Het stadsbestuur is akkoord met de bouw van het Nationaal Slavernijmuseum op de Kop van Java-eiland. Het museum dat in 2030 er moet zijn, gaat zo’n 110 miljoen euro kosten. Amsterdam en Den Haag hadden al ruim 70 miljoen euro beschikbaar gesteld. Daar komt nu 13,4 miljoen van Amsterdam en 7,5 miljoen van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen bij. Er wordt gerekend op 17,4 miljoen euro financiering uit de markt. Voor de aanleg van het park op de Kop van Java-eiland is daarboven nog eens 8 miljoen euro nodig.

Het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost is verheugd dat het Java-eiland als plaats voor het museum is aangewezen en ziet de ontwikkeling van een park rondom het museum als een grote toegevoegde waarde. Het stadsdeel ziet een kans om verbinding te leggen tussen onder andere het Nationaal Slavernijmonument, het Wereldmuseum Amsterdam en de komst van het Suriname Museum.

Het dagelijks bestuur vraagt aandacht voor de participatie bij het vervolgtraject met name het ontwerp van het park. Het museum en het park zijn niet los van elkaar te zien. Groen is schaars en daarom zeer belangrijk voor deze stenige buurt. Ook vraagt het dagelijks bestuur aandacht voor mobiliteit en bezoekersstromen. Zo moet er een oplossing gevonden worden voor de komst van bezoekers per touringcar. Goede voorzieningen ten aanzien van fietsers en fietsparkeren zijn noodzakelijk. Het dagelijks bestuur vraagt rekening te houden met opgaven en ontwikkelingen die spelen in Oost en aanpalende gebieden zoals de Oostbrug, het Marineterrein en de ontwikkelingen in Noord.

Het college van B en W stelt de raad op 16 en 17 juni voor om een museum over het Nederlands slavernijverleden te realiseren in een nieuw, hoogwaardig gebouw op het Java-eiland. Dit museum zal bijdragen aan de erkenning en herkenning van de slavernijgeschiedenis van Amsterdam en van Nederland. Het moet een plek worden waar mensen kunnen leren over de geschiedenis, maar ook over de doorwerking ervan in de samenleving van nu, en waar ruimte is om het verleden te verwerken.

Waar het 9000 vierkante meter metende Nationaal Slavernijmuseum op de Kop van het Java-eiland moet komen is nog onderwerp van onderzoek. Een mogelijkheid is de plek waar basisschool de Kleine Kapitein stond.