat we elkaar op straat hebben gepasseerd, of anders in het Oosterpark of Flevopark.
Esmee overtrof mij met haar schrijven, kreeg het voor elkaar te worden gepubliceerd bij Prometheus, een traditionele uitgever. Ongetwijfeld speelde haar leeftijd en de expliciete, schaamteloze seks in haar roman daarbij een rol. Toch is ‘Omdat mijn lichaam het wil’ meer dan een opsomming van seksuele escapes. Met soms werkelijk prachtig en geraffineerd taalgebruik maakte Esmee (voor sommigen) ondenkbare situaties voorstelbaar en levendig. Haar draai aan woorden is geestig, ‘geilgelovigheid’, of ‘kutjessommelier’, een titel die ze zichzelf geeft als ze tijdens een seksfeest het vrouwelijke gedeelte van de menukaart afwerkt.
Ondanks alle seksuele frivoliteit in haar boek, kampte Esmee met een bipolaire stoornis, waardoor ze ook zware depressies had. Esmee overtrof mij ook met haar dood, waarvan ik de oorzaak al wist voordat de media hierover publiceerde. De familie deed daar geen uitspraken over. Zonder andere, voorgaande publicaties zou ik dat uit consideratie met haar nabestaanden ook niet hebben gedaan.
Dat ik dit nu wel doe is omdat haar overlijden als een mokerslag bij mij aankwam en een dertig jaar oude, verdrukte herinnering boven haalde waar ik zelden over praat. Waar ik, nota bene in Esmees geboortejaar, een etage naar beneden lazerde omdat de tot strop gemaakte riem uitscheurde op de plek waar mijn toenmalige hond (opvang was geregeld) een tand in had gezet, had Esmee afgelopen maart geen escape meer. Bij eerdere pogingen ontsprong ze de dans. Alleen Esmee kan beoordelen of dit geluk of ongeluk was.
Tijdens het lezen van ‘Omdat mijn lichaam het wil’, waarin soms de verhaallijn mist of weinig is uitgewerkt, wijst niets erop dat Esmee levensmoe was. Integendeel, ze komt over als een jonge, zelfbewuste vrouw die onbevreesd en bijna grenzeloos toegeeft aan haar seksuele behoeftes, lust, spanning en… ook zoekt naar geborgenheid en vriendschap. Ze kan dat moeilijk rijmen met haar sterkte behoefte aan autonomie en alleen zijn. Echt kennen leer je haar (nog) niet. Op momenten lijkt het of Esmee er zelf niet bij is, dan wel iemand anders is. Meerdere keren vraag ik mij af waarom. Hoewel ik vaak meer van haar gedachtegangen wil weten, kan ik me wel in elke beschrijving die ze geeft verplaatsen.
Tijdens een mislukte vakantie met een verloofd stel met wie ze vanaf het begin van haar boek rommelt, zet Esmee noodgedwongen de reis alleen voort. Ze voert lange monologen in gedachten, spreekt ons, de lezer, soms even aan en krijgt meer grip op zichzelf. En wij daardoor op haar.
Esmee gniffelt wel eens in haar boek. Ik ook. Maar om een andere reden. Eind 2022 stuurde ze een app bericht naar een vriendin van mij, Xaviera Hollander, die begin jaren ’70 wereldberoemd werd met haar boek ‘De Happy Hooker’. Xaviera liet mij de app lezen. Esmee noemde zichzelf erger dan Heleen van Royen, haar seks in ‘Omdat mijn lichaam het wil’ is explicieter, grover. Mij gaat het erom dat elke letter van Esmee, puurder en vooral veel mooier is verwoord. Ongekunsteld. Jammer genoeg kan ze niet meer van haar eigen werk en succes genieten. Begin april haalde ze de vijfde plek in de boekentoptien.
Op de dag van Esmees overlijden heb ik toevallig haar uitgever Prometheus aan de telefoon. Vlak daarna belt Xaviera om te vertellen dat Esmee is overleden. Het exemplaar dat Xaviera van ‘Omdat mijn lichaam het wil’ heeft ontvangen, ligt tijdens dit schrijven naast mij. Zo leer ik Esmee op de valreep toch nog kennen.
Esmee hoopte dat Xaviera haar boek zou lezen en wilde daar met haar over praten. Xaviera had mij gevraagd daar bij te zijn en wilde ook over haar nieuwe boeken praten. Met de wetenschap van nu had ik gehoopt dat Esmee door deze nog te plannen ontmoeting hier was gebleven. Dat is ijdele hoop en er waren veel meer en betere redenen voor Esmee om verder te leven. Ik zou haar nu vooral willen zeggen dat haar dood helemaal niet kan omdat ze daar veel te levenslustig voor was. En ook dat klopt niet. Enige waarheid is dat een veelbelovend schrijver en bijzonder, geliefd persoon veel, veel te jong overleed.
Heb je hulp nodig? Je kunt geheel anoniem bellen of chatten met zelfmoordpreventie 0800-0113 of www.113.nl