Home Nieuws Femke Halsema maakt namens gemeentebestuur excuses voor slavernijverleden

Femke Halsema maakt namens gemeentebestuur excuses voor slavernijverleden

0

Burgemeester Femke Halsema heeft tijdens de Keti Koti herdenking bij het Nationaal Monument Slavernijverleden in het Oosterpark namens het gemeentebestuur excuses gemaakt voor het slavernijverleden. Dat deed zij voor de actieve betrokkenheid van het Amsterdamse stadsbestuur bij het commerciële systeem van koloniale slavernij en de wereldwijde handel in tot slaafgemaakten.

Bij het monument in het Oosterpark werd herdacht dat dat het 158 jaar geleden is dat Nederland formeel de slavernij heeft afgeschaft in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen. Naast burgemeester Halsema was namens het kabinet ook demissionair minister Kajsa Ollongren aanwezig.

‘In ons stadsarchief zijn notariële akten bewaard van rijke Amsterdamse bestuurders en kooplieden uit de 18e eeuw’, zei de burgemeester in haar speech. ‘Een paar jaar geleden werd mij daar een akte voorgelezen van een koopman die destijds op de terugweg van Suriname naar Nederland stierf. Dit had hij bij zich: ‘twee zilveren horloges, een blik chocolade, boeken, tafelkleden, een bed, en…een “swarte slaaven jongen”, met een rokbroek, een sjaaltje en een rood mutsje. Als de misdaden te groot zijn, als zij nauwelijks te bevatten zijn in hun gruwelijkheid, kan een bijna terloops detail, een klein fragment de poort openen naar onze menselijkheid. Een naamloos jongetje met een rode muts, zonder ouders of familie, alleen en waarschijnlijk doodsbang.’

De burgemeester stelde in haar herdenkingsspeech onder meer dat de slavernij heeft op meerdere manieren een erfenis heeft achtergelaten in de stad. ‘Groots en zichtbaar in de historische grachtengordel en de rijkdom van kunst. Veel minder zichtbaar – en lange tijd genegeerd – in de uitbuiting toen en de ongelijkheid van nu. De stadsbestuurders en regenten die destijds uit winstbejag en machtshonger deelnamen aan de handel in tot slaafgemaakten, verankerden daarmee ook een systeem van onderdrukking op basis van huidskleur en ras. Het verleden waaruit onze stad ook nu nog haar onmiskenbare handelsgeest put is dan ook ondeelbaar met het hardnekkige en nog altijd woekerende racisme.’

Tussen 1500 en 1880 vielen tenminste 12,5 miljoen mensen aan de trans-Atlantische slavenhandel ten prooi. Zij werden uit hun huizen gesleurd, families werden uiteengereten, hun vrijheid werd vermorzeld. Mensen werden beroofd van hun familienamen, van hun geschiedenis, hun identiteit. Zij werden vernederd, geslagen, vermoord.

Niet de nu levende Amsterdammer heeft schuld  aan het verleden, stelde burgemeester Halsema. ‘Als bestuur nemen wij wel onze verantwoordelijkheid hiervoor. Dit stadsbestuur staat in een ononderbroken lijn met het bestuur van haar voorgangers. Ook met die regenten en burgemeesters, wier handelen wij verafschuwen. Wij streven naar een rechtvaardige omgang met onze geschiedenis. Verzoening, rond een gedeeld verleden maakt ruimte voor een gezamenlijke toekomst. Voor de actieve betrokkenheid van het Amsterdamse stadsbestuur bij het commerciële systeem van koloniale slavernij en de wereldwijde handel in tot slaafgemaakten bied ik, namens het college van burgemeester en wethouders, excuses aan.’

Boekje over slavernijverleden In 2019 heeft Amsterdam de rol van de stad en de stadsbestuurders in de slavenhandel en slavernij laten onderzoeken. We wisten dat het toenmalige stadsbestuur een rol speelde in de slavernij, maar niet hoe die rol er precies uitzag en hoe groot die was. Meer dan 40 wetenschappers onder leiding van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis werkten daaraan mee. In september 2020 is het boek ‘Slavernij in Oost en West, het Amsterdam onderzoek’ uitgegeven. Het is gratis op te halen bij de Oba. Je kunt ook een pdf-versie downloaden.