Home IJopener Gastgezin gezocht

Gastgezin gezocht

0

In de zomer van 2018 startte het project Zomergastje op IJburg. Hoe kijken Marieke Pronk en haar gezin terug op die vijf dagen dat zij gastgezin waren voor Senait en Delina, twee Eritrese meisjes?

Tineke Kalk | Foto Marlise Steeman

Het gezin van Marieke Pronk was een van de veertien gastgezinnen die in 2018 meededen aan het project Zomergastje. Om meer te weten over haar ervaringen bel ik haar op. Marieke: ‘Ik was meteen enthousiast toen ik in de IJopener over het project las. Ik heb het uiteraard eerst besproken met mijn man Ronald, dochters Yael, toen 10 jaar, en Lisa, toen 9, en zoon Sven, toen 5. Ze zeiden meteen ja; met een voorkeur voor een meisje van tussen de 5 en 10 jaar. Op de druk bezochte informatieavond heb ik ons meteen opgegeven.’

Wennen

Hoe werden jullie en de vakantiegast gekoppeld? Marieke: ‘Joanne, de organisator van het project, kwam eerst bij ons op bezoek om te kijken wat voor gezin wij waren en ging vervolgens op zoek naar een meisje dat paste bij ons sportieve gezin met een wat avontuurlijke inslag. Joanne heeft met de leerkrachten van de Bataviaschool gekeken welk meisje bij ons gezin zou passen. Op die school vond ook de eerste kennismaking met de zevenjarige Senait plaats. Het klikte meteen. Non-verbaal, want ze sprak nauwelijks Nederlands. De communicatie verliep via een tolk die ik per mobiel kon raadplegen en via haar zusje, Delina, die twee jaar ouder was, en net iets meer, niet veel, Nederlands sprak.

Twee weken voordat Senait zou komen logeren, zou ik haar op een zondag met de bakfiets komen ophalen, zodat ze alvast kennis met ons en het huis kon maken. Door miscommunicatie, niet de eerste en laatste keer, stond ze klaar met al haar logeerspullen. Ze was heel beteuterd dat de logeerpartij pas over twee weken was. Met Joanne heb ik toen overlegd of het niet beter was om ook haar zusje Delina bij ons te laten logeren, zodat Senait iemand had om mee te praten. Omdat we niet groot behuisd waren, sliepen onze drie kinderen samen op een kamer en de meisjes op de andere kamer. De zusjes kropen bij elkaar in bed en sliepen zonder deken. Waren ze dat niet gewend? Zo waren er gedurende die week veel dingen, waarvan je je afvroeg hoe dat zat en die je niet gewoon even kon vragen. De eerste dagen aten ze nauwelijks brood. Aten ze nooit brood of was het omdat wij bruin brood aten? Toen ik wit brood in huis haalde, was dat probleem opgelost.’

Cultuurschok

‘Overdag’, vertelt Marieke, ‘was er een zowennenmerprogramma waar ook mijn kinderen aan mochten deelnemen. Vooral de twee jongsten hebben dat enig gevonden. Als ze thuis waren, bedachten we vooral activiteiten waarvoor je niet hoeft te praten, zoals met water spelen, handstand oefenen of samen Donald Duck boekjes lezen. Graag hadden we met hen willen zwemmen of suppen, maar hoewel ze zeiden dat ze konden zwemmen, vertrouwden we het toch niet. Ze konden zich trouwens uitstekend zelf vermaken met de barbiepoppen van mijn dochters. Toen ik de zusjes aan het einde van de logeerpartij terug naar huis bracht, werd ik binnen uitgenodigd. Er stond eten klaar en er werd koffie gezet op een brandertje dat op de grond werd gezet. Dat bezoek gaf mij een kleine cultuurschok. Toen pas realiseerde ik mij hoe dapper die twee meiden waren: zoveel in ons gezin moet zo totaal anders zijn geweest dan wat zij thuis gewend waren.

Als ik nu aan mijn kinderen vraag wat ze onthouden hebben van die zomer, antwoordt Yael dat het niet uitmaakte dat je elkaar niet kende, want dat je elkaar best snel leert kennen. Lisa zegt dat ze anders, maar toch hetzelfde waren, en Sven zegt dat hij het helemaal niet erg vond dat hij de meisjes voordat ze kwamen logeren niet kende. Met de meisjes hebben we nog regelmatig contact. Zij zijn heel bescheiden, maar als we te lang niets van ons laten horen, vragen ze hoe het met ons gaat. De barbiepoppen wonen inmiddels bij Senait en Delina. Ook ander speelgoed en kleren hebben we naar het gezin gebracht. Helaas staan door corona de bezoekjes op een laag pitje. Maar als we deze zomer in ons nieuwe huis wonen en het kan wat betreft corona, dan halen we ze op. Hun Nederlands is een stuk verbeterd, dus we kunnen elkaar nu goed verstaan.’