Home Overzicht Eton Crop 40 jaar: Wereldband uit Oost in Engeland wél beroemd

Eton Crop 40 jaar: Wereldband uit Oost in Engeland wél beroemd

0

‘This has been my favourite Dutch band for quite some time now’. Woorden uit de mond van wijlen John Peel, ooit ’s werelds meest invloedrijke discjockey. Hij was de katalysator achter de carrière van onder meer David Bowie, Radiohead en The Sex Pistols. Maar liefst vijf maal mocht de Amsterdamse punkband Eton Crop opdraven voor zijn befaamde Peel Sessions. Resultaat? Zeven UK-tours, twaalf singles en vier albums. Dit weekend viert de band dat ze veertig jaar bestaan. Een gesprek met leider, oprichter, zanger en gitarist Erwin Blom.

Hester Aalberts | Foto’s Guido van Nispen

Plaats delict: Coffee Company op de Middenweg. Als onze koffie is gebracht benoem ik de olifant in de kamer. Waarom vieren de die-hard oosterlingen hun verjaardag in Cinetol (Zuid) en niet in Q-Factory? ‘Ja, daar zeg je zo wat. We hebben daar connecties. Maar ik heb wel veel voetstappen staan in Q. Zo heb ik er jarenlang een kantoor gehuurd, we oefenen er met de band en ik heb mijn vijftigste verjaardag in de kleine zaal gevierd. Laatst ben ik nog bij het optreden van John Cooper Clarke geweest. Vanavond oefen ik er weer en eet ik in het restaurant met Jon Langford en wat andere muzikanten.

Vanavond staan de gitaren centraal
Jon Langford? Van The Mekons? ‘Juist. Vanmorgen heb ik hem van het vliegveld gehaald. Ik ken hem al heel lang en hij logeert bij ons. Vrijdag treedt hij ook op. Omdat ik hier nu met jou zit heb ik hem richting het centrum gedirigeerd. Te voet.’ Wat meewarig kijkt hij naar buiten waar mensen in hoog tempo langslopen, gebukt onder een paraplu.

Wat is het idee van het driedaags Cropfest-feest? ‘Ik heb me laten inspireren door diezelfde Mekons, die een aantal jaar geleden een dergelijk driedaags festivalletje organiseerden. Kort en goed: we vieren onze muziek en alle mensen die we daardoor hebben leren kennen. En dit jubileum is een mooie gelegenheid al die mensen bijeen te brengen. Je kunt je vraagtekens zetten bij terugkijken, maar eigenlijk vonden we het ontzettend leuk op een rij te zetten wat we al die jaren allemaal hebben gedaan. Elke avond vertegenwoordigt een bepaalde periode. Vanavond staan gitaren centraal, morgen komt onze dance episode langs en zondag belichten we onze country en folk periode. Want die hebben we ook gehad.

.

Laten we de chronologie even vergeten. Dance episode? ‘Zeker! We zijn het hele clubcircuit afgegaan met onze formatie E.C. Groove Society. Dat is allemaal de ‘schuld’ van Eric van Eerdenburg, nu directeur Lowlands en destijds werkzaam bij platenlabel Go Bang. Punk en dance liggen gek genoeg niet ver uit elkaar. Zo hebben beide stromen een rauw en een repetitief element. Niet voor niets heet één van de nummers van The Fall Repetition. Rond de eeuwwisseling waren we al een tijd druk in de weer met sampling en computers. Eric adviseerde ons de zang en de gitaren eruit te gooien. ‘Dan houd je echt goeie muziek over voor de dansvloer, voor de DJ’s. Hij had gelijk, zo bleek.’

Ouwe rotten
Kijk je dit weekend alleen terug of ook vooruit? ‘Zeker ook vooruit! Naast ouwe rotten als Jon, Claw Boys Claw en wijzelf uiteraard, treden ook jonge bands als Personal Trainer en Smit & Paris op. Allemaal twintigers. En als ik mijn musicerende kroost, Tender en Pip, vanmorgen niet op het vliegtuig naar IJsland zou hebben gezet stonden ze ook in de line-up van Cropfest.

.

Terug naar Eton Crop. Hoe is de band ontstaan? ‘Door onze gemeenschappelijke interesse in bepaalde muziek. En uit verveling! Vooral daardoor. Het is ontzettend jammer dat mensen zichzelf tegenwoordig nooit meer hoeven te vervelen, want dat is de stuwende kracht achter heel veel creativiteit. Peter Verschueren, eerst zanger en daarna lange tijd onze tekstschrijver, zat bij me in de klas op het VWO. Corné Bos, de bassist, kende ik uit Nieuwkoop. Later kregen we er een hele goeie drummer bij, Ed Tuyl. We oefenden in Kudelstaart, een dorp waar een aantal van onze bandleden woonde. Peter woont er overigens nog steeds.

Foute vrienden met hanenkammen
Je komt uit een keurig, katholiek gezin. Hoe vonden je ouders dat je een punker werd? ‘Mijn moeder maakte zich eerst wel wat zorgen. Ze was bang dat ik vrienden zou krijgen met hanenkammen op hun hoofd. Mijn vader vond het allemaal juist enorm grappig. Maar qua uiterlijk waren wij helemaal niet zo punk. Het ging niet veel verder dan colbertjes met buttons erop, zoals Buzzcocks en The Undertones. We waren sowieso best braaf. Geen excessen met drugs en drank bij Eton Crop.’

Waardoor werd je aangetrokken tot de punkbeweging? ‘Bij punk denken de meeste mensen niet verder dan de harde vierkwartsmaat van bijvoorbeeld The Sex Pistols. Maar punk was zoveel meer. Het stond voor vrijheid en ondernemerschap, voor het heft in eigen handen nemen. Miste je iets, dan regelde je het zelf. Een eigen club oprichten, een eigen plaat uitbrengen, maar bijvoorbeeld ook je eigen bier brouwen en verkopen. Organic food is nu heel populair, maar bestond allang in de tijd van de krakers.

Dictatoriale bandleider
Wijlen Mark E. Smith van The Fall stond bekend als een tiran. Jullie waren meermaals hun voorprogramma en jij kwam bij hem over de vloer in Manchester. ‘Klopt! Hij heeft me ooit gevraagd voor zijn kat te zorgen toen hij op vakantie ging. De kat werd alleen ziek dus hij cancelde zijn vakantie.’ Voor zijn bandleden was hij naar verluid minder soft. Heb jij daar iets van meegekregen? ‘Meermaals. Het kwam voor dat ie middenin een optreden stopte omdat hij dan vond dat zijn band niet naar behoren presteerde. Hij nam ze dan mee naar de kleedkamer, daar kregen ze op hun donder om vervolgens weer terug te gaan naar het podium. Ook ging hij meermaals letterlijk op de vuist met bandlid Marc Riley. Hij was inderdaad een onmogelijk mens. Maar de man was zo geniaal en goed in wat hij deed. Het is hem vergeven. Ik verdenk hem er overigens wel een beetje van dat hij zijn eigen persoonlijkheid op dit gebied wat is gaan uitvergroten.’

Ben je zelf een tirannieke bandleider? ‘Ik ben wel dwingend, maar dat is iets anders dan dictatoriaal of tiranniek.’ Ben je  de leider van de band? ‘Ja. Maar Corné en ik zijn wel altijd samen de drijvende kracht geweest. Al veertig jaar lang zijn wij de constanten. Het is heel fijn om met zijn tweeën te zijn, zodat de één de ander uit de put kan trekken als die het even niet ziet zitten. Soms is dat nodig. Een slechte recensie, bijvoorbeeld, kan je echt aan het twijfelen brengen. We hebben wel rolverdelingen die organisch tot stand zijn gekomen, Spike is bijvoorbeeld heel goed in alles dat computer gerelateerd is. Neemt niet weg dat die rollen soms ook weer wisselen.’

Peel was communicatief erg complex
Vertel over John Peel. Ik wil alles weten. ‘Eind jaren zeventig waren tijdschriften en radio de enige manier om met nieuwe muziek in aanraking te komen. Ik las muziektijdschriften als Oor, Vinyl en NME. En ik luisterde uiteraard naar John Peel op de radio. Machtig interessant, want hij draaide ongelooflijk breed! Zo combineerde hij moeiteloos 78-toeren platen uit 1910 met Rotterdamse gabberhouse. Dat ik luisterde via de middengolf, waardoor ik soms maar flarden van het signaal opving, maakte me niks uit. Ik tapete alles, op 90 minuten cassettebandjes.’

In diverse interviews refereerde Peel naar jullie als vrienden. ‘Dat ik hem later zelf leerde kennen was inderdaad heel bijzonder. We hadden trouwens meer contact met zijn vrouw. John was een vrij bijzondere persoonlijkheid die volledig opging in muziek. Hij was communicatief erg complex. Het contact met zijn familie is in tact gebleven. Zijn kinderen kennen mijn zoon en dochter letterlijk vanaf de luier. John’s zoon, Tom Ravenscroft, draait bij BBC Radio 6. Heel bijzonder was dat hij laatst een plaat aankondigde van mijn dochter Pip. Hij zei erbij dat hij voor het eerst muziek draaide van een artiest die hij als baby in zijn armen had gehouden.’

‘Engelsen kunnen bij mij weinig kwaad doen’
Engeland lijkt de rode draad in het bestaan van Eton Crop. De band was daar veel bekender dan in Nederland. Waarom is hij er niet gaan wonen? Hij denkt even na en neemt een slok van zijn flat milk. ‘Dat had ik best gewild. Muziek is zo ontzettend belangrijk in Engeland. En omdat we niet in Londen woonden waren we geen onderdeel van de scene daar. Mogelijk hebben we toen kansen laten liggen. Als je opgaat in zo’n scene komt het voor dat je erdoor wordt opgetild en gaat vliegen. Spijt is een groot woord, maar – inderdaad – ik had inderdaad best een tijd in Londen willen wonen.’

.

Kom je nog wel eens in Engeland? ‘Sowieso elk jaar. Vanaf 2000 lag Eton Crop eigenlijk stil, tot het moment dat we vanuit Engeland de vraag kregen of we nog bestonden. Na het overlijden van John Peel werden jaarlijks festivals georganiseerd waarbij voormalig Peel Session-bands optraden. En John Peel had ons maar liefst vijf keer uitverkoren aan deze sessions deel te nemen. Vandaar dat we werden gevraagd. Sindsdien gaan we elk jaar een weekje toeren door de UK. Onze band is verder niet bijzonder actief meer, want iedereen zit in een andere levensfase. De een heeft kleine kinderen, de andere een veeleisende carrière. Maar dat weekje Engeland is heilig. Dat pakt niemand ons af.’

Fan van New Order
Je interviewt zelf ook vaak mensen. Wie zou je het aller- allerliefste eens ondervragen? ‘Barney [red: Bernard Sumner], de zanger van New Order. Dat is een held van me. Ik draai bijna iedere dag muziek van New Order. Twintig jaar geleden reisde ik ze zelfs achterna. Ik ging gerust helemaal naar Manchester voor een enkel optreden. In hun muziek zit een vorm van melancholie die mij enorm raakt. En ik ben gecharmeerd van zangers die nét niet kunnen zingen. Ik skip overigens hun optredens tegenwoordig. Barney probeert het publiek mee te trekken door ze te laten klappen. Daar word ik niet vrolijk van, dus laat mij maar lekker naar hun platen luisteren.’

Ik ga hier nooit meer weg
Hoe ben je, ruim dertig jaar geleden, in Amsterdam-Oost beland? ‘Amsterdam trok. Dáár gebeurde het. Ik zat op de School voor Journalistiek in Utrecht, maar besloot in Amsterdam te gaan wonen. Eerst op de Bankastraat en uiteindelijk in de Watergraafsmeer. Let wel: er was hier toen helemaal niets te beleven. In mijn herinnering woonden hier enkel bejaarden. Leuke restaurantjes waren er ook niet. Gevoelsmatig was het heel ver van de stad, wat natuurlijk onzin is: in een kwartier ben je bij Paradiso. We wonen al bijna dertig jaar in hetzelfde huis. Inmiddels zijn er legio leuke plekjes en daarnaast is het hier reuze praktisch. Twee stations in de buurt, Frankendael naast mijn deur en als schaatsliefhebber ga ik graag naar de Jaap Edenbaan. Ons huis is dan misschien veel meer waard geworden, maar daar heb ik helemaal niks aan; ik ga hier namelijk nooit meer weg!

Check www.paradiso.nl