Het oudste pand van de Indische buurt ligt helemaal aan het eind van de Zeeburgerdijk. Vanaf de Amsterdamsebrug kon je de herberg zien liggen, maar sinds een paar maanden gaat het pand schuil onder een enorme tent van witte dekzeilen. Wat gaat hier gebeuren?

Hannie Raaff | Foto’s Stadsarchief/Jacob Olie | Björn Martens en Privé-collectie Henk Genet

Herberg Zeeburg is in 1675 gebouwd aan de Zuiderzee, waar het toen nog een druk komen en gaan van schepen was. Hier werd het vee voor Amsterdam aangevoerd, uitgeladen, vetgemest en verkocht. Het was een gezellig, druk café. Niet alleen voor de bootsmannen en veehandelaren, maar ook voor wandelende Amsterdammers die in de fraaie theetuinen een glaasje dronken en binnen een potje biljart speelden. In 1915 werd de herberg gesloten, de veehandel werd verplaatst naar de Rietlanden en dat kostte veel klandizie. Het pand en de omliggende gebouwen en barakken kregen andere bewoners. Er kwam een quarantainepost voor Spaanse-grieppatiënten en een ontluisinstelling voor emigranten en Amsterdammers.

In 1938 werden hier joodse kinderen ondergebracht die door hun wanhopige ouders op de trein gezet waren om het Duitsland van Hitler te ontvluchten. Na de oorlog deden de barakken dienst als noodhospitaal, onder meer voor TBC-patiënten. Ze werden afgebroken na de opening van het Slotervaartziekenhuis. De totaal verkommerde herberg zelf werd overgenomen door de gemeente, die hem in 1977 verhuurde aan een voormalige, gelegaliseerde kraakgroep. Daarbij werd afgesproken dat de bewoners zouden zorgen voor de binnenruimte van het pand, de gemeente (later Ymere) voor de buitenkant.

Actieve woongroep

Henk Genet (73) was in 1977 een van de zeven ex-krakers. In die jaren waren (voormalige) krakers ook idealisten die de barricaden opgingen en protesteerden tegen leegstand en huisjesmelkers. Zo ook Henk Genet en zijn vrienden. Alle leden, zes mannen van rond de dertig en één vrouw, kregen één kamertje. Ze hadden een gemeenschappelijke keuken en een centrale was- en doucheruimte.

Veel behoefte aan privacy was er nog niet, de bewoners hadden naast hun werk hun handen vol aan klussen en vergaderen. Ze waren actief in ontwikkelingswerk en boden ondersteuning aan buitenlandse arbeiders, werklozen en andere groepen die uit de maatschappelijke boot vielen.

Na verloop van tijd veranderden de woonwensen van sommige bewoners. Ze stichtten een gezin of ze wilden meer comfort en privacy. In hun plaats kwamen nieuwe huurders in de woongroep. Inmiddels had woningcorporatie Ymere het pand van de gemeente overgenomen. Vanaf 2016 nam Ymere geen nieuwe huurders meer aan omdat ze de herberg wilden verkopen.

Henk Genet en zijn partner Marja Bijlsma (68) waren met een van hun dochters de laatst overgebleven bewoners van de herberg. De herberg was een deel van hun leven. Zij hadden er voor gestreden dat het pand in 1980 rijksmonument werd, het voor de ondergang behoed, actie gevoerd in de buurt. Toen Ymere hun als eersten het pand te koop aanbood, hapten ze toe.

En nu zijn ze, na jarenlange moeizame onderhandelingen met Ymere en de financiers, de trotse eigenaars. Henk is van kraker huiseigenaar geworden, maar op 12 september was hij wel te vinden bij de demonstratie tegen de huidige woningnood, tegen leegstand en de plaag van huisspeculanten. Architect André van Stigt, die ervaring heeft met de aanpak van monumenten, maakte een ontwerp voor vier appartementen binnen de bestaande muren. Twee appartementen zijn voor de gezinnen van de dochters van Henk en Marja die in de herberg geboren zijn.

Monument voor de toekomst

De voormalige herberg wordt een drie-generatiewoning maar, nog belangrijker, het wordt een duurzaam pand. Samen met de architect en de aannemer wordt gewerkt aan energiebesparing, vochtbestrijding, warmte- en geluidsisolatie. Mogelijk een voorbeeld voor andere monumentale panden! Samen met Marja mag ik een kijkje nemen onder de dekzeilen.

De herberg krijgt nu eindelijk fundamenten, zeventien palen die 18,25 meter diep de grond in gaan. Door de palen wordt water naar boven gehaald en via een warmtepomp door de vloeren geleid. Het dak wordt geïsoleerd en er komt een warmtecollector onder het dak. Ramen worden geïsoleerd, de ventilatie wordt verbeterd. Op de laagste verdieping steken de leidingen al boven de nieuwe vloer uit. Vanaf de zolderverdieping kijken we naar de blauwe lucht, de vervangende dakpannen in de originele stijl liggen al klaar. Op de begane grond komt toch weer, net als voorheen, een gezamenlijke ruimte met keuken.

Alle authentieke elementen zoals deuren, trappen en balken worden gerestaureerd en behouden. Er zijn plannen om de prachtige oude entreehal open te stellen voor publiek, er komen prenten en foto’s te hangen over de rijke geschiedenis van de herberg. Misschien kunnen wij en onze kinderen ooit weer thee drinken in de tuin die ook in oude luister wordt hersteld. Maar het verhaal van de joodse kinderen, de TBC-lijders en de jeuk van de luizenbolletjes zitten voor eeuwig gemetseld in de goed geïsoleerde muren van dit prachtige monument.