‘In 2008 ben ik met mijn toenmalige zakenpartner en fysiotherapeut Irene de praktijk in Park de Meer gestart’, zegt Kim van Wijk. Ze is fysiotherapeut, sporttherapeut, manueel therapeut en extended scope fysiotherapist. Fysiopraktijk De Meer bestaat nu 15 jaar, alle reden voor oost-online om op bezoek te gaan bij Kim van Wijk.
Ties van Dijk | Foto’s Ron Tolman
‘Na het maken van ons businessplan zijn we op zoek gegaan naar een geschikte ruimte in Amsterdam’, legt Kim uit. ‘De multifunctionele ruimte op de begane grond van het appartementencomplex aan de Esplanade de Meer sprong er direct uit qua ligging en de indelingsmogelijkheden.’
‘Toen ik mijn vader belde om te vertellen dat we de ideale plek hadden gevonden, zei hij dat het complex in ieder geval goed was gefundeerd, hij had er namelijk als torenkraanmachinist de palen geslagen. En of ik wel wist dat we onze keuze op heilige grond hadden laten vallen, nou dat wist ik niet als fervent Feyenoordfan.’
In de 12 jaar die volgden richtten Kim en haar collega zich op cliënten uit de buurt. Met behandelingen en trainingen die voor iedereen, van alle leeftijden, toegankelijk moesten zijn. Inmiddels is haar zakenpartner van het eerste uur met pensioen en bestaat het team uit Kim, Mirthe Meskers algemeen fysiotherapeut, Roy Spek algemeen fysiotherapeut en Elsa Vermeij Diëtist en Sportdiëtist.
Breed werkterrein
Het werkterrein van de praktijk heeft zich verbreed met Cranioscacraaltherapie (schedel en heiligbeen) en voedings- en levensstijladviezen. Daarnaast begeleidt Fysiopraktijk De Meer jaarlijks twee fysiotherapeuten in opleiding, met name derde- en vierdejaars studenten. De cliënten zijn grofweg in twee categorieën in te delen. De ‘gewone’ cliënt die komt met pijn- en bewegingsklachten. De semi-topsporter, voetbal, hockey, golf, tennis, schaatsen, atletiek, en volleybal, die met sportblessures te maken hebben.
Doorverwijzingen naar specialisten
Zijn klachten en blessures niet bij De Meer in huis op te lossen, dan wordt er al naar gelang de situatie doorverwezen naar masseurs, podologen, neurologen, orthopeden en acupuncturisten.
‘Wij moeten stoppen met nutteloze behandelingen’
‘De afgelopen jaren is er het nodige aan het veranderen, ook vanwege de grote invloed van de verzekeringsmaatschappijen. Er wordt streng toegezien op het maximale aantal en duur van de behandelingen en oefentherapieën. Kosten en baten zijn leidend. ‘Wij hebben besloten elke cliënt 30 minuten te behandelen, exclusief de warming-up. Terwijl veel praktijken zich genoodzaakt voelen om korter te behandelen vanwege de gestegen kosten. De cliënt zelf heeft natuurlijk zijn eigen verantwoordelijkheid en moet niet een reeks behandelingen willen voortzetten, terwijl dat niet meer nodig is.’
Preventief valt er heel wat te winnen
Zeker sinds corona blijkt dat meer mensen met fysieke en mentale klachten kampen. Ook werkt het niet mee dat sport grotendeels is verdwenen uit het (hoger) onderwijs. Daarnaast is de verregaande individualisering van de maatschappij merkbaar door het teruglopende animo voor de teamsporten en dat komt de conditie niet ten goede.
Jong Oranje en Ajax
‘Sinds september van dit jaar begeleid en behandel ik de spelers van het Jong Oranje herenteam’, vertelt Kim. ‘Daarvoor deed ik dat voor het Iers vrouwenvoetbalteam. Het mooie is dat ik dit kan doen dankzij het teamwork op de praktijk met Mirthe en Roy. Voor Jong Oranje maak ik bij de KNVB deel uit van een team met de sportarts, coach en data-analist.’
Het verschil met de reguliere fysiotherapie is dat alles heel snel moet gebeuren. ‘Het is ‘evidencebased’ handelen. Ik zit op de bank in het stadion met een headset op, net als de aanwezige sportarts. Bij een blessure van een speler, mits die bij bewustzijn blijft, ga ik op instructie van de arts het veld op, en doe een sneltest bij de speler. Na behandeling op het veld en in overleg met de arts pakt de speler al dan niet het spel weer op.’
‘Het is trouwens leuk te bedenken dat hier in De Meer Salo Muller ooit fysiotherapeut en masseur bij Ajax was. En ik ben net zo euforisch als Jong Oranje wint van Zweden als wanneer een ‘gewone client’ opnieuw in staat is het huishouden te runnen en de brievenbus te legen.’