Er kan niet worden gewacht met het bouwen van twee fiets- en voetgangersbruggen over het IJ. Dat blijkt uit onderzoek van afgelopen jaar. De ponten kunnen de toekomstige groei van reizigers over het IJ niet goed opvangen. Eerst wordt de Oostbrug gerealiseerd. Daarna is de Westbrug aan de beurt. Daarvoor moet eerst de passagiers terminal voor cruiseschepen worden verplaatst.

Het stadsbestuur reserveerde in mei 100 miljoen euro voor de fiets- en voetgangersbrug over het IJ aan de oostkant bij het Azartplein. Zonder deze en de Westbrug zouden er 23 ponten nodig zijn om van en naar Noord te kunnen vervoeren. Een projectteam is inmiddels gestart met de voorbereidingen voor de Oostbrug.

Met de Oostbrug ontstaat er letterlijk een kruispunt: water- en landverkeer zullen elkaar kruisen en soms op elkaar moeten wachten. Om snel en veilig naar en van Noord te kunnen lopen en fietsen, maar ook om schepen snel en veilig over het IJ te kunnen varen, is overleg met nautische partners noodzakelijk. De Vervoerregio Amsterdam, Rijkswaterstaat en Port of Amsterdam zijn daarbij betrokken.

Bij de voorbereidingen gaat het dus niet alleen over de brug zelf, maar ook over het IJ waar de brug overheen komt. Het IJ loopt door Amsterdam naar het Noordzeekanaal en vervult als belangrijke waterweg een cruciale rol in de Europese scheepvaart en economie. Het IJ is ‘eigendom’ van het Rijk. Het is van belang om een sterke en toekomstbestendige vaarweg te behouden op het IJ.

Antwoorden op de vragen als wat de beste manier is om de brug te openen voor schepen die niet onder de brug door passen, zijn er nog niet. Het zal ook nodig zijn om een aantal onderdelen voor de scheepvaart te verplaatsen, waaronder de vaarweg zelf. De totale inrichting van het oostelijke Binnen-IJ wordt daarbij in ogenschouw genomen.

Ook het gebied waar de brug aan land komt, zowel in Noord als Oost, is voor de omwonenden van het grootste belang. Het meest belangrijk zijn goede en veilige fietsroutes van en naar de brug. In Noord is in de plannen voor in het Hamerkwartier al rekening met de toekomstige aanlanding van de brug. Aan de zuidkant komt de brug aan land op het Azartplein op het KNSM-eiland. Over het ontwerp van de brug, de aanlangsplaats en en de routes van en naar de brug wordt in 2024 nagedacht.

Een van de opties is om de brug van Oost naar Noord ook beschikbaar te maken voor het openbaar vervoer. Samen met de Vervoerregio Amsterdam is onderzocht wat de gevolgen zijn van wel of geen openbaar vervoer over de Oostbrug. Als er geen openbaar vervoer over de Oostbrug komt, worden zowel de Noord/Zuidlijn als bus 37 over de Schellingwouderbrug drukker. Wel zouden beide OV-lijnen volgens dit onderzoek deze extra drukte kunnen opvangen. Daarnaast kost een Oostbrug met openbaar vervoer 2,5 keer zoveel als een fietsbrug. Deze optie is afgeblazen.

Als de twee geplande bruggen over het IJ uiteindelijk beschikbaar zijn, zullen er 40 procent minder fietsers op de ponten staan. Met een oplevering van de Oostbrug in 2032 en de Westbrug in 2040 wordt de fietsbinnenring van de stad volgens planning afgemaakt. Dan zullen er steeds minder fietsers gebruikmaken van de ponten. Als de twee bruggen er liggen, zijn in 2040 maximaal twaalf ponten in de spits voldoende. Dat is vergelijkbaar met het huidige aantal ponten.